NVBS-afdeling Zuid-Limburg
Onvervalste Limburgse gastvrijheid in een spoorse ambiance
door Oege Kleijne
De meeste afdelingen van de NVBS houden hun bijeenkomsten in zalencentra, soms in een hotel, maar een kleine minderheid ontvangt de NVBS-leden in een spoorse sferen. Een van die afdelingen is: NVBS Zuid-Limburg.
De trein van Veolia (na 10 december 2016: Arriva) brengt de reiziger voor de deur van het stationsgebouw waarin deze afdeling is gehuisvest: het pittoreske en monumentale stationnetje van Schin op Geul. Rondom het gebouw tal van spoorse attributen: een as van een Duitse stoomlocomotief, Zwitserse seinklokken en een Nederlandse seinarm.
Eenmaal binnen aangekomen kom je ogen tekort: overal spoorse attributen, vooral Duitse en Zwitserse. Nummerplaten van stoomlocomotieven, seinen, het verlichte naambord Schin op Geul en heel veel foto’s van vooral Zwitserse locomotieven, als close-up maar ook in schitterende berglandschappen.
Zelfs bij het lezen van de menukaart ontkomt de gemiddelde gast in dit restaurant niet aan allerlei spoorse informatie. Bijvoorbeeld over de geschiedenis van het station en de beide lijnen waaraan het ligt. Ook maakt NVBS-afdelingsvoorzitter Sef Rameckers in de menukaart reclame voor “zijn” NVBS-afdeling. De stationsrestauratie – zo laat het petit-restaurant zich misschien het beste omschrijven – valt op door een klassiek-gezellig interieur met placemats waarop – uiteraard – treinen prijken.
Limburgse vlaai
Sef en Marjo Rameckers bestieren dit kleine restaurant. ‘En… wat vind je ervan?’ vraagt Sef, terwijl ik nog steeds probeer te zien wat er allemaal hangt of staat, want het is werkelijk enorm. Het antwoord laat op zich wachten, want Marjo onderbreekt hem met de vraag: ‘Je lust toch zeker wel iets te drinken en een stukje Limburgse vlaai?’
Wachtkamer voor mijnwerkers
‘We proberen het hier de gasten maar zeker ook de NVBS-leden zo goed mogelijk naar hun zin te maken’, stelt Sef. In het restaurantgedeelte, waar vroeger een van de drie wachtkamers was, zitten vier gasten gezellig te keuvelen en achterin snort een houtkacheltje. Daarboven zijn onopvallend kleine ventilatoren aangebracht om de warmte te verspreiden. ‘Hiernaast was een aparte wachtkamer voor mijnwerkers. Die waren te vies en mochten niet in de andere wachtruimten komen’, verklaart Sef.
Uitgesproken voorkeuren
Zo’n twaalf jaar geleden betrok de NVBS in Zuid-Limburg deze bijzondere plek en ongeveer even lang is Sef actief in het bestuur, de laatste jaren als voorzitter. Bijna maandelijks houdt deze afdeling een bijeenkomst. Het aantal bezoekers – ook niet-leden van de NVBS zijn welkom – varieert van meer dan tien tot zo’n dertig liefhebbers van het railvervoer. Volgens Sef is het wel een afdeling met uitgesproken voorkeuren: ‘Onderwerpen over de tram trekken hier relatief weinig mensen. Misschien komt dat omdat er hier in de wijde omgeving geen trams rijden. Voor spoorse onderwerpen komen altijd wel mensen, hoewel je het nooit weet met heel specialistische onderwerpen. Binnenkort komt Jan Roos, de schrijver van het boek “Railbevestigingen”, hier een presentatie houden. Dat gaat over vijf eeuwen “spoor”. Ik ben benieuwd hoeveel mensen hierop af zullen komen.
Leergeld betaald
De bijzondere inrichting met tientallen soms verlichte spoorse attributen kent ook een keerzijde: inbraak! Sef en zijn echtgenote hebben hier leergeld moeten betalen. ‘Soms werden zaken aangeboden op Marktplaats, terwijl die hier nog gewoon stonden. Inbraak op bestelling, noem ik dat! Inmiddels hangen hier overal camera’s, hebben we hier alles door en door beveiligd en van bijzonder glas voorzien, zodat “even inbreken” er niet meer bij is…’ stelt Sef met een boze ondertoon.
Alles zelf verbouwd
Marjo en Sef huren het station nu zo’n twintig jaar en wonen erboven. Behalve het uitbreken van een deel van een dragende muur, waarvoor een aannemer nodig was, heeft Sef alles zelf verbouwd. ‘Dat heeft jaren geduurd en er zijn hier in het gebouw zaken die nog niet helemaal af zijn, maar ik heb ook een fulltime baan bij de GGD in Limburg waar ik in de automatisering werkzaam ben. Plus dat je natuurlijk ook meehelpt hier in de zaak, want als het druk is, heeft Marjo hulp nodig. Ze bedient maar staat ook in de keuken. Dan schiet er niet al te veel tijd over, zeker ‘s zomers niet.’
Fraaie omgeving
De fraaie omgeving trekt nog altijd veel toeristen. Daardoor kan het ’s zomers heel druk worden. Met mensen die met de stoomtrein van de Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij rijden bijvoorbeeld, maar ook met wandelaars, ook in het voor- en naseizoen. ‘Dan komt de grijze golf’, grapt Sef, die inmiddels ook tegen de zestig loopt.
De NVBS-afdeling zelf kent een groep trouwe bezoekers. De bijzondere ligging heeft volgens Sef naast voordelen ook ontegenzeggelijk een nadeel: niet iedere spoorpresentator wil helemaal naar het zuiden afreizen. ‘Als ze van ver komen, kom je per trein namelijk niet meer thuis. Daarom regelen we voor deze sprekers altijd een mogelijkheid om te overnachten’, legt Sef uit.
Uiteraard zijn ook bezoekers uit andere delen Nederland bij de afdeling welkom, bijvoorbeeld tijdens een korte vakantie in het Zuid-Limburgse in het voor- of naseizoen. Een NVBS-lid kan namelijk bij elke afdeling terecht waar een lezing of presentatie wordt gehouden. ‘We verwelkomen ze graag!’ benadrukt Sef.
[printfriendly] |
Op bezoek bij…De NVBS is opgedeeld in afdelingen, die elk een bepaalde regio of doelgroep bedienen. Elke afdeling organiseert op regelmatige basis bijeenkomsten met een bepaald thema. Een spreker laat foto’s, dia’s of filmmateriaal zien van verre reizen of dichtbij huis, over treinen, trams, techniek, kaartsoorten of infrastructuur. Deze bijeenkomsten zijn ook een ideale gelegenheid om andere trein- en tramliefhebbers te ontmoeten en informatie uit te wisselen, iets te leren over een onderwerp en bovenal: het is er altijd gezellig. Nog meer spoor in stationsgebouw Boven op de zolder van het voormalige stationsgebouw van Schin op Geul bevinden zich zowel een professioneel ogende filmstudio als een grote modelbaan. In de studio stelt Sef zijn spoorwegvideo’s samen. Indrukwekkende films over zijn passie: stoom in Duitsland en treinen in Zwitserland. Die passie komt ook tot uitdrukking in de grote modelbaan. Hij heeft het Zwitserse station Göschenen, vlak voor de ingang van de (oude) Gotthard-tunnel, helemaal zelf heeft nagebouwd. Zelfs de Zwitserse seinen fabriceert hij zelf en ogen levensecht. Zeven weken naar Zwitserland De Zwitserse spoorwegen zijn Sefs grote passie. Het woord “belangstelling” dekt hier absoluut de lading niet. Verdeeld over het jaar gaat Sef zes tot zeven weken naar SBB Historic in Olten, waar een groep liefhebbers zich bezighoudt met het onderhoud van klassieke locomotieven, waaronder de 10439 , een oude elektrische locomotief van de Zwitserse spoorwegen. Formeel bekleedt hij daar de functies van assistent-machinist, seinhuiswachter en medewerker voor het technisch onderhoud. Vooral bij het onderhoud van elektrische locomotieven is hij in zijn element (‘ik heb op school die oude techniek nog geleerd’), maar hij steekt ook zijn handen uit de mouwen als de tafels moeten worden gedekt tijdens grootschalig bezoek of wanneer er een rondleiding moet worden gegeven. Aan zijn werkzaamheden in Olten knoopt hij altijd wel een paar dagen vast om foto’s en films te maken. ‘Ach, weet je, dat materieel is daar zo afwisselend en het landschap zo fraai…’ E-mailservice |