Bijzondere spoorwegarcheologie langs de Rupel (België)
De Rupelstreek
Frits van Buren maakte een wandeling door de Rupelstreek, op zoek naar tunnels en andere overblijfselen uit de tijd van de steenbakkerijen in dat gebied.
De Rupel is een 12 km korte zijrivier van de Schelde die ter hoogte van Rumst ontstaat door de samenvloeiing van de Nete en de Dijle. De Rupel mondt tegenover Rupelmonde in de Schelde uit en is bevaarbaar voor schepen tot 2000 ton. Ze gaf haar naam aan de Rupelstreek, het gebied rond Boom op de rechteroever van de Rupel.
Aan de noordoever van de Rupel is een zogenaamde kleicuesta aanwezig. Een cuesta is een asymmetrische berg of heuvel: de helling naar de ene zijde toe is steiler dan de helling 180 graden daarop. Een cuesta ontstaat doordat de gesteentelagen parallel aan de bedding anders eroderen dan die loodrecht daarop.
De zogenaamde Boomse klei komt daar aan de oppervlakte. Daardoor ontwikkelde zich een omvangrijke baksteenindustrie. De mogelijkheid van transport over water via de Rupel droeg daar in belangrijke mate aan bij. Nu is daar nog slechts één actieve steenbakkerij van over.
Deze steenbakkerijen beschikten in veel gevallen over een eigen spoorwegnet. Om onder andere wegen te kunnen kruisen werden kleine tunnels gebouwd. Veel van deze tunnels bestaan nog en worden in een aantal gevallen zelfs gerestaureerd om doorgangen voor onder andere fietsers en wandelaars te maken. Ten oosten van Boom is het oude kleiputtengebied gebied getransformeerd in het Provinciaal Recreatiedomein De Schorre.
Om dit gebied en in het bijzonder deze tunnels te voet te verkennen heeft Toerisme Rupelstreek een wandeling van 20 km ontworpen. Daar is ook op diverse manieren een uitgebreide beschrijving met de naam “Steenbakkerstunnels Herontdekt” van deze wandeling te verkrijgen. Op deze kaart zijn de tunnels met een blauw boogje aangegeven.
Een vertrekpunt is het Provinciaal Recreatiedomein Ter Schorre met goede parkeermogelijkheden. Hier zijn een paar tunnels te vinden, maar ook andere overblijfselen uit de tijd van de steenbakkerijen.
Op de helling van steenbakkerij Anvereeth werden wagons van de kleiputten naar de eerste verdieping van de machinehal getrokken. Daar werd de klei in een vermaler gestort om deze bruikbaar te maken om er bakstenen mee te vormen.
Ook onder de spoorlijn Boom-Antwerpen bevinden zich drie tunnels. Twee daarvan zijn hieronder afgebeeld.
De vrij toegankelijke gerestaureerde site van steenbakkerij Frateur in Noeveren ten westen van Boom is de enige plaats waar nog redelijk veel spoorwegmaterieel en rails aanwezig zijn.
Tenslotte staat er in Niel op een klein stukje spoor nog een locomotiefje met twee wagens.
Frits van Buren
[printfriendly] |
Over de RupelstreekDe Rupelstreek is een streek in de provincie Antwerpen die ongeveer 55.000 inwoners telt. Belangrijke rivieren zijn de Rupel en de Schelde. De Rupelstreek omvat de gemeenten Boom, Hemiksem, Niel, Schelle, Rumst en Willebroek. Eeuwenlang werd er klei ontgonnen in deze streek. De overgebleven steenbakkerijen getuigen daar nog van. Tegenwoordig is de Rupelstreek voornamelijk bekend om haar natuur, wandel- en fietspaden, cultuur en gastronomie. Voor toeristische informatie zie www.toerismerupelstreek.be. |
De Rupelstreek in de literatuurHet Suske en Wiske-album “De hellegathonden” speelt zich af in de Rupelstreek. Lambik en zijn vrienden komen via een teletijdmachine terecht in het plaatsje Boom in 1900. Daar ontmoeten zij de armoedige en uitgebuite bevolking en de door de steenbakkerijen vervuilde omgeving. |