Waarom zou je twee rails gebruiken als een trein er maar één nodig heeft?
De Leitschienenbahn
door Nico Spilt
Ik verzamel jeugdboeken over treinen. Begin dit jaar kreeg ik een Duits boek uit 1953 in handen: Alle Achtung Peter, met als ondertitel Vom “Adler” zur Leitschienenbahn.
De Adler was de eerste Duitse stoomlocomotief. De Leitschienenbahn was een uitvinding van Heiner Kuch. Wie verzint hier een goede Nederlandse naam voor – geleiderailtrein? Hoe dan ook: het is een van de vele varianten van de monorail. Heiner Kuch is een van de auteurs van dit boek.
De avonturen van Peter
Hoofdpersoon van het boek is Peter, de zoon van blokwachter Ludwig Cullmann. Via zijn vader en zijn oom Karl, die stationschef is, maakt Peter kennis met de geschiedenis en de geheimen van de spoorwegen. Het boek begint met zijn grootvader, die ook bij het spoor heeft gewerkt. Die vertelt hoe hij op 7 december 1835 als kleine jongen getuige was van de eerste rit met de Adler.
Het is duidelijk: Peter kan niet wachten tot hij groot genoeg is om ook spoorman te worden. Dankzij zijn vader en zijn oom lukt dat uiteindelijk ook. Het boek moet wel spannend blijven, dus tussen de bedrijven door lost onze held enkele misdaden op. Als dank voor het betrappen van een paar kolendieven mag hij meerijden op een stoomlocomotief. En later kunnen dankzij hem twee bankrovers, die met de trein gevlucht zijn en proberen een ontsporing te veroorzaken, in de kraag gevat worden. Deze keer mag Peter als beloning een keer meerijden met de Schienenzeppelin!
Dan slaat het boek twintig jaar over. Peter is bij het spoor gaan werken en heeft zich daar opgewerkt tot ingenieur. Hij nodigt zijn oude vader uit om de eerste rit van de Leitschienenbahn mee te maken. Dat is een trein die niet op rails rijdt, maar over een vlakke baan. In het midden daarvan zit een geleiderail die ervoor zorgt dat de trein op de baan blijft. Midden onder de trein zitten horizontale wielen die tegen de geleiderail drukken.
De trein kan zeer snel rijden, ook door bogen, zonder te ontsporen. Tot 150 km/uur rijdt de trein op rubberbanden. Bij hogere snelheden rijdt de trein op flensloze stalen wielen. Snelheden tot wel 1000 km/uur zouden hierbij mogelijk zijn. Zie de tekeningen hieronder uit het boek.
De uitvinding van Heiner Kuch
Het idee om een middenrail te gebruiken om treinen in het gareel te houden kwam van Franz Kruckenberg. Die vroeg daar in 1928 patent op aan, maar werkte dat idee niet uit: hij ging verder met een snel voertuig dat over gewone rails zou rijden: de beroemde Schienenzeppelin. In 1931 vroeg Heiner Kuch samen met Heinrich Jacobi de eerste patenten aan voor de Leitschienenbahn (LSB). Na de oorlog ontwikkelde Kuch zijn plannen verder.
Dankzij de rubber banden zou de trein ook over gewone wegen, dus zonder geleiderail, kunnen rijden. Ook bij de Alweg-Bahn uit de jaren vijftig, een soortgelijk idee als de Leitschienenbahn, zouden de treinen over de weg kunnen rijden. Voordeel is dat je alvast met zo’n systeem kunt beginnen voordat er overal speciale banen zijn aangelegd.
Het idee was om een netwerk van snelle treinen aan te leggen. Maar van een groot netwerk is het nooit gekomen. Net als bij de Alweg-Bahn zijn de toepassingen beperkt gebleven tot korte trajecten, zoals bij de luchthaven van Frankfurt. In 1960 werd Kuch benaderd door een Arabische sjeik die een Leitschienenbahn door de woestijn wilde aanleggen, maar daar is later nooit meer wat van vernomen.
Heiner Kuch bedacht ook een manier om de geleiderail onder het wegdek aan te brengen, zodat andere voertuigen er geen last van hebben. De wielen onder het voertuig zijn hierbij schuin geplaatst en steunen door een gleuf in het wegdek tegen de geleiderail. Dit idee wordt toegepast bij ‘bandentrams’ zoals de Translohr.
Kuch bedacht verder een systeem waarbij een bus met behulp van horizontale wielen op de baan wordt gehouden. Ook dat idee wordt in de praktijk toegepast: de Spurbus (geleidebus).
Uitvinder en kunstschilder
Model en werkelijkheid
Onder het motto: waarom zou je twee rails gebruiken als een trein er maar één nodig heeft, zijn vele systemen ontworpen. Soms met succes, vaker echter raakte zo’n uitvinding snel weer in de vergetelheid. Echt lange trajecten zijn er nooit mee aangelegd, vanwege de enorme investeringen die nodig zijn om een speciale baan te bouwen. Liever vertrouwt men op de twee smalle staven waar treinen al honderden jaren over rijden, ook al vliegt daarbij weleens wat uit de bocht.
Nico Spilt
[printfriendly] |
BoekenAlle Achtung Peter. Vom “Adler” zur Leitschienenbahn. Door E.C. v. Bomhard en Heiner Kuch. Uitgave Blüchert-Verlag Stuttgart, 1953. Van dit boek bestaan twee versies, met en zonder stofomslag. Eisenbahnen Gestern – Heute – Morgen. Kleurenplaten en gedichten door Heiner Kuch. Uitgave Robert Zeise & Co, Regensburg, 1952. Op het omslag staat een afbeelding van de Leitschienenbahn (zie het artikel hiernaast). De NVBS-bibliotheek heeft deze boeken niet. Meer lezenInformatie over Heiner Kuch op Wikipedia. Wat krijg je als je een bus en een tram kruist? (NVBS Actueel, november 2017) Meer over monorailsystemen: www.nicospilt.com/monorail |