Een echte brugopening

Toen in 1885 de spoorlijn van Gorinchem naar Dordrecht werd geopend, waren daarin behalve over een paar kleine boerenslootjes ook twee echte bruggen gebouwd. Een lange hoge vaste brug over de Beneden-Merwede (verkorting Bmbr) en een hefbrug over het Wantij (Wijbr). De Merwedebrug was hoog genoeg voor het scheepvaartverkeer van die tijd, maar op het Wantij voeren – af en toe – hoog beladen hooischuiten en daarom moest die brug gemakkelijk geopend kunnen worden.

Ook toen de Wantij-brug in 1996 vernieuwd moest worden, werd dat weer een hefbrug, want nu moesten er rondvaartboten door kunnen. Op de Rijnvaart zijn in de laatste decennia steeds meer containerschepen gaan varen, die steeds hoger beladen moesten kunnen worden. Om die te kunnen laten passeren, is in de Merwedebrug een basculegedeelte ingebouwd dat elke dag een paar keer geopend wordt. Oostelijk van het enkelspoor is er een breed fietspad aan­gebouwd. Tussen beide bruggen is de spooraansluiting van het grote chemische bedrijf DuPont de Nemours.

Kaartfragment van topotijdreis.nl uit 2020 met rechtsboven de Merwedebrug en rechtsonder de Wantijbrug.

Merwedebrug geopend voor de passage van een containerschip op 22 april 2017.

Geheel vernieuwde Wantijbrug, 22 april 2017.

Op het kaartfragment uit 2020 is goed te zien hoe de hele spoorlijn helemaal in bebouwing als verkeerswegen, woonhuizen en industrieterreinen is ingebed. In de tijd dat ik als jongeman in de omgeving van Dordrecht op mijn fiets probeerde alle spoorse zaken te fotograferen die ik op de een of andere manier interessant vond, was dat echter héél anders. Zie daarvoor het kaartfragment uit die tijd hieronder.

Kaartfragment uit topotijdreis.nl van 1961. Wit gestippeld is de toenmalige industriespoorlijn door de stad naar de Staart, die op de topo-kaart niet voorkomt.

Als de trein het station van Dordrecht een kleine 3 km achter zich had gelaten, reed hij nog slechts door agrarisch gebied en langs de rand van de Biesbosch. Dat ging zo verder tot aan het station Hardinxveld-Giessendam, want het station Sliedrecht lag toen een flink stuk buiten het dorp, midden in de weilanden van de Alblasserwaard. Als techniek-student interesseerden die bruggen mij buiten­gewoon, maar je kon er niet dichtbij komen. Langs het Wantij waren geen wegen en alle bouw- en weiland in de buurt van de brug was particulier eigendom.

NS Plan U 112 in de boog naar de Wantijbrug. Uiterst links bij de voet van de hoogspanningsmast de brugwachterswoningen. 2 oktober 1960.

Op afstand gefotografeerde brugwachterswoningen bij de Wantijbrug aan de Dordtse kant, nog steeds ‘in the middle of nowhere’. 25 augustus 1985.

Kijkje bij de Wantijbrug

Met de kano kon je er wel onderdoor, maar aan land gaan was dichtbij de brug nauwelijks mogelijk. Alleen een foto ‘op afstand’ kon wel. Aan de Sliedrechtse kant, waar het vanwege de scherpe boog in de lijn Baanhoek heet, ligt het spoor op een immens hoge dijk en daar kon je mooie foto’s van de lucht maken met de brug hoog boven je. Telelenzen pasten niet op de geleende 6×9 klap­camera. Dat was het dus ook niet.

Het gebruik van de fietspaadjes langs het spoor was voor niet-NS-ers natuurlijk streng verboden en dus veel te riskant. Je viel immers behoorlijk op op die hoge spoordijk. De oplossing was om een brief aan NS te schrijven en toestemming vragen om ter plaatse foto’s te mogen maken. En die toestemming werd gegeven! Ik moest de brief wel aan de brugwachter laten zien. Dat leidde dus tot een paar foto’s die ik anders nooit had kunnen maken.

DE3 op de Wantijbrug vanuit het noordwesten, 18 juni 1961.

Wantijbrug vanuit het noordoosten, 18 juni 1961.

Wantijbrug vanuit het noorden. Links de brugwachterswoningen. 18 juni 1961.

De foto’s moest ik natuurlijk vanaf de oever maken die voor publiek het moeilijkst te bereiken was, dus vanaf de noordkant! Blijkbaar had de brugwachter van dienst er plezier in dat er van mijn kant zoveel belangstelling was voor ‘zijn’ brug want hij gaf me de tip om een paar weken later terug te komen, dan was er écht wat zien. Dat kon wel zonder brieven uit Utrecht, want hij kende me nu immers. En het bleek inderdaad nogal bijzonder!

Operatie Merwedebrug

Er was in die tijd een florerende scheepsbouwindustrie langs alle rivieren. Ook bovenstrooms van de Merwedebrug waren werven waar flinke zeeschepen werden gebouwd. Daarop was niet gerekend toen de Betuwelijn werd aangelegd en dus moest er een andere oplossing gevonden worden. Als er een schip klaar was, werd het treinverkeer voor een paar uur stilgelegd. Een grote drijvende bok (hijskraan te water), zonder eigen aandrijving en dus gemanoeuvreerd door een aantal sleepboten, hees een deel van de vaste overspanning uit de Merwedebrug, ging daarmee aan de kant en na passage van het schip, ging alles in omgekeerde richting waarna het treinverkeer hervat kon worden.

Zo simpel als ik het nu beschrijf, was het natuurlijk niet. De operatie moest heel zorgvuldig worden gepland, want niet alleen was het zaak voor de werf om het schip zo snel mogelijk af te leveren – er was op de Betuwelijn ook goederen­vervoer – maar vooral de rivier stelde zijn eisen. Er is door de Merwede altijd een grote afvoer van Rijnwater naar zee, maar vooral ook een groot verschil in de waterstand van ca. 1,5 meter, doordat er tweemaal per dag vloed en eb was. Er was toen van de Deltawerken nog niets zo ver klaar dat deze getijde­beweging beperkt werd. Het kiezen van die korte periode van ‘dood tij’ waarbij er een volkomen stilstand was in de beweging van het water (stroming én hoogte) en waarin de hele operatie moest plaatsvinden, kwam dus heel erg nauw!

1) Het brugdeel wordt voorzichtig iets gehesen, waarbij de gekruiste kabels ervoor zorgen dat het ‘rechtstandig’ gaat en er niets beschadigd wordt.

2) Als het brugdeel zo hoog hangt dat het uitgevaren kan worden, worden de gekruiste kabels weggenomen. Let ook op de grote belangstelling aan de Baanhoekse kant van het gat.

3) En zo gaat het dan omhoog en wordt het brugdeel opzij gevaren.

4) De boeg van het schip komt de opening ingevaren.

5) Bijna er door! Alle foto’s 5 juli 1961.

Het hele proces liep gesmeerd. Het was voor alle betrokkenen niet ongewoon want het kwam regelmatig voor. Maar als je daar als jongeman met je neus naast staat, voelt dat toch heel anders aan! Na afloop mocht ik weer over het fietspad naast het spoor terug naar huis fietsen. Zonder formele toestemming.

Jan Roos


[printfriendly]

Over dit artikel

Jan Roos was in 1961 getuige van een bijzondere operatie bij Dor­drecht. Om een groot schip te laten passeren, moest een overspanning van de Merwedebrug “even” van zijn plek worden gehesen.

De brief die Jan Roos van de NS had gekregen en waarin staat dat hij vergunning heeft om op 18 juni 1961 foto’s te maken in de omgeving van de Wantijbrug, na overleg met de brug­wachter. (Klik op de brief voor een vergroting.)

Dertien railbedrijven in twee dagen

Meer jeugdavonturen van Jan Roos lees je in NVBS Actueel van februari 2021: Dertien railbedrijven in twee dagen.