Buon viaggio con il tram! (Goede reis met de tram!)
De Tram di Opicina in Trieste
Paul van Baarle bezocht de tramlijn van het Italiaanse Trieste naar Opicina – een unieke combinatie van een tram en een kabelbaan, waarbij een steile helling wordt overwonnen met behulp van een kabelwagen.
Trieste (Triëst) is een havenstad in het noordoosten van Italië aan de Adriatische Zee en telt ongeveer 200.000 inwoners. Een metersporige tramlijn van circa 5,2 km verbindt sinds 1902 het stadscentrum van Trieste (± 3 meter boven zeeniveau) met Villa Opicina op het Karstplateau (± 329 meter hoogte), nabij de grens met Slovenië. In augustus 2016 werd de lijn stilgelegd na een frontale botsing tussen twee trams. Na bijna negen jaar stilstand werd deze tramlijn met kabelbaangedeelte op 1 februari 2025 heropend.

Plattegrond van de tramlijn met het kabelbaangedeelte (tratta funicolare) tussen Piazza Casali en Vetta Scorcola. Bron: TPL FVG.
In dit artikel reizen we mee met deze unieke tram, van Piazza Dalmazia in Trieste naar Opicina. Dat doen we zoveel mogelijk aan de hand van beelden, gemaakt op 28 en 29 juni 2025. Andiamo! (Laten we gaan!).
Als normale tram door Trieste
Het huidige trameindpunt Dalmazia ligt op slechts 300 meter ten zuidoosten van het hoofdspoorwegstation Trieste Centrale.

Het betonblok over de rails op de Piazza Dalmazia is veelzeggend: hier houdt het op, ook al lopen de rails en de bovenleiding nog zo’n 100 meter door tot aan de Piazza Oberdan, het eindpunt van voor de stillegging in 2016. Dit oogt tijdelijk, maar een herstel naar de oude situatie is vooralsnog niet aangekondigd.
De huidige trams werden geleverd door Officine Meccaniche Stanga (OMS), met elektrische onderdelen van Tecnomasio Italiano Brown Boveri (TIBB): vijf stuks (401–405) in 1935 gevolgd door twee (406–407) in 1942. Tram 403 verongelukte in 1975 en werd daarna gesloopt. Van de overgebleven — even goed rekenen — zes trams zijn er drie nodig voor de huidige dagelijkse dienst. De tweerichtingtrams zijn uitgerust met deuren aan slechts één zijde.

Op de aspot van motorrijtuig 404 prijkt ook het logo van het Amerikaanse J.G.Brill. De Franse tak van Brill, gevestigd in Gallardon, was gespecialiseerd in draaistellen voor trams.

Het interieur van motorrijtuig 404 met zowel te openen ramen als airconditioning. Die laatste werkt niet op het kabelbaangedeelte van de tramlijn.
Het kabelbaangedeelte
Het steile traject tussen Piazza Casali en Vetta Scorcola heeft een lengte van ongeveer 800 meter en een maximale helling van 26%. Bij de opening van de tramlijn in 1902 werd dit deel aangelegd als tandradbaan, bereden met tandradlocomotieven. In 1928 werd het systeem vervangen door een kabelbaan.
Even wat techniek. Op dit traject opereren twee kabelwagens die elkaar in evenwicht houden via een kabel die over een aandrijfwiel in het bergstation Vetta Scorcola loopt. De kabelwagens zelf hebben geen eigen aandrijving; een elektromotor op het aandrijfwiel zet ze in beweging. De ene kabelwagen duwt een tram omhoog, terwijl de andere een tram afremt die naar beneden rijdt. De huidige generatie kabelwagens (carro scudo in het Italiaans) werd in 2006 geleverd door Ceretti & Tanfani. De kabelwagens worden niet aan de trams gekoppeld, maar er eenvoudigweg tegenaan gedrukt. De twee trambestuurders bedienen het geheel vanuit hun eigen cabine. Wanneer de ene kabelwagen met tram bij een halte stopt, komt vanzelfsprekend ook de andere tramcombinatie tot stilstand. Al met al is het een bijzonder boeiend en efficiënt proces.

Nadat de kabelwagen en de afgeremde tram zijn aangekomen op het kopspoor van Piazza Casali, steekt de tram kort achteruit om via het rechter doorgaande spoor zijn rit te vervolgen richting Piazza Dalmazia.
Op het kabelbaantraject bevinden zich twee tussenhaltes, elk met een overweg voor lokaal verkeer. Zolang er trams op het kabelbaantraject zijn (grofweg gedurende 8 aaneengesloten minuten per halfuur), blijven de overwegbomen gesloten. Een voetganger over zo’n bewegende trekkabel laten oversteken is namelijk geen goed idee.
Tussen Sant’Anastasio en Vetta Scorcola is het kabelbaantraject grotendeels dubbelsporig.

De opgeduwde 404 zien we opnieuw bij de tweede tussenhalte, Romagna. De tegentram bergafwaarts is kort daarvoor al gepasseerd. Een dalende tramcombinatie rijdt hier links en stopt op verzoek, achterin beeld, ter hoogte van de schaduw over het spoor. Omdat de trams slechts aan één zijde deuren hebben, moet je dan bij het uitstappen het rechterspoor met daarin de stilstaande trekkabel oversteken via houten balken. De ruimtes tussen die balken zijn best groot, dus dat vergt enige oplettendheid bij het neerzetten van je voeten — zeker in het donker, en niet aan te raden na een paar aperitivo’s.

Dubbelspoor bij de tussenhalte Romagna: links tussen de spoorstaven de rollen ter geleiding zonder trekkabel, rechts de rollen met ‘zoemende’ trekkabel.
Het markante geluid van de stalen kabel die over rollen glijdt, is goed te horen in het volgende filmpje:
Filmpje (zet geluid aan).

Vetta Scorcola is de eindhalte van het kabelbaantraject, en motorrijtuig 402 heeft kabelwagen 2 inmiddels achter zich gelaten. De trams kunnen aan de voorzijde maximaal twee fietsen vervoeren, waarvan vrijwel alleen bergopwaarts gebruik wordt gemaakt. Bijzonder is ook het vangspoor, rechts in beeld, bedoeld om trams zonder werkende remmen op te vangen.
Als normale tram verder naar Opicina
Tussen Vetta Scorcola en Opicina rijdt de tram vervolgens weer ‘normaal’, grotendeels langs de kant van de weg.

Geen saaie rechte stukken, maar voor de tramhobbyist prettig kronkelende trajecten zoals hier bij Conconello.

We zijn aan het einde gekomen van deze bijzondere tramrit, in het eindstation Opicina, waar zich ook de remise bevindt. Naast diensttram 401 zien we de twee ‘nakomertjes’ uit 1942: de 406 en de 407. Tram 407 maakte niet de indruk dienstvaardig te zijn.
Overigens liep de tramlijn tussen 1906 en 1935 nog 1,2 km verder tot aan het spoorwegstation van Villa Opicina. Van Trieste naar Opicina kun je dus ook per trein reizen.
Museumtrams en het spoorwegmuseum
Helaas was er niemand aanwezig bij de remise in Opicina en waren de deuren gesloten, waardoor een blik binnen niet mogelijk was. Mogelijk herbergt de remise nog museumtram 1, een van de oorspronkelijke tweeassers uit 1902. Ook motorrijtuig 6 is bewaard gebleven, maar bevindt zich vermoedelijk in het spoorwegmuseum van Trieste, samen met enkele normaalsporige stadstrams. Tussen 1876 en 1970 beschikte Trieste namelijk ook over een stadstramnet. Dit normaalsporige netwerk bereikte een maximale lengte van 16 km en telde 11 lijnen. Meer informatie is te vinden in het artikel Trams in Trieste op Wikipedia. Het spoorwegmuseum Museo Ferroviario di Trieste Campo Marzio is gevestigd in het oude treinstation Trieste Campo Marzio, maar is sinds 2017 gesloten wegens renovatiewerkzaamheden. De heropening wordt verwacht in 2027.
Trieste voor de toerist
Ooit was Trieste de belangrijkste haven van het Habsburgse Rijk, wat terug te zien is in de Oostenrijks-Hongaarse architectuur. Daardoor oogt ook het centrum net wat anders dan dat je van een Italiaanse stad zou verwachten. In Trieste vind je een mix van culturen, koffiehuizen en het indrukwekkende kasteel Miramare. De volgende beelden geven een impressie van een avondwandeling door het centrum.
Zowel de railhobbyist als de toerist zal met plezier een of meerdere dagen in Trieste doorbrengen. Kortom: altamente raccomandato! (Zeer aanbevolen!)
Paul van Baarle
Reizen naar TriesteIn de zomermaanden zijn er rechtstreekse vluchten van Rotterdam naar Trieste. De vluchtduur bedraagt minder dan 2 uur over een afstand van circa 950 km. Vanaf Aeroporto di Trieste reis je per trein in circa 30 minuten naar het hoofdstation Trieste Centrale. Nabijgelegen populaire Italiaanse steden met treinverbindingen naar Trieste zijn Venetië (circa 2 uur), Milaan (circa 4 uur) en Florence (circa 4 uur). Reizen per tram van Trieste naar OpicinaDagelijks tussen 07:00 en 20:00 uur vertrekt om de 28 minuten een tram vanaf beide eindpunten voor een rit van iets meer dan een half uur. Een regulier vervoersbewijs is te koop bij kiosken, automaten, via de mobiele app van TPL FVG of per sms. Eenvoudiger is het om je contactloze bankpas of mobiel tegen de kaartlezer in de tram te houden. Reis je vaker, dan berekent het systeem aan het eind van de dag automatisch het voordeligste tarief, bijvoorbeeld dat van een dagkaart. De prijs van een enkeltje bedraagt € 1,35; een dagkaart kost € 3,35. Let op: sinds juli van dit jaar rijdt in het weekend speciaal voor toeristen de Trieste Tram Tour. Hiervoor moet vooraf en online een ticket van € 12 (standaardtarief) worden gekocht; reguliere vervoersbewijzen zijn in deze tram niet geldig. Deze toeristentram vervangt in het weekend een van de drie reguliere trams in de dienstregeling. Het toerismebureau is gevestigd op de Piazza dell’Unità d’Italia en online te vinden op Turismo FVG. Verder lezen bij de NVBSOver de tram in Trieste wordt weinig bericht, simpelweg omdat er weinig verandert. Nieuws ontstaat pas wanneer de lijn naar Opicina wordt stilgelegd en later weer heropend, of wanneer er een jubileum te vieren valt. Trieste komt wel ter sprake in:
* Pdf’s te lezen wanneer je bent ingelogd als NVBS-lid. In de NVBS-bibliotheek is het boek Tramway Trieste – Opicina te leen. |