De jongensdroom van Edvard Niessing

Een omroeper op de tram

Wie aan een jongetje vraagt wat hij later wil worden, krijgt te horen: piloot, brandweerman, machinist of een ander stoer beroep. Bij de jonge Edvard Niessing was dat niet anders. Die zag de hele dag trams langs zijn ouderlijk huis komen, en wilde dus trambestuurder worden. Jongensdromen komen lang niet altijd uit, maar bij Edvard wel: die rijdt al jarenlang op de tram. Wij zochten hem op in de HTM-remise in Scheveningen, vlak voordat hij uitrukte met lijn 16.

De kans is groot dat je Edvard Niessing (68) weleens gezien of gehoord hebt. Hij is al ruim een halve eeuw actief in de omroepwereld. Zo heeft hij gewerkt als radio- en tv-omroeper bij de KRO, als nieuwslezer bij het ANP en als presentator bij RTL Nieuws. Maar hij heeft aan veel meer programma’s meegewerkt, bij diverse landelijke en lokale omroepen. Tot op de dag van vandaag klinkt zijn stem door de ether, bijvoorbeeld bij Radio M in Utrecht. Maar daar komen wij niet voor: we willen weten hoe Edvard op de tram terecht is gekomen.

Trambestuurder Edvard Niessing. Een jongensdroom die uitkwam.

Trambestuurder Edvard Niessing. Een jongensdroom die uitkwam.

Rijden op een “echte” tram

In 2008, toen hij zestig werd, trad Edvard als parttime trambestuurder in dienst bij de HTM. Maar trams besturen kon hij toen al. ‘Ik heb 16 jaar met historisch materieel getuft bij de Electrische Museumtramlijn Amsterdam. Op een dag werden we gebeld door het GVB. Dat had een groot bestuurderstekort en vroeg of er geen mensen waren die het leuk vonden om in de stad te rijden op een “echte” tram. Ik ben toen opgeleid voor alle tramtypes die je in Amsterdam had. Daar werkte ik als oproepkracht.’

‘Mijn vriendin woonde in Den Haag,’ vervolgt Edvard. ‘Op een dag stapte ik daar in mijn GVB-jas op de tram. De bestuurder herkende mij van de tv en vroeg hoe ik aan die jas kwam. Zo kwam het gesprek op het bestuurderstekort bij de HTM. Ik moest maar eens bellen, zei hij. Dat heb ik gedaan en ik werd met open armen ontvangen. Zo ging mijn jongensdroom voor een tweede keer in vervulling.’ Het was dus niet zo dat je je verveelde bij de radio? ‘Radio verveelt nooit!’, roept Edvard. ‘Ik doe nog steeds veel mediawerk. Thuis heb ik een eigen studiootje en af en toe coach ik mensen. Daarnaast rijd ik een paar dagen per week op de tram. Op dit moment zijn er veel zieken en bellen ze me vaak als oproepkracht. Ik zou vijf dagen per week kunnen rijden, maar drie vind ik genoeg.’

Buitenlijner 58 in de remise. Dit is het tramtype waarmee de tramziekte van Edvard begon.

Buitenlijner 58 in de remise. Dit is het tramtype waarmee de tramziekte van Edvard begon.

Tramrijden is een kunstje

Is het moeilijk om een tram te besturen, heb je een speciaal rijbewijs nodig? Edvard: ‘Je krijgt een opleiding en daarna een diploma. Normaal duurt dat anderhalve maand, maar het kunstje kende ik al. Ik heb een week met een instructeur door Den Haag gereden en toen mocht ik los. Het rijden op zich is op alle trams hetzelfde, alleen de bediening verschilt. Het is net als met fietsen: als je dat eenmaal hebt geleerd, kun je het op alle fietsen. Ik heb onlangs examen gedaan voor de Tourist Tram, een oude PCC, dus daar ga ik nu ook op rijden. En misschien ook nog op andere historische trams. Op de museumtram in Amsterdam rijd ik niet meer. Daarvoor zijn er te veel vervelende dingen gebeurd, met twee clubs die ruzie met elkaar maakten. Als ik ergens een hekel aan heb, is het aan mensen die baasje willen spelen. Je hebt een hobby waarmee je met zijn allen iets wilt bereiken: trams overal vandaan halen, die mooi maken en ermee rijden. Je moet eens gaan kijken bij het Haags Openbaar Vervoer Museum. Dat is een club van mensen die handelen vanuit liefde voor het vak.’

Geen tram- of treinfanaat

Edvard is geen tram- of treinfanaat. Hij vindt het mooi om op de tram te rijden, maar hij heeft thuis geen modelspoor en hij kent geen nummertjes uit zijn hoofd. Hij is ook geen lid van de NVBS, een vereniging waar hij tot nog toe niet van had gehoord. Hij kijkt wel graag naar treinen. Edvard: ‘Een afwijking van me is dat ik een trein moet zien wegrijden nadat ik ben uitgestapt. Eerder ga ik niet van het perron af. Maar ik hou niet echt bij wat voor treinen er rijden. Die nieuwe Sprinters vind ik mooi, maar welke janhannes verzint het om geen toiletten in die treinen te bouwen? Dat zijn mensen die absoluut geen voeling hebben met de maatschappij, die gaan zelf namelijk nooit met de trein. Nee, met bussen heb ik niks. Ik heb wel groot respect voor de chauffeurs, het zijn goochelaars met die dingen. Maar ik ben zoals ze het hier noemen een “gleuvenglijer”.’

Wissels worden normaal automatisch goed gelegd wanneer de tram nadert. Maar soms hapert er wat en moet de bestuurder uitstappen om het wissel met de hand te “krukken”.

Wissels worden normaal automatisch goed gelegd wanneer de tram nadert. Maar soms hapert er wat en moet de bestuurder uitstappen om het wissel met de hand te “krukken”.

Constant ongelukken voorkomen

Is het zwaar werk? Edvard: ‘Ik moet vandaag op lijn 16 rijden, van 13.30 tot 21.30 uur. Dat is een pittige dienst. Op de tram moet je voortdurend anticiperen. Je bent eigenlijk constant bezig om een ongeluk te voorkomen. Wat gaat die taxi doen, of dat scootertje met een pizzabezorger, of die fietser die zit te “appen”? Het is vaak levensgevaarlijk wat ze uitspoken. Ik heb groot respect voor de collega’s die dit werk vijf dagen per week doen, dertig jaar lang, in wisselende diensten.’

Je bent net 68 geworden. Hoe lang mag je nog? ‘In Den Haag mag je blijven rijden zolang je het leuk vindt en je gezond bent. Om de zoveel tijd krijg je een keuring en een psychologische test.’ Dus op je tachtigste zien we je nog op de tram? Edvard lacht: ‘Dat gaat wat ver, maar ik hoop dat ik er nog een jaar of vijf aan vast mag plakken. Ik heb nog plezier in mijn leven en dat houdt je jong. Het is belangrijk dat je waardering krijgt voor je werk en dat gebeurt hier ook. De saamhorigheid onder de collega’s van de HTM is erg groot.’

Verruwing van de maatschappij

‘Op de tram maak je een heleboel mee,’ vervolgt Edvard. ‘Pas had ik nog een spuger, een meneer die zonder enige aanleiding begon te schelden. Toen ik vroeg wat er aan de hand was stuurde hij een fluim op mij af. Dat zijn heel vervelende dingen. Ik maak me weleens zorgen over de verruwing van de maatschappij, ook in het openbaar vervoer. Maar ik laat me niet bang maken door de dingen die om me heen gebeuren, ik laat me de lol in mijn werk niet ontnemen. Gelukkig zijn er ook mensen die naar je toe komen en zeggen dat ze respect voor je hebben, als je net weer een noodstop hebt gemaakt en een fietser het leven hebt gered. Daardoor doe ik dit werk nog steeds met veel plezier.’

Edvard Niessing op de bok van GTL 3014. De tram is klaar voor vertrek.

Edvard Niessing op de bok van GTL 3014. De tram is klaar voor vertrek.

De tramziekte

Over een kwartier moet Edvard aan zijn dienst beginnen, dus we lopen de remise in. Daar komen we langs een fraaie historische tram: motorrijtuig 58 met bijwagen. Dat is een oude “buitenlijner” van de HTM, die vroeger tussen Den Haag en Delft reed. Edvard, enthousiast: ‘Kijk, hierdoor heb ik de tramziekte opgelopen. Dit type reed altijd langs het huis van mijn ouders. Ik herkende ze aan het geluid van hun fluit. Toen ik 66 werd mocht ik er als verjaarscadeau een stuk op rijden. Een geweldige tram!’

Tram 3014 die op Edvard staat te wachten is inmiddels ook al op leeftijd: ruim dertig jaar. Binnenkort zal deze GTL vervangen worden door een Avenio, het nieuwe tramtype van de HTM. We stappen in de 3014 en Edvard begint aan zijn controle-rondje in en om de tram. Werken de deuren goed, zijn de zandstrooiers gevuld, zijn de remmen in orde, werken alle lampen? En – hoe zou een omroeper het kunnen vergeten – doet de omroepinstallatie het wel?

Een jongensdroom is niet te verpesten

Precies op tijd rijdt Edvard naar het beginpunt van zijn rit: de halte bij het Kurhaus. Het is heetste dag van het jaar, dus de trams naar Scheveningen zitten stampvol. Maar wij rijden juist de andere kant op, dus er stappen weinig mensen in. Over het gedrag van andere verkeersdeelnemers heeft Edvard niets te veel gezegd. Bij een rotonde blokkeren jongelui in een zwart autootje de tramrails. Er wordt een middelvinger door een autoraampje gestoken en Edvard vraagt of ze hun rijbewijs misschien bij een pakje boter hebben gekregen. Door dit soort voorvallen laat Edvard zijn humeur echter niet bederven. Zo makkelijk is het niet om iemands jongensdroom te verpesten!

Tekst en foto’s Nico Spilt


[printfriendly]

Over Edvard Niessing

edvard05

Edvard Niessing
Edvard Niessing is in 1948 geboren in Den Haag. Hij groeide op in Wassenaar, in een muzikaal gezin. Zijn vader was concertpianist. Zijn voornaam, met een v, heeft hij te danken aan de Noorse componist Edvard Grieg.In zijn jonge jaren was Edvard gefascineerd door de trams die langs zijn ouderlijk huis reden. Maar hij was van jongs af aan ook geïnteresseerd in de radio-wereld. Hij luisterde veel naar de radio en speelde thuis zelf radiootje. Op zijn zestiende deed hij auditie bij de jongerenomroep Minjon van de AVRO. Hier begon zijn lange loopbaan in de mediawereld, aanvankelijk de radio, vanaf 1977 ook de televisie. Zo werkte hij als radio- en tv-omroeper bij de KRO, als programmaleider bij Radio Noordzee Nationaal, als nieuwslezer bij het ANP en als presentator van RTL Nieuws. Ook daarna heeft hij voor veel landelijke en regionale omroepen gewerkt.Tot de dag van vandaag is hij actief als presentator, discjockey, dagvoorzitter of coach. Zijn stem is onder andere te horen bij Radio M in Utrecht. Edvard heeft zelfs een optreden als circusacrobaat op zijn naam staan. Een andere jongensdroom was trambestuurder te worden. Ook deze droom is uitgekomen, zoals je in het interview kunt lezen. Nog een hobby is de muziek. Zo speelt hij al tientallen jaren slagwerk in de jazz/swing-band De Gooische Compagnie.Edvard woont met zijn vriendin in Waverveen. Voor meer informatie en foto’s zie zijn website.

De HTM

De HTM heeft drie remises: Scheveningen, Lijsterbesstraat en Zichtenburg. De laatste is de uitvalsbasis van RandstadRail. Vanuit de andere remises rijden de GTL-trams en de nieuwe Avenio’s.

Het boegbeeld van de HTM was jarenlang de PCC. In 1949 verschenen de eerste PCC’s in Den Haag. Dat was een uit de Verenigde Staten afkomstig tramtype. De afkorting PCC staat voor Presidents’ Conference Committee, een comité van tramdirecteuren dat een moderne standaardtram ontwikkelde. De HTM heeft er 234 gehad. In 1993 ging de laatste buiten dienst, maar er rijden nog steeds enkele exemplaren rond als Tourist Tram.

PCC 1127 op de Bezuidenhoutseweg, juli 1972. Foto Nico Spilt.

De opvolger van de PCC was de GTL: de Gelede Tram Lang. Daar zijn er 147 van gebouwd en de meeste rijden nog door de stad. De oudste exemplaren dateren uit 1981. Deze worden geleidelijk afgevoerd. De opvolger is de Avenio, een lage-vloertram die sinds 2015 in Den Haag is te zien. Dat zijn er nu 60, maar de HTM is van plan er meer aan te schaffen.

Edvard Niessing verwacht binnenkort te worden opgeleid voor de Avenio. ‘Dat zijn mooie trams, alleen mis je daar als bestuurder wel het contact met het publiek. RandstadRail ga ik niet rijden, dat is een te grote investering voor iemand van mijn leeftijd. Ik vind dat ook niet zo erg, maar het is wel leuk om af en toe met een collega mee te gaan. Ze gaan erg hard!’