Nieuwe boeken en dvd’s
Recent verschenen boeken en andere publicaties uit het rijke aanbod van onze verenigingswinkel.
Treinen ontwerpen bij de Nederlandse Spoorwegen 1970-2015
Door Niels Greif. 304 blz. 24 x 34 cm. 700 kleurenillustraties. Uitgave: nai010 uitgevers. Artikelnummer: 014-0383. Prijs: € 39,95 (tot 15 april 2022).
Dit boek is onlangs verschenen. Het bevat een overzicht van alle 33 door NS Design ontworpen materieelprojecten en veel niet-gerealiseerde concepten. De uitgever schrijft er het volgende over:
Een miljoen Nederlanders stapt er elke dag in, zonder erover na te denken. De trein is echter niet alleen een wonder van techniek, maar ook van design, al lag dat een halve eeuw geleden wel anders. Tussen de comfortabele, geklimatiseerde, van wifi voorziene treinen van tegenwoordig en de sobere, technisch georiënteerde interieurs van toen ligt een wereld van verschil.
Treinen ontwerpen, geschreven door iemand die daarvan een halve eeuw lang zijn beroep heeft gemaakt, laat zien hoe design binnen de Nederlandse Spoorwegen uitgroeide tot een gezichtsbepalend bedrijfsonderdeel. Toen auteur Niels Greif in 1970 in dienst kwam bij NS Design, was het bouwen van treinen het exclusieve domein van ingenieurs. Dankzij de nieuwe disciplines design en marketing drong binnen het spoorbedrijf het besef door dat een trein meer is dan een langgerekt blik om passagiers te vervoeren.
Treinen ontwerpen is het complete verhaal van die ontwikkeling. Na drie inleidende hoofdstukken worden dertig materieelprojecten waarbij de auteur nauw betrokken was uitgebreid besproken. Een breed spectrum aan treinen passeert de revue, van de eerste Intercity’s tot de roemruchte en tragische Fyra – een trein die binnen de kortste keren van de rails werd gehaald, maar een toonbeeld is van goed design. Veel van de besproken treinen kent de treinreiziger uit eigen ervaring, maar ook niet-gerealiseerde ideeën, concepten en projecten komen aan de orde. Treinen ontwerpen bevat bovendien talrijke illustraties, verhalen en documenten die nooit eerder werden gepubliceerd. Het resultaat is het definitieve boek over treinontwerp.
Bestellen via de webshop (gratis verzending)
Boekpresentatie
Op zaterdag 7 mei 2022 wordt het boek door de auteur gepresenteerd in NVBS Centraal. Je kunt het boek dan ook laten signeren. Let op: de prijs van 39,95 euro geldt tot 15 april.
Motorlok i Sverige
Door Ulf Diehl & Lennart Nilsson, 288 blz., 21×30 cm, 123 zw/w-foto’s, 327 kleurenfoto’s, diverse tekeningen. Uitgave: Trafik-Nostalgiska Förlage (2021). Artikelnummer: 097-0526. Prijs: € 39,50.
De auteurs schrijven al meer dan 50 jaar boeken over Zweedse locomotieven en treinstellen. Dit boek bevat alle ‘motorloks’ die in Zweden rijden of hebben gereden. Onder ‘motorlok’ wordt door de auteurs verstaan: locs met drie of meer assen, voorzien van verbrandingsmotoren. Het boek beschrijft de locomotieven in min of meer chronologische volgorde, maar wijkt daar van af om vergelijkbare typen uit dezelfde periode bij elkaar te zetten.
Ik tel iets minder dan 100 locomotieftypen die in dit boek aan de orde komen. Het is dus niet gek dat de schrijvers jaren zijn bezig geweest met onderzoek. Maar ze hebben het zichzelf wel moeilijk gemaakt. Want door de voortschrijdende privatisering in Zweden kwamen er steeds meer buitenlandse locomotieftypen bij. Die worden allemaal besproken. Al bladerend door het boek ga je daarom twijfelen of het wel over Zweden gaat. Dat komt doordat van Zweedse private tweedehands series de volledige historie in lijstvorm wordt gegeven.
Na een inleiding en de zeer gevarieerde locomotieven voor WO II volgen de eerste naoorlogse diesels. In Zweden kiest men in eerst instantie voor Duitse typen van Esslingen en MaK. Die zijn gebaseerd op de bekende “Wehrmachtslok” en standaardmodellen van MaK. Ze worden uitgebreid besproken en afgebeeld, veelal in kleur.
Vanaf bladzijde 114 gaat het boek in op de Amerikaanse invloed op Zweedse hoofdlijndiesellocs. NOHAB bouwt ze op basis van licenties van GM. Met name voor Denemarken en Noorwegen, niet voor Zweden! Dit zijn de bekende ‘bolle neuzen’. Veel van deze locs komen tweedehands in Zweden terecht en daarom worden ze toch besproken. Bijvoorbeeld de DSB type MY, DSB nummers 1101-1159.
Na de historie volgt de nummerlijst voor de DSB met foto’s van de machine in Denemarken. Die wordt gevolgd door de lijsten van Zweedse bedrijven: TÅGAB, BSX, BSM Järnväg, etc. Totaal 14 bedrijven met een loc type MY. Met bijpassende foto’s in Zweden. Denk aan TÅGAB TMY 106 in Great Northern (V.S.) kleuren. Het boek bevat daardoor een groot deel van de geschiedenis van de bolle neuzen diesels. Maar dus alleen voor locs die in Zweden zijn gebouwd en ooit hebben gereden. De Belgische locs staan er niet in.
Na de ‘bolle neuzen’ volgen nog meer NOHAB locs op basis van de GM licenties. Nu gaat het (in Amerikaanse termen) om ‘roadswitchers’. Bij de SJ eerst als T4/T41, een zesassige draaistelloc. Later de veel lichtere Zweedse standaard lijnlocomotief: de T43.
Hierna volgen nog veel andere modellen, soms overgenomen uit het buitenland, zoals de NS 6400, soms speciaal ontwikkeld voor SJ of een ander Zweeds spoorwegbedrijf. Dan weer een standaardmodel van een fabrikant, zoals een Henschel voor de TGOJ. Telkens met lijsten en veel kleurenfoto’s.
Mijn collega’s in de winkel werden lyrisch van dit boek. Vooral, denk ik, vanwege de herkenbare ‘classics’ afgewisseld met bijzondere typen. Dus als u een liefhebber bent van ‘diesels’, dan is dit uw boek. Maar… voor de tekst is een goede kennis van het Zweeds noodzakelijk. De lijsten in dit boek zijn voor iedereen wel te volgen.
Bestellen via de webshop (gratis verzending)
SJ:s lokomotorer
Door Lars Olov Karlsson en Lennart Nilsson. 248 blz., 17×24 cm, 185 zw/w en 195 kleurenfoto’s. Enkele tekeningen. Uitgave: Stenvalls. Artikelnummer: 097-0523. Prijs: € 27,50.
De term “locomotor” voor een rangeerlocomotiefje met verbrandingsmotor wordt in veel landen gebruikt: Finland, Frankrijk, Nederland en Spanje en Zweden. In Zweden ging de ontwikkeling van locomotoren vrijwel gelijk op met Nederland. De eerste poging was in 1913, daarna werden Breuer-tractoren aangeschaft, die waren afgeleid van machines gelijk aan NS-locomotor 1.
De eerste echte locomotor type Zm (later Z) was uit 1927. Deze was voorzien van een Fordson-motor, zoals toegepast in (landbouw)tractoren. Wel met een dak voor de machinist of rangeerder, maar nog rondom open. Dat zal in Zweden niet te handhaven zijn geweest en later werden de locomotoren rondom van glas voorzien. Ze kregen daardoor wel het uiterlijk van een rijdend tuinhuisje.
Bij latere locomotoren werden de lage neuzen langer en soms zat het machinistenhuis niet meer in het midden, maar aan één kant. Laag gebouwd blijven de locomotoren meestal nog wel. Door de jaren heen gingen ze steeds meer op ‘echte’ locomotieven lijken.
Een doorbraak in ontwerp was de Z65 van de Zweedse fabrikant Kalmar Verkstad uit 1961 voorzien van Rolls-Royce-motoren en hydraulische overbrenging met cardanassen. Er werden 107 stuks van gebouwd. Een van de fraaiste locomotoren van Europa voorzien van eigentijdse kleuren. Alleen de neus deed meer aan een vrachtauto denken, zoals van Scania-Vabis uit die tijd, lang voordat Siemens hetzelfde deed. Daarna ging het met het uiterlijk van locomotoren trouwens weer hard achteruit: een hoekige high-tech ‘look’ was nu in de mode.
De auteurs beschrijven meer dan 70 verschillende Zweedse locomotoren, totaal 630 locomotieven. Er wordt begonnen met een historische inleiding gevolgd door een hoofdstuk over de krachtoverbrenging: van mechanisch, naar hydraulische en hydrostatische overbrenging, toegelicht met schema’s. Het grootste deel van het boek behandelt de normaalspoorlocomotoren, serie Z tot en met Z70. Vanaf bladzijde 164 komen de smalspoorlocomotoren aan bod.
Alle wijzigingen en eigendomswisselingen worden beschreven in gedetailleerde lijsten achterin het boek. Foto’s zijn afwisselend in zwart-wit en kleur. Technische gegevens staan in een klein blokje apart vermeld. Net als bij het hierboven beschreven boek is kennis van het Zweeds nodig. Als u beide boeken koopt, heeft u een compleet overzicht van Zweedse locs met verbrandingsmotoren. Dat zal geen toeval zijn, want een van de auteurs was betrokken bij beide werken.
In de NVBS-bibliotheek
De Sik – 75 Jaar: NS Locomotoren door de jaren heen door Stichting De Locomotor
Beschrijving DE-lok serie 200, uitgave NS (1947)
Rangertraktorer door John Poulsen
Gruppo E428 – Le grandi Locomotive Italiane
Door Andrea Rissone & Mario Moisio. 240 blz., 24×31 cm., 160 kleuren- en 127 zw/w-foto’s. Veel tekeningen en schema’s. Uitgave: Duegi Editrice. Artikelnummer: 155-0125. Prijs: € 49,00.
In de jaren 20 van de vorige eeuw werd besloten de elektrificatie van het Italiaanse spoorwegnet met draaistroom niet verder uit te breiden. De FS koos voor 3000 volt gelijkspanning en de eerste prioriteit was een manusje-van-alles. Dat werd de locserie E625/E626. Deze zesassige locomotief lijkt een draaistellocomotief maar is dat niet. De middelste twee assen zitten vast in het frame en de ‘draaistellen’ zijn eigenlijk bissel-stellen met het draaipunt in datzelfde frame. Voor sneltreinen was de E626 niet geschikt. Daarvoor waren toen nog aangedreven wielen met grote diameter nodig.
Andere landen (Zwitserland, Frankrijk) kozen vaak voor een vast frame en Italië eerst ook: de E326. Maar bij het gewenste vermogen waren vier aangedreven assen nodig plus loopassen. Dat werd de E428: een 19 meter lange loc met twee draaistellen van vier assen. Elk draaistel had twee drijfwielen van 1880 mm voorzien van vier motoren. Er waren uiterlijke varianten: de eerste variant met een rechthoekige neus, de tweede met enigszins gestroomlijnd model en de laatste met verticaal afgerond model. Uiteindelijk werden er tussen 1934 en 1943 liefst 242 stuks gebouwd. Daarna hadden de Italianen wel iets anders aan hun hoofd.
Dit boek is een gedetailleerde beschrijving van dit Italiaanse locomotieftype: met hoofdstukken over de historische ontwikkeling, het mechanische deel, het elektrische deel, de bediening en de exploitatie. De depotverdeling door de jaren heen is in dat deel te vinden. Aan het einde van het boek staat de nummerlijst.
De meeste exemplaren gingen eind jaren 80 buiten dienst, een paar haalden 1990 nog. Acht machines zijn bewaard gebleven. Het boek is zeer ruim voorzien van tekeningen en foto’s in kleur en zwart-wit. Soms zijn de tekeningen zeer gedetailleerd, soms zijn ze ingekleurd. De foto’s lopen uiteen van details en interieurs van de loc, vaak in kleur tot klassieke zwart-witfoto’s van de loc met lange treinen van zo’n 15 rijtuigen.
Ook de minder geslaagde poging tot het toepassen van (weer) een nieuw FS-kleurenschema als vervanging van het klassieke kaki wordt afgebeeld, onder andere voor een lange trein met Interfrigo-koelwagens. De lengte van de loc wordt duidelijk bij de foto van de gang langs de machineruimte, die voornamelijk is gevuld met pakketten weerstanden. In een gekleurde tekening is goed te zien hoe de weerstanden boven de wielkasten van de drijfwielen zijn gelegen. De inrichting van de cabines voldoet niet aan de huidige normen, maar na het lezen van dit boek rijdt u zo met deze loc weg!
Het is geen wonder dat modelspoorfabrikant Rivarossi al in de jaren 60 met een model kwam van de E428 (tweede versie). Dat zal toen geen sinecure zijn geweest. Menig modelbouwer zal er bewonderend naar hebben gekeken maar de loc niet hebben gekocht. Voor de liefhebbers van klassieke elektrische tractie komt Duegi nu dus met dit grote boek over een indrukwekkende locomotief. Wie nu spijt heeft dat hij dit model niet heeft gekocht, kan dit prachtige boek aanschaffen.
Bestellen via de webshop (gratis verzending)
In de NVBS-bibliotheek
E.326 – E.428 door Claudio Pedrazzini
Swiss Steam Locomotives since 1900
Door Martin Fisher. 222 blz., 22×30 cm., 390 zw/w- en 150 kleurenfoto’s. 118 tekeningen. 16 kaarten. Artikelnummer: 164-0236. Uitgave: Swiss Railway Society. Prijs: € 49,50.
In Zwitserland zijn 1585 stoomlocomotieven gebouwd in 94 verschillende series met 13 asindelingen. Dit is exclusief industrielocomotieven. Bron: het ‘Moser’-boek, zogenoemd vanwege de lange titel Der Dampfbetrieb der schweizerischen Eisenbahnen. Ein abschliessendes umfassendes Werk über sämtliche Dampflokomotiven der schweizerischen Eisenbahnen van Alfred Moser. Eerst verschenen in 1923, maar toen met een andere ondertitel: Eine geschichtlich-technische Darstellung der Entstehung und Entwicklung der Dampflokomotive in der Schweiz.
De laatste uitvoeringen zijn van 1975 en een herdruk van 2006. Hiervoor worden soms astronomische bedragen gevraagd (> € 200). Het ‘Moser’-boek is vooral een technische beschrijving van de locs. Exploitatie komt beperkt aan de orde. Het is een veel gezochte titel en niet iedereen zal het boek bij de hand hebben. Voor Engelse liefhebbers is de taal (Duits) mogelijk een bezwaar, voor Nederlandse stoomfans waarschijnlijk niet.
Wat is dan de meerwaarde van dit Engelse boek over het onderwerp? Het heeft naar verhouding veel meer foto’s en tekeningen. Van de bewaarde (museum) locomotieven zijn er mooie kleurenfoto’s, iets wat bij Moser amper een optie was. Maar in het Engelse boek staan tekeningen en foto’s soms in kolombreedte, waardoor ze wel erg klein worden afgedrukt.
Martin Fisher heeft gekozen voor indeling in de volgorde: normaalspoor, smalspoor en tandradlocs. Vervolgens per bedrijf in volgorde van de nummering. Aan elke indeling van een dergelijk veelomvattend onderwerp kleven nadelen. Ook bij ons eigen ‘Waldorp’-boek over de Nederlandse stoomlocomotieven is in een latere druk daarom gekozen voor een wijziging van de indeling. Voordeel van de behandeling per bedrijf in het Engelse boek is dat telkens een korte historische inleiding over het lijnennet van het bedrijf wordt gegeven, vaak met kaart. Zelf was ik met dit deel van de Zwitserse spoorweghistorie niet zo bekend, dus dit vind ik een welkome aanvulling.
Ten slotte: in het boek van Fisher worden afmetingen van locomotieven in het verhaal genoemd. Heel gebruikelijk in Engelse boeken over locomotieven, vooral in het verleden, maar ik ben al snel geneigd dit deel van de tekst over te slaan.
Het is fijn dat de SRS een nieuw, eigentijds en goed verkrijgbaar boek heeft uitgegeven over dit onderwerp. De Zwitserse spoorweg-prehistorie is bijzonder boeiend. Als u meer diepgang wilt, moet u toch op zoek gaan naar het ‘Moser’-boek. Bijvoorbeeld in de NVBS-bibliotheek. Misschien is het ook interessant u te verdiepen in compound-locomotieven. Die waren voor Zwitserland van groot belang omdat alle kolen moesten worden geïmporteerd.
Bestellen via de webshop (gratis verzending)
In de NVBS-bibliotheek
Der Dampfbetrieb der Schweizerischen Eisenbahnen (ein abschliessendes, umfassendes Werk über sämmtliche Dampflokomotiven der Schweizerischen Eisenbahnen 1847-1966) door Alfred Moser
Compound locomotives door J.T. van Riemsdijk
Swiss Railway Society
Een artikel over de Swiss Railway Society (SRS) stond in december 2020 in NVBS Actueel.
Leo de Jong
[printfriendly] |
Uit de winkelIn deze rubriek bespreekt Leo de Jong boeken, dvd’s en andere publicaties die recent zijn toegevoegd aan het aanbod van de winkel van de NVBS. Ben je lid van de NVBS, dan kun je deze zaken kopen in de winkel in Amersfoort. Maar je kunt ze ook thuis laten bezorgen, want onze webshop is dag en nacht, zeven dagen per week geopend. Vanaf 30 euro is de verzending gratis. Over de winkelAlgemene informatie Steun de NVBS met je aankoopDoor je boeken en dvd’s bij de NVBS te kopen steun je jouw vereniging zonder dat je er meer voor betaalt dan bij andere boekwinkels. |