Eelektrische locomotieven verbreken het wereldrecord
Maart 1955: de SNCF rijdt 331 km/uur
70 jaar geleden behaalden twee Franse elektrische locomotieven snelheden tot 331 kilometer per uur. Daarmee werd een record verbroken dat jarenlang op naam stond van een Britse stoomlocomotief: de “Mallard” van de LNER die op 3 juli 1938 ruim 202 km/h reed. Frits van Buren gaat in dit artikel in op de Franse snelheidsproeven uit maart 1955.
De Société Nationale des Chemins de fer Français (SNCF) bestelde op 20 december 1946 twee zesassige prototypes (CC 7001 en CC 7002 van 102 ton) die ontwikkeld waren door de Franse treinenbouwer Alsthom. Dit paste in de toenmalige ontwikkeling naar lichtere locomotieven, die daardoor onder andere geringere krachten op het spoor uitoefenden. Tot dat moment waren in Frankrijk voor zware treinen over grote afstanden zware elektrische locomotieven met vier drijfassen en twee tweeassige draaistellen (asindeling 2D2) in gebruik. De laatste vertegenwoordiger daarvan was de serie 2D2 9100 met een gewicht van 144 ton.
De CC 7001 en CC 7002 werden respectievelijk in april 1949 en november 1949 geleverd. De definitieve serie CC 7101-7158 werd tussen 1950 en 1952 gebouwd door de fabrikanten Alsthom en de groep Fives-Lille (FVL) / Compagnie Électro-Mécanique (CEM). Het uiterlijk was ontworpen door Paul Arzens, die ook bekend is van het ontwerp van de nez-cassé-locomotieven, zoals de BB 7200 waarvan onder andere de NS-series 1600 en 1700 zijn afgeleid.
Snelheidsproeven
In 1954 werden snelheidsproeven gehouden tussen Dijon en Beaune met de ongewijzigde CC 7121 met drie rijtuigen. Na een aantal stappen met een steeds hogere snelheid werd op 21 februari 1954 uiteindelijk een snelheid van 243 km/h bereikt. De CC 7100-en waren ontworpen voor 160-175 km/h, eventueel 200 km/h.
Na een reeks proeven met stroomafnemers om de afname van grote stromen te onderzoeken kwam een topsnelheid van meer dan 300 km/h in zicht. Het rechte baanvak Lamothe – Morcenx met een lengte van 47 km ten zuiden van Bordeaux werd het terrein voor deze proeven.
Twee locomotieven werden daarvoor uitgekozen: de zesassige 107 ton zware CC 7107 en de vierassige lichtere (80 ton) door de Socíété Materiel de Traction Électrique (MTE) gebouwde BB 9004. Een belangrijk verschil was dat bij de CC 7107 de draaistellen met de locomotief waren verbonden met twee centrale elastische bevestigingen die de trekkrachten overbrachten en een draaiing mogelijk maakten. Bij de BB 9004 hadden de zogenaamde Jacquemin-draaistellen geen eigenlijk draaipunt en werden de krachten van het draaistel overgebracht naar de locomotief met laagliggende stangen (in het Duits: Tiefanlenkung).
Verder werden enkele speciale maatregelen getroffen waaronder:
- Verhoging van de bovenleidingspanning van 1500 V naar 2000 V.
- Een andere overbrengingsverhouding van de aandrijving van de locomotieven.
- Afdichting van de openingen tussen locomotief en de rijtuigen en tussen de drie rijtuigen onderling.
- Het aanbrengen van een gestroomlijnde observatie-cabine aan het achterste rijtuig.
- Het aanbrengen van roosters voor de voorruiten.
Beschadigde stroomafnemers
Op 28 maart 1955 aan het begin van de middag bereikte de CC 7107 een snelheid van iets boven 319 km/h. Positief was dat de ligging bij deze snelheid onberispelijk was. Helaas leidde deze snelheid wel tot ernstige beschadiging van de aandrijving en een gesmolten sleepstuk van de stroomafnemer.
De volgende dag bereikte de BB 9004 een snelheid van 331 km/h. Bij 300 km/h moest de achterste door de hoge stroomsterkten beschadigde stroomafnemer neergelaten worden en de voorste opgezet worden. En over een afstand van 500 meter was het spoor ernstig vervormd.
De problemen met de stroomafnemers kwamen voort uit de lichte constructie van de bovenleiding van de Compagnie des Chemins de fer du Midi (een voorloper van de SNCF) met zijn typische spitsboogvormige bovenleidingmasten.
Omdat de SNCF geen van beide fabrikanten Alsthom en MTE wilde benadelen werd voor beide locomotieven de bereikte snelheid op 331 km/h vastgelegd, hoewel de CC 7107 dus ‘maar’ 319 km/h had gereden.
Op YouTube staan twee video’s over deze recordpogingen: Record vitesse sur rail SNCF 1955 – Part 1 en Record vitesse sur rail SNCF 1955 – Part 2. Deze laten ook de vlamboogvorming ter hoogte van de bovenleidingmasten zien.
Verder werden in 1955 duurproeven uitgevoerd, waarbij de CC 7147 in juli 1955 een afstand aflegde van 63.426 km in 31 dagen.
Naar het museum
De CC 7107 werd op 21 december 1999 uit dienst genomen na een totale afstand van 8.498.814 km in 47 jaar (een gemiddelde afstand van 495 km per dag). De CC 7107 en BB 9004 staan thans in het spoorwegmuseum Cité du Train in Mulhouse.

De CC 7107 en daarachter de BB 9004 in het spoorwegmuseum Cité du Train in Mulhouse op 5 augustus 2013. Foto: Frits van Buren.

Loc BB 9004 vanaf de andere kant in het spoorwegmuseum Cité du Train in Mulhouse op 28 april 2016. Foto: Alf van Beem.
In 1989 bezocht de CC 7107 Nederland ter gelegenheid van 150 spoorwegen. Daarbij maakte deze locomotief met Belgische rijtuigen ook een aantal ritten door Nederland.

Loc SNCF CC 7107 passeert met Belgische rijtuigen het station Woerden op 22 juli 1989. Foto: J.A. Bonthuis, beeldbank NVBS.
Frits van Buren
ReferentiesD. Redoutey, Les CC 7100, Les premières électriques universelles, 2003, La Vie du Rail, Paris, blz. 44-51 (NVBS-bibliotheek plaatsnummer Sm-500.102). Le Train, Les CC 7100, Publitrains eurl, Betschdorf, Spécial 49, 1/2007. Le Train, Les BB Jacquemin, Publitrains eurl, Betschdorf, Hors serie, 3/95. Meer Franse e-locsSNCF-loc 8051 in NVBS Actueel, november 2023. SNCF-loc CC 6052 in NVBS Actueel, oktober 2024. |
Record verbrokenPas 51 jaar later, op 4 september 2006, werd het uit 1955 stammende record verbeterd. 0p 4 september 2006 brak elektrische locomotief 1216.050 van Siemens samen met een meetrijtuig op de Neubaustrecke Ingolstadt – Nürnberg tussen Kindling en Allersberg het wereldsnelheidsrecord voor locomotieven. De machine, voor de gelegenheid in een donkergrijze kleur geschilderd, deed twee pogingen en de eerste keer werd het oude record uit 1955 van 331 km/u gebroken: 344 km/h. Tijdens de tweede rit bereikte de Taurus een snelheid van 357 km/h. De locomotief had geen grote aanpassingen ondergaan voor de recordpogingen: slechts de ruitenwissers waren verwijderd en een van de pantografen was vervangen door een meetexemplaar. Om de ritten meer cachet te geven waren in Kindling enkele locomotieven bij elkaar gebracht, waaronder de BB 9004 en CC 7107 van de SNCF. Er is ook een video van deze recordritten.
Bron: Op de Rails, oktober 2006, blz. 419. |
Meer recordsIn dit artikel gaat het over snelheidsrecords door locomotieven. Maar voor echt spectaculaire snelheden moeten we terecht bij treinstellen en bijzondere systemen zoals magneetzweeftreinen. Klik hier voor een overzicht door de eeuwen heen.
|