Een heel gewoon maar toch bijzonder stationsgebouw

Het Deense station Gelsted

Op 4 februari 2024 opende het in 1911 gebouwde stationsgebouw van Gelsted na een uitvoerige restauratie weer zijn deuren voor het publiek. Sjors van Dongen was erbij en doet verslag.

DSB MY 1135 rijdt op 4 februari 2024 het heropende station van Gelsted binnen om de gasten terug naar Odense te brengen.

De geschiedenis van het station van Gelsted begint op 7 september 1865 toen de “Dronning Louises Bane” (Koningin Louise-spoorweg), aangelegd door Den Fyenske Jernbane, werd geopend tussen Middelfart en Strib. Op diezelfde dag werd er ook een halteplaats in Gelsted (toen nog geschreven als Gjelsted) geopend, ongeveer 200 meter noordwestelijk van het huidige station, met een klein stationsgebouw. Als gevolg van de ligging van de halteplaats, buiten de histo­rische dorpskern, begon een verschuiving op gang te komen van de dorpse voor­zieningen dichter naar de stationsomgeving toe en ontstond er een zogenaamde ‘stationsbyen’ (stationsdorp/stad).

Het tweede (en huidige) stationsgebouw van Gelsted enkele jaren na de opening.

Tijdens de verdubbeling van de hoofdspoorweg tussen Nyborg en Strib in 1911 werd een nieuw stationsgebouw gebouwd. De architect was de in Deense spoorwegkringen zeer bekende Heinrich Wenck (zie rechterkolom). Het station van Gelsted was gebaseerd op een standaard stationsontwerp van Wenck dat ook voor vier andere stations aan dezelfde lijn gebruikt werd (Bred, Skalbjerg, Nørre Aaby en Marslev). Onderling toonden de stations enkele kleine variaties op basis van lokale behoeftes – bijvoorbeeld in Gelsted de kleine vak­werk­uitbouw voor de toiletten – maar vooral veel overeenkomsten.

Het station van Gelsted in zijn geheel. Duidelijk te zien is de kleine vakwerk­uitbouw met de toiletten. Bij andere stations die volgens hetzelfde ontwerp van Wenck gebouwd zijn (zoals Nørre Aaby) ontbrak deze uitbouw of was er een grotere uitbouw.

Zoals bij veel Europese stations gebruikelijk was in het hoofdgebouw op de begane grond een wachtkamer (één klasse) met toilet voor de reizigers, een postkantoor en een ticketkantoor, terwijl de eerste etage en zolder bestemd waren als woonruimte voor de stationschef en zijn familie.

In de woning van de stationschef konden – op de keuken en steunbalken na – de originele kleuren niet meer teruggevonden worden tussen de vele verflagen. Hier is gekozen voor bekende kleurpaletten uit de jaren ’10 van de vorige eeuw. De grote trap werd alleen voor bezoek of bijzondere gelegenheden gebruikt: in het dagelijkse leven gebruikte men een tweede trap die uitkwam op de binnenplaats.

In Gelsted (en ook op andere plaatsen in Denemarken) was het gebruikelijk dat de goederenloods door middel van een intern en van de reizigers afgeschermd hofje met het stationsgebouw verbonden was. In Gelsted bevond zich op dit binnenhof ook nog een seinhuisje om de wissels en seinen te bedienen. De bediening vond plaats door de stationsbeambten.

Zoals duidelijk te zien is de goederenloods verbonden met het hoofdgebouw door middel van een tussenmuur met toegangspoort tot het interne hofje.

Aan de perronkant zien we dat de goederenloods door middel van een houten schutting met het hoofdgebouw verbonden is. De schutting is enkele meters naar voren geschoven om de ruimte op de binnenplaats te vergroten. Vroeger vormde deze een kleine nis voor wachtende reizigers. In de erker zat voorheen het seinapparaat.

Na 1911 leefde het station van Gelsted het ‘normale’ leven van een secundaire stopplaats aan een hoofdspoorlijn, met vooral betekenis voor het lokale dorps­bestaan en de lokale industrie. In 1996 werden de deuren van het stations­gebouw definitief gesloten en werd Gelsted een onbemande halteplaats. Het verval van het stationsgebouw zette in…

In andere gevallen zou dit verval vermoedelijk geleid hebben tot uiteindelijke afbraak van het station, maar waar de geschiedenis van het stationsgebouw van Gelsted wel afweek was dat er nauwelijks wijzigingen zijn geweest aan het stationsgebouw (intern of extern) en dat het station zich dus nog overwegend in de staat van 1911 bevond. Zelfs de keuken- en slaapkamerkasten uit 1911 waren nog voorhanden! Daarom werd het station van Gelsted door Realdania, een ondernemersvereniging en liefdadigheidsfonds met een portfolio aan historische gebouwen, gezien als perfecte vertegenwoordiger van een doorsnee Deens station en als vertegenwoordiger van de moderne ontwikkeling van de Deense maatschappij die door de spoorwegen werd ingeleid. Heel gewoon, maar daardoor dus toch bijzonder.

De grote kast in de keuken van de stationschef heeft de tand des tijds goed weten te doorstaan en kon gedurende de restauratie zelfs in de originele kleur teruggebracht worden. Ook de inbouwkast in de bijkamer heeft het meer dan 100 jaar weten te redden en kon in de originele staat teruggebracht worden. Het stucwerk is origineel net zoals het parket. Op het parket hoefde alleen de laklaag vernieuwd te worden.

De originele staat van het station ziet men (ook na de restauratie) nog overal, zo ook bij deze deurkruk.

Het interieur van de goederenloods heeft men voorlopig ‘dans son jus’ gelaten. Ook hier zijn dus nog leuke originele elementen terug te vinden, zoals dit nogal primitieve isolatiemateriaal (kranten). De krant dateerde van 1926 en heeft dus bijna 100 jaar een tweede leven gehad!

Realdania kocht het station in 2021 en begon met een uitvoerige restauratie van het gebouw, waarin getracht werd zoveel mogelijk de originele staat van 1911 terug te brengen. Er werd archeologisch onderzoek verricht naar de originele verfkleuren, en architectonische elementen die door kleine verbouwingen verdwenen waren werden weer in ere hersteld. Originele elementen werden zoveel mogelijk behouden, waaronder een groot deel van de glaspanelen. Tegelijkertijd werd er ook gekeken hoe het gebouw geschikt gemaakt kon worden voor eigentijdse bewoning en daarbij zo CO2-neutraal mogelijk kon worden gemaakt zonder de originele uitstraling aan te tasten.

De wachtkamer na de restauratie. De correcte kleur van de steunbalken in het plafond – zachtgroen in plaats van het veronderstelde DSB roodbruin – werd tijdens de schuurwerkzaamheden ontdekt en kon nog aangepast worden. De tegels op de vloer van de wachtkamer zijn de originele tegels uit 1911.

De ingang naar de wachtkamer vanaf de straatkant. Het raam links was voor de plaatsbewijsverkoop met daarachter het kantoor voor de stationschef en het postkantoor.

Na tweeënhalf jaar restauratie was het gebouw klaar om gepresenteerd te worden aan de leden van Realdania en aan het algemene publiek. Dit gebeurde op een open dag op 4 februari 2024. De verf was nog nauwelijks droog of Gelsted kreeg al meer dan 1000 bezoekers over de vloer. Om de bezoekers in stijl te vervoeren verzorgde het Deense spoorwegmuseum in Odense een trein met historisch materieel, getrokken door DSB MY 1135 voor het korte ritje met passagiers van Odense naar Gelsted. Aangezien Gelsted geen uitwijk- of omloopspoor heeft moest de historische trein voor het omlopen uitwijken naar Fredericia.

Ondanks de motregen en de ijzige wind stonden bezoekers aan het station rustig te wachten om een blik te kunnen werpen in het kersvers gerestaureerde station.

Tijdens het bezoek aan de open dag kregen alle bezoekers een mooi presentatie­boek over de geschiedenis van het station en het restauratieproces, waaruit de informatie voor dit artikel gehaald is.


Sjors van Dongen


Geldsted

Geldsted is een stadje op het eiland Fyn (in het Nederlands: Funen). Het ligt halverwege de spoorlijn van Fredericia naar Odense. Per trein vanuit Nederland via Hamburg doe je er zo’n 11 uur over, met de auto 8 uur.

Odense

Treinbelangstellenden ontkomen er niet aan het spoorwegmuseum in Odense te bezoeken. Dit is onder­gebracht in het vroegere locomotief­depot, op een paar minuten lopen van het station.


DSB-loc 1112 in het Jernbane­museum in Odense. Foto: Nico Spilt, 2010.

Heinrich Wenck

Heinrich Wenck (1851-1936) was meer dan 50 jaar de voornaamste spoorwegarchitect in Denemarken. Tussen 1869 en 1876 werd Wenck opgeleid aan de Kunstacademie in Kopenhagen. Hij begon direct na zijn afstuderen als architect bij de Østsjællandske Jernbane. In 1882 begon hij zijn werkzaamheden bij de Deense Staatsspoorwegen (DSB) en was daar vanaf 1894 hoofdarchitect. Zijn architectonische stijl kan het best omschreven worden als ‘nationaal romantisch’ met in veel van zijn projecten standaard terug­kerende elementen: half- of volledig hellende daken, decoraties, ge­stileerde drakenhoofden, en gebruik van typisch Deense bouw­materialen zoals graniet en rode baksteen. Naast de vernieuwing van de stations op het eiland Fyn was Wenck ook verantwoordelijk voor de ontwerpen van grote Deense stations zoals Gedser, Esbjerg, Holstebro, Korsør en zijn grootste project: het centraal station van Kopenhagen.

Boek

Stationsbygningen i Gelsted. Boek over de geschiedenis en restauratie van het station van Gelsted. in 2023 uitgegeven door Realdania By & Byg Klubben.