Een andere kijk op de voorgangers van de Transports Publics du Chablais (TPC)

Smalspoorromantiek en kleurrijke kaartjes rond Aigle

Marco Moerland beschrijft beknopt de geschiedenis van de Zwitserse smalspoorlijnen vanuit Aigle en Bex aan de hand van vervoerbewijzen, prentbriefkaarten, historische foto’s en … een wijnetiket uit zijn verzameling.

Tram of trein?

De grenzen tussen tram en trein zijn in Zwitserland vaak vaag. Bedrijven die oorspronkelijk een sterk tramkarakter hadden, ontwikkelden zich in sommige gevallen tot vrij zware lokaalspoorlijnen. Tegenwoordig zijn we getuige van een tegengestelde tendens omdat lokaalspoorlijnen nieuw tramachtiger materieel in dienst stellen. Op veel plaatsen in het land is het niet ongebruikelijk dat de spoorbaan in de berm van de weg ligt en in sommige gevallen rijden zware lokaalspoortreinen zelfs midden over straat! Deze ambivalentie geldt niet alleen voor tracering en rollend materieel maar ook voor de vervoerbewijzen. Bij de drie smalspoorlijnen vanuit Aigle en bij de smalspoorlijn vanuit Bex werden zowel spoorse Edmondson-kaartjes als trambiljetten uitgegeven. De in totaal vier smalspoorbedrijven zijn de:

  • Chemin de fer Aigle-Leysin (AL),
  • Chemin de fer Aigle–Sépey–Diablerets (ASD)
  • Chemin de fer Aigle-Ollon-Monthey-Champéry (AOMC)
  • Chemin de fer Bex–Villars–Bretaye (BVB)

De smalspoorlijnen vanuit Aigle en Bex in 2020. Bron: Map data (c) OpenStreetMap (and) contributors, Wikipedia.

De geschiedenis in een notendop

Vanaf het jaar 1900 werd het steeds drukker op het voorplein voor het spoorwegstation in Aigle. Vanaf 5 mei 1900 reden de tweeassige trammetjes van de Chemin de fer Aigle-Leysin van het station naar het Grand-Hôtel. Bij het depot aan de rand van de stad werd aansluiting gegeven op het 5,3 kilometer lange tandradtraject naar Leysin. In 1907 volgde de opening van de Chemin de fer Aigle-Ollon-Monthey (AOM). Tenslotte begon in 1914 de Chemin de fer Aigle–Sépey–Diablerets (ASD) haar diensten naar het hoog op de alpenweide gelegen bergdorp Les Diablerets. Deze lijn was vooral op het toerisme en de wintersport gericht. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog veroorzaakte vrijwel onmiddellijk na de opening grote problemen. Het toerisme zakte in en de onderneming kwam gelijk in zwaar weer terecht. De geplande uitbreiding over de Pillon-pas naar Gstaad met aansluiting op de smalspoorlijn van de Chemin de fer Montreux Oberland bernois (MOB) bleef uit en werd uiteindelijk nooit gerealiseerd. Van de drie smalspoorondernemingen zou vooral de ASD voortdurend geplaagd blijven door moeizame bedrijfsresultaten en de dreiging de exploitatie te moeten staken.

Wonderwel hebben alle drie de smalspoorlijnen zich tot op de dag van vandaag weten te handhaven. In 1999 vond de fusie plaats van de drie smalspoorondernemingen AL, AOMC en ASD vanuit Aigle en de BVB vanuit Bex tot Transports Publics du Chablais (TPC). Peter de Winter en Frank van Setten berichten er over in het maartnummer van Op de Rails.

Gemoedelijk bijeen

Op het stationsplein van Aigle staat het smalspoormaterieel van de drie bedrijven gemoedelijk bijeen. Het personeel geniet nog van een kop koffie in het Café des Petits Trains dat rechts op de foto te zien is. Van links naar rechts staan AL 203, goederenwagen 44, ASD 1, tweeassige rijtuigen van de AOMC en de gecombineerde tandrad- en adhesiemotorwagen 12 van de AOMC. Foto: Hans Oerlemans, 1 mei 1967.

Loketverkoop

Op de grote spoorstations maar ook op stationnetjes langs de smalspoorlijnen werden kartonnen Edmondson-kaartjes verkocht. Het linker kaartje is in 1929 in Lausanne verkocht voor een rit per normaalspoortrein naar Aigle en aansluitend met de smalspoortrein van de ASD naar Les Diablerets. Het gehalveerde kaartje is tegen gereduceerde prijs verkocht waarna er nog eens half tarief gerekend is voor bijvoorbeeld het kindertarief. Van alle drie de smalspoorbedrijven vanuit Aigle zijn een of meer kaartjes afgebeeld.

Door de komst van de drie smalspoorlijnen was het een vrolijke smalspoordrukte op het stationsplein van Aigle. De treinen van de drie maatschappijen vertrokken in verschillende richtingen vanaf het voorplein. In bijna alle straten rond het station lagen sporen in de straat. Rond vertrek- en aankomsttijd klonk het vrolijke gefluit van de smalspoortreinen uit alle hoeken van het stadje. Omdat de AOMC een blokje rondreed en het stationsplein vanaf de andere kant benaderde dan de treinen van de ASD kruisten de treinen van die twee ondernemingen elkaar haaks nabij het station.

In afwachting van aankomst en vertrek werden in het “Buffet de la gare Aigle” en het “Café des Petits Trains” goede glazen Waadtlander wijn en schuimende pullen bier geschonken. Dat alles onder het genot van grote zwart-witfoto’s uit de openingsjaren van de smalspoorlijnen! Ook het personeel van de smalspoorlijnen was gedurende het stationsoponthoud vaak in een van de twee etablissementen te vinden.

AL – Lokaal en bergopwaarts

Op deze prentbriefkaart van rond 1930 staat voor reizigers die met de trein in Aigle aankomen tramrijtuig Ce2/2 1 gereed voor de stadsrit naar het Grand-Hôtel. Het tramrijtuigje zal gevolgd worden door het gecombineerde adhesie- en tandradmotorrijtuig BCe1/4 41 naar Leysin.

AL – Goede wijn behoeft geen krans

Toen de smalsporige tandradlijn Aigle – Leysin in het jaar 1900 werd aangelegd, moest er grond in het wijnbouwgebied aangekocht worden. Omdat het bij wet verboden was om wijnbouwpercelen op te splitsen kwam de spoorwegmaatschappij in het bezit van goede wijnbouwgrond direct naast de spoorlijn. Gedurende vele jaren werden de druiven in het najaar door het spoorwegpersoneel geoogst. De wijn werd aan het personeel en aan relaties aangeboden. Bij het 75-jarige bestaan in 1975 is zelfs een speciaal jubileumetiket voor de wijn ontworpen. Als achtergrond is het kasteel van Aigle te zien; daarin is tegenwoordig het wijnbouwmuseum gevestigd.

 ASD – Lokale bewoners

Het basistarief voor bergspoorlijnen is vanwege de dure infrastructuur en de omvangrijke exploitatiekosten meestal hoog. Voor lokale bewoners geldt in Zwitserland een gereduceerd tarief op vertoon van een legitimatiebewijs. Tarief 612 duidt dit tarief aan. In dit geval voor een tegen gereduceerd tarief verkochte kaart voor tien heen- en terugritten met de ASD tussen Le Sépey en Les Diablerets.

ASD –  “Rebroussement”

ASD-motorwagen 12 uit het openingsjaar 1913 verlaat de “Spitzkehre” van Le Sépey bij Les Planches en vervolgt de tocht naar Aigle. In de Franse taal heet een “Spitzkehre” een “Rebrousssement”. Hans Oerlemans fotografeerde het tafereel op 19 juli 1961.

ASD – Met of zonder korting

In de treinen van de ASD werden door de conducteurs onderweg biljetten verkocht aan reizigers die op niet bediende haltes waren ingestapt. Door het knippen van de vakjes met de tariefcodes 612 of 639 kon aangegeven worden of de reiziger recht had op reductie. Het biljet is in 1985 gebruikt.

ASD – Automaat

Ondanks dat de kartonnen Edmondson-kaartjes in Zwitserland nog lang in gebruik zijn gebleven, vond er parallel aan de loketverkoop distributie van plaatsbewijzen vanuit automaten plaats. De firma Ascom-Autelca leverde grote aantallen kaartjesautomaten aan de meeste vervoerbedrijven in het land. Dit is een doorgaand kaartje van Lausanne via Aigle naar Les Diablerets. In de onderdruk is aan de rechterkant een berglandschap afgebeeld.

AOMC – Coupons

Voor enkele reizen konden de conducteurs van de AOMC coupons afgeven. De rolletjes met coupons werden in een cilindervormige houder meegevoerd. Door de juiste combinatie van coupons met verschillende prijzen werd de totale ritprijs in rekening gebracht. Meerdere vervoerbedrijven in Zwitserland pasten dit systeem toe.

AOMC – Tien dagen geldig

Ook op de lijn van de AOMC werden door de conducteur tijdens de rit biljetten verkocht. Wanneer het biljet als retour geknipt werd, was het zelfs tien dagen geldig! Het biljet is in juli 1985 gebruikt.

AOMC – Veteraan

Tot 1976 was er een pendeldienst van het smalspoorstation Monthey Ville naar het spoorstation Monthey CFF. Dit lokale traject was slechts 500 meter lang. Op 1 mei 1967 pendelde de kleine vierassige motorwagen BDe2/4 102 tussen de twee stations. De op maximum traction draaistellen geplaatste veteraan is in 1907 door de Duitse wagonbouwer Rastatt geleverd en deed tot 1978 dienst. Foto: Hans Oerlemans.

AOMC – Goedkoop genot

Voor het korte stadsritje door Monthey werden aparte plaatsbewijzen verkocht. Een ritje van station tot station in de stokoude motorwagen kostte in 1965 slechts 30 Zwitserse rappen. Korte tijd ervoor was de prijs zelfs 10 rappen goedkoper want door middel van een stempelopdruk is de ritprijs verhoogd.

De BVB vanuit Bex

Op het stationsplein van Bex ging het er iets rustiger aan toe dan in Aigle. Toch viel er ook hier voor de liefhebber veel te beleven. Meestal stond er zowel een smalspoormotorrijtuig naar Villars als een trammetje voor de lokale dienst van Bex naar Bévieux gereed. Bovendien reden er met grote regelmaat goederentrams van de zoutmijn bij Bex over de tram- en smalspoorlijn naar het station, waar het zout overgeladen werd voor verder transport over het hoofdspoor. Er werd dan druk gerangeerd bij het station.

Vanaf 1906 bestond er ook op de hoogvlakte een tramtraject. Vanaf Gryon reden de trammetjes over het straattraject van de smalspooorlijn naar Villars. Vanaf Villars bestond er tot 1961 een als tramlijn geëxploiteerde verbinding met Chesières, die anderhalve kilometer lang was. Toen er in 1961 dankzij verbetering van het wegennet een directe bus van Aigle naar Chesières ging rijden, betekende dit het einde van de tramverbinding. Tussen Villars en Bévieux bleven echter tramrijtuigen als versterking van de smalspoordienst rijden.

BVB – Lokale tramdienst

Net als in Aigle werd tussen Bex en Bévieux de dienstuitvoering versterkt met lokale tramdiensten. De op deze prentbriefkaart afgebeelde motorwagen Ce 2/2 2 werd in het jaar 1900 geleverd door SIG. De tram passeert het park bij het Grand-Hôtel nabij het eindpunt in Bévieux .

BVB – Lange tijd stabiel

Het paarse tramkaartje uit 1928 heeft dezelfde opmaak als de bijna veertig jaar later verkochte biljetten voor de lokale tramdienst. In de tussenliggende periode is het tarief nauwelijks verhoogd. De kaartjes van 30, 40 en 50 Zwitserse rappen gelden voor verschillende deeltrajecten.

BVB – Pijlsnel

Voor het station in Bex fotografeerde Han Verhage op 4 september 1960 het gecombineerde tandrad- en adhesiemotorrijtuig 25. De BDeh 2/4 21–26 zijn geleverd in de jaren 1940-46 door SLM en Maschinenfabrik Oerlikon. De licht gestroomlijnde wagens kregen de naam „Flèche“ (Pijl). Omdat er niet overgestapt hoefde te worden van adhesie- op tandradvoertuig werd de ritduur bekort. Motorwagen 25 is voor museumdoeleinden bewaard.

BVB – Verkoop in het rijtuig

Terwijl aan de loketten voorgedrukte kartonnen Edmondson-kaartjes werden verkocht, beschikten de conducteurs ten behoeve van de instappers onderweg over multifunctionele biljetten. Alle bestemmingen langs de lijn konden met deze biljetten bediend worden en de kaartjes waren door knipjes geldig te maken voor meerdere passagiers. Zelfs voor meename van de fiets was een knipvakje aanwezig.

BVB – Tramdienst op de hoogvlakte

Ook op het hoger gelegen deel van de tandradlijn van Bex naar Villars werd een tramdienst in aanvulling op de smalspoortreinen onderhouden. Tot 1961 reden de trams zelfs door naar Chesières. Op 15 februari 1973 fotografeerde Hans Oerlemans de drieassige motorwagen Ce 2/3 17 in Gryon. De motorwagens 17 en 18 zijn in 1964 overgenomen van de Tramways Lausannois en deden oorspronkelijk dienst op de Jorat-buitenlijnen.

BVB – Met reclame

Vijf Edmondson-kaartjes van de BVB uit de periode 1987-1997. Een bijzonderheid is dat op de achterzijde van de kartonnen kaartjes reclame afgedrukt werd. Op het rechter kaartje van 1 augustus 1997 is het btw-tarief van 6,5% expliciet vermeld. Per 1 januari 1995 was de btw (in het Frans TVA = taxe sur la valeur ajoutée) ingevoerd.

Weemoed, maar nog altijd de moeite waard

Door de komst van nieuw materieel, het verdwijnen van een deel van de straattrajecten en de herinrichting van het stationsplein in Aigle is een stukje smalspoorromantiek verdwenen. Dat geldt ook voor de plaatsbewijzen. De vroeger zo vanzelfsprekende variatie – zoals het gebruik van verschillende kleuren, afmetingen en papiersoorten – heeft plaatsgemaakt voor moderne eenvormigheid. In dit bericht keken we terug naar de oude smalspoormotorwagens, trammetjes en nostalgische vervoerbewijzen van de vier smalspoorbedrijven bij Aigle en Bex. Een bezoek aan Aigle en Bex is echter ondanks de modernisering van de smalspoorlijnen nog steeds de moeite waard!


Marco Moerland


Meer bij de NVBS

De hier afgebeelde kaartjes, prentbriefkaarten en zwart-witfoto’s van Aigle en Bex komen uit de collectie van Marco Moerland. De collectie Nederlandse tram­vervoer­bewijzen van NVBS Rail­verzamelingen wordt ook door hem beheerd. Vind je tram- en spoor­kaartjes interessant dan ben je van harte welkom in het archief van de SNR in Amersfoort.

In het maartnummer van Op de Rails komen de TPC-smalspoorlijnen vanuit Aigle en Bex uitgebreid aan bod in het artikel ‘Le pays des petits trains’ door Frank van Setten en Peter de Winter. Het huidige artikel hier in NVBS Actueel sluit daar uitstekend op aan.

Op de website van de NVBS leveren de zoekopdrachten ‘Aigle’ en ‘Bex’ respectievelijk 208 en 76 resultaten op in Op de Rails, de bibliotheek, de beeldbank etc.