Een geschiedenis in zeven verhuizingen

De geschiedenis van de “Mijlpaal” in Mechelen

In een vorig artikel beschreef Frits van Buren de geschiedenis van station Mechelen. Deze keer gaat hij nader in op het bijzondere monument dat in 1835 werd opgericht en dat hier, na zeven verhuizingen, nog steeds staat.

De “Mijlpaal” in Mechelen als aftelpunt voor de Belgische spoorlijnen werd op 5 mei 1835 ingewijd. Dat gebeurde na aankomst van de eerste trein in België van Brussel naar Mechelen. Maar deze “Mijlpaal” was zeker niet het eerste aftelpunt ter wereld. Toen keizer Augustinus in 20 v. Chr. van de Romeinse senaat de opdracht kreeg om te zorgen voor het onderhoud en de aanleg van rijkswegen, richtte hij in het Forum een marmeren zuil op, die het beginpunt moest aangeven van waar alle wegen van het Romeinse rijk vertrokken. Ook op andere plaatsen werden mijlpalen gebruikt.

Het eindpunt van de nog enkelsporige spoorlijn in Mechelen was in eerste instantie aan de zuidoever van de Leuvense vaart gelegen. Daar werd ook een houten dienstgebouw gebouwd voor de verkoop van kaartjes. Bij dit tijdelijke station werd op 6 april 1834 een noodbrug op bootjes over de Leuvense vaart gelegd. De reizigers konden zich vasthouden aan een houten leuning. De eerste paal voor een gietijzeren enkelsporige draaibrug over het kanaal werd geslagen op 3 september 1835 en de brug werd voltooid in april 1836.

Mechelen in 1835. Het linker gedeelte van de keerdriehoek was het begin van de op 2 januari 1837 geopende spoorlijn van Mechelen naar Dendermonde.

Details van de Mijlpaal (links) en de eerste plaats van 1835-1838 (rechts).

De arduinen (hardstenen) Mijlpaal werd opgericht op het perceel nr. 73, vlakbij nr. 75 van het kadastrale plan sectie D in Mechelen. Daar was ook het eerste station gepland. In de fundering en de basis werd een vierkante koker uitgespaard met daaronder een bergruimte van 40 x 40 x 30 centimeter. Deze werd met twee arduinen blokken afgesloten: één in de fundering en één in de basis. Zo kon men op 5 mei 1835 eerst historische voorwerpen in de bergplaats leggen, vervolgens deze met de twee sluitblokken afsluiten en tenslotte de gedenkzuil er boven op plaatsen. Die historische voorwerpen werden in twee hermetisch gesloten loden kistjes gelegd: het eerste bevatte een gedenkpenning en muntstukken en in het tweede lagen vijf metalen platen waarin het proces-verbaal van de plechtigheden gegraveerd stond.

Met het oog op de groei van het Mechelse stationscomplex werd de Mijlpaal op 25 april 1838 verplaatst van 34 naar 80,8 meter afstand van het middelpunt van het eerste stationsgebouw. Ook kwam begin 1843 een tweede tweesporige brug over de Leuvense vaart gereed, terwijl de enkelsporige brug in 1865 door een tweesporige brug werd vervangen.

Door de verdere groei van het stationscomplex werd de Mijlpaal in 1878 van de nullijn verwijderd en op haar derde standplaats tussen de omheining van het station en het houten Saxby seinhuis bij de noordoever van de Leuvense vaart geplaatst.

De derde plaats van de Mijlpaal (1878-1892).

Op 9 mei 1892 ontstond door de ontploffing van een lamp brand in het benedengedeelte van dit seinhuis dat vervolgens geheel uitbrandde. Ook de Mijlpaal raakte beschadigd en moest gedeeltelijk vervangen worden. Van deze gelegenheid werd ook gebruik gemaakt om de Mijlpaal weer te verplaatsen. Ook werden weer loden kistjes geplaatst met respectievelijk munten, de metalen platen waarin het proces-verbaal van de plechtigheden op 5 mei 1835 gegraveerd stond, en perkamenten van de oprichting op 5 mei 1835 en van de verplaatsingen in 1878 en 1893. Rond 1925 werd het seinhuis verplaatst naar een locatie vlak bij de Mijlpaal.

De Mijlpaal op de vierde plaats.

De Mijlpaal met op de achtergrond het tweede station (1888-1956). Foto uit: H.G. Hesselink, Gent-Terneuzen en Mechelen-Terneuzen – 1865-1948.

De Mijlpaal naast het elektrische seinhuis (1925-1959). Dit elektrische seinhuis was een unicum: de wissels en seinen waren wel elektrisch, maar de bediening was nog wel mechanisch (systeem Theysbaert). Hierbij werden de wissels en seinen elektrisch bediend door de bediening van krukken die mechanisch waren gekoppeld.

Na WOII moesten de bruggen over de Leuvense vaart hersteld of vernieuwd worden hetgeen ook gevolgen had voor de Mijlpaal. In juni 1957 werd de Mijlpaal voor de vierde maal verhuisd naar het Arsenaal en de historische inhoud ging naar het toenmalige spoorwegmuseum in het station Brussel-Noord.

Het Arsenaal in Mechelen is het gebied dat ten oosten van het station gelegen is. De Belgische Staatsspoorwegen vestigden er vanaf 1835 hun centrale werkplaats. Deze werkplaats heette al snel “Het Arsenaal”. De verklaring voor deze benaming is dat een eerste voorlopige spoorwegwerkplaats werd ondergebracht in een oud dominicanenklooster, dat sedert de Franse Revolutie omgevormd was tot infanteriekazerne en wapenarsenaal. Ook op de nieuwe locatie werd het werk aanvankelijk verricht door werkkrachten uit deze legerwerkplaats. Al snel werd naar de Centrale Werkplaats verwezen met de benaming “arsenaal” en “arsenaalmannen”.

In het spoor van de spoorwegindustrie vestigden zich verschillende andere industrieën rond deze werkplaatsen. Soms hadden deze een directe band met de spoorwegen, zoals de tram- en spoorwegconstructeur Ragheno, die zich ten zuiden van de werkplaatsen vestigde.

Het Arsenaal in Mechelen. Bron: Google Maps.

In 1959 werd de Mijlpaal teruggeplaatst onder aan het bruggenhoofd van de Vierendeelbruggen op hoek van de Vaartdijk met de Postzegellaan.

De zesde plaats onder aan het bruggenhoofd van de Vierendeelbruggen van 1959-1980.

De zesde plaats van de Mijlpaal van 1959-1980.

Ook dat was niet de laatste verhuizing. In 1980 werd de Mijlpaal verplaatst naar het Koning Albertplein voor het station en in 1998 werd de Mijlpaal daar op de huidige gemetselde constructie geplaatst. Bij de verplaatsing in 1980 werd een merkteken aangebracht in de vloer naast de lokettenhal van het derde station op de plaats waar de Mijlpaal in 1835 onthuld werd. Omdat de achtereenvolgende stations steeds verder in de richting van de eerste plaats van de Mijlpaal gebouwd werden kwam dit punt in de vloer naast de lokettenhal van het derde station van Mechelen terecht.

Merkteken in de vloer naast de lokettenhal van het derde station van Mechelen op de plaats waar de Mijlpaal in 1835 onthuld werd. Foto: Smiley.toerist, WikiMedia.

Overigens waren al deze verhuizingen van de Mijlpaal geen peulenschil: de fundering weegt 30 ton en de arduinen Mijlpaal 25 ton!

Eind oktober 2024 was de standplaats van de Mijlpaal door de werkzaamheden aan het nieuwe station niet erg florissant. Wel is er een onderdeel dat niet erg de aandacht trekt, maar wat wel een verklaring behoeft: de op de bol aanwezige koperen pin. Het koperen punttopje staat 12,8 meter hoog. Op 21 juni is de schaduw ervan op de rotonde 6,7 meter verwijderd van het middelpunt van de kolom en op 21 december 46 meter.

De Mijlpaal op het Koning Albertplein op 25 oktober 2024 (links) en de koperen pin (rechts). Foto’s: Frits van Buren.

Op een bij het station aangebrachte ontwerptekening van begin november 2024 van het toekomstige stationsplein in 2030 staat de Mijlpaal wel afgebeeld, maar nu zonder de bakstenen constructie. Vermoedelijk zal dat de achtste verplaatsing naar de negende plaats inhouden.

Ontwerptekening van begin november 2024 van het toekomstige stationsplein in 2030. Foto: Frits van Buren.

De auteur kan zich heel goed voorstellen dat u als lezer de draad kwijt raakt. Daarom nog een tabel met de “verhuizingen” en de standplaatsen.

verhuizing jaar plaats locatie
1835 1 34 m van middelpunt van eerste stationsgebouw
1 1838 2 80,8 m van middelpunt van eerste stationsgebouw
2 1878 3 Bij Saxby-seinhuis
3 1892 4 Aan rand van het stationsterrein
4 1957 5 Arsenaal
5 1959 6 Onder Vierendeelbrug
6 1980 7 Koning Albertplein – maaiveld
7 1998 8 Koning Albertplein – gemetselde constructie
8 2030? 9 Stationsplein na reconstructie – maaiveld

Het is in ieder geval bijzonder dat dit gedenkteken dan 195 jaar met (inmiddels) zeven verplaatsingen min of meer gekoesterd wordt.


Frits van Buren


Bronnen

M.G.C. Rogier, Bijdrage tot de Geschiedenis van de Belgische Spoorwegen te Mechelen, 2de druk, 1959. Dit is een zeer uitvoerige (155 blz.) beschrijving van de interactie tussen Mechelen en de Belgische spoorwegen.

De zwart-witfoto’s en tekeningen komen uit J. Goossens, De Mijlpaal van de Belgische spoorwegen te Mechelen: Betekenis en historiek, 2de druk, De Mijlpaal, Mechelse vereniging voor Spoorweghistoriek, Mechelen, 1986. NVBS-bibliotheek, plaatsnummer: Ka-410.008 (uitlening onder voorwaarden)


Aftelpunten in andere landen

België is uniek door het feit dat één aftelpunt is gebruikt: Mechelen gold als nulpunt van de Belgische spoorwegen. De afstand werd vanaf daar tot aan de nieuw aan te leggen stations in mijlen gemeten.

In Frankrijk worden de afstanden gerekend vanaf het Parijse station van de vroegere maatschappijen. Zo bevindt het aftelpunt van de oude lijn naar Lille zich in het Gare du Nord in Parijs. Maar voor de oude lijn Parijs-Straatsburg bevindt het aftelpunt zich in het Gare de l’Est. Het originele bord uit het bouwjaar 1849 van het Gare de l’Est bevindt zich thans aan de midden van de Hall Alsace aan de linkerkant van het Gare de l’Est.

Het nul-kilometerbord van de oude lijn Parijs-Straatsburg.

Het midden van het station York in Groot-Brittannië geldt als Zero Post (nulpunt) van tien lijnen van de toenmalige North Eastern Railway. Dit is een replica van de oorspronkelijke mijlpaal. Foto: Nico Spilt, 2008.

In Nederland doen we niet aan dit soort monumenten. Langs het spoor staan om de 100 meter hectometerpaaltjes. De nummering begint meestal bij een groot station. Zo is Utrecht Centraal het nulpunt van de spoorlijn naar Den Bosch. Maar niet van de spoorlijn naar Arnhem (links op de foto), want de nummering daarvan begint in Amsterdam; Utrecht ligt van daaruit bij kilometer 35. Foto: Nico Spilt, 2004.