Verkenning van het westelijk deel
De nieuwe tram van Luik (3)
Frits van Buren bracht op 30 augustus 2024 opnieuw een bezoek aan Luik om te kijken hoever men met de bouw van het nieuwe tramnet is gevorderd. Op deze dag verkende hij het westelijk deel van het net.
In eerdere artikelen werden de ontstaansgeschiedenis van het nieuwe tramnet in Luik en de vorderingen van de bouw in juli 2024 van het oostelijk gedeelte van het net besproken. In deze uitgave wordt de verkenning op vrijdag 30 augustus 2024 van het westelijk deel van het nieuwe net (tussen de westelijke eindpunt-halte Standard en de halte Charlemagne) besproken.
Dit eindpunt in Sclessin is gezien de industriële omgeving daarvan en van het aan de andere oever van de Maas gelegen Seraing gelegen in een van de oudere delen van Luik. Vanaf de linkeroever van de Maas is een in Seraing gelegen stilgelegde fabriek van Cockerill Sambre goed zichtbaar.
Bij het westelijke eindpunt Standard is bij de aanleg van de sporen al rekening gehouden met een eventuele verlenging naar Gare de Jemeppe.
Vlak bij deze halte ligt ook het voetbalstadion van Standard de Liège. In [1] werd opgemerkt: “Nu al staat vast dat de tram bij grote wedstrijden absoluut geen rol zal spelen en zelfs zal worden ingekort om buiten het supportersgewoel te blijven. Een merkwaardige beslissing ….”. Misschien zijn 12 jaar later de inzichten veranderd.
De tramlijn volgt vanaf de eindhalte Standard tot de halte Val Benoît de Rue Ernest Solvay. Hoewel Ernest Solvay geen specifieke relatie met Luik had was hij een belangrijke Belgische industrieel. Ernest Solvay werd op 16 april 1838 geboren in Rebecq-Rognon (Roosbeek) in Waals-Brabant. Vanaf 1859 werkte Ernest Solvay bij zijn oom Semet, die directeur van de gasfabriek in Sint-Joost-ten-Node bij Brussel was. Hier vond hij een methode om soda te maken uit het ammoniakhoudend water van de gasfabriek met kooldioxide en zout. Het door zijn zoon Armand Solvay in 1863 gestichte chemiebedrijf Solvay groeide uit tot een van de belangrijkste bedrijven van België met 9000 employees en een jaarlijkse omzet van 5 miljard euro.
Tussen de haltes Place Ferrer en Petit Bourgogne lopen de tramlijn en de parallel daaraan gelegen spoorlijn 125 van Namen naar Luik onder het viaduct van Renory door. Het viaduct is een boogbrug met 11 pijlers en 10 bogen, en werd in 1930 gebouwd in ongewapend beton. Er zijn vijf overspanningen van elk 61,40 meter, vervolgens één overspanning van 34 meter en dan nog eens vier overspanningen van elk 61,40 meter. Twee van de brugpijlers staan in de Maas. Het hele viaduct is 587 meter lang en heeft een hoogte van 20 meter. Omdat het viaduct over de bebouwing heen loopt is het moeilijk fotografeerbaar. Over het viaduct loopt de alleen voor goederenverkeer gebruikte geëlektrificeerde spoorlijn 36A.
Komend vanaf het westen is voor de halte Val Benoît goed te zien dat het spoor op een betonnen fundering is gelegd.
Ten oosten van de halte Val Benoît is de verdere opbouw van het spoor te zien. Een laag plastic wordt afgedekt met zand en uit de tekening valt af te leiden dat deze met gras wordt ingezaaid. Duidelijk is dat het veel puzzelwerk vereist om trein, tram, wegverkeer en bebouwing de beschikbare ruimte op de linker oever van de Maas te laten delen.
Tussen de haltes Val Benoît en Général Leman gaan de tramsporen onder de sporen van het station Liège Guillemins door om vervolgens bij de halte Général Leman op de Place Général Leman te komen. Dit is breed opgezet met twee busbanen met aan weerszijden de tramlijn.
Vanaf de Place Général Leman tot de halte Blonden is eveneens geen bovenleiding aanwezig. Na de Place Général Leman bereikt de tramlijn via de Rue Varin parallel aan de spoorlijn de voorzijde van het station Liège Guillemins.
Station Liège Guillemins
Het eerste (houten) station van Luik dateert uit 1842. In 1864 werd een nieuw station in belle-époquestijl geopend, dat werd uitgebreid in 1881-1882, en vooral in 1905 ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1905. Het station werd herbouwd in 1958.
Ten tijde van de aanleg van de hogesnelheidslijn van Brussel naar Keulen via Luik werd duidelijk dat het station niet meer voldeed. De perrons waren te smal en gebogen en de hele stationsomgeving maakte een armoedige indruk.
Na een internationale wedstrijd werd het project van de Spaanse architect Santiago Calatrava gekozen. Calatrava had eerder stations ontworpen zoals het Stadelhofen-station te Zürich, het station van Luzern en het station Lyon-Saint-Exupéry TGV. De feestelijke opening van het nieuwe station vond plaats op 18 september 2009. Een belangrijk kenmerk van het station is de monumentale overkapping van 160 m lang en 35 m hoog. Het is een druk station met ongeveer 15 vertrekkende en ongeveer 15 aankomende treinen per uur.
Rond 1970 eindigde mijn treinreis van Montélimar via Dijon, Metz en Luxemburg naar Utrecht ’s avonds op het toenmalige station Liège Guillemins. Vanuit het station liep je zo de armoedige buurt tegenover het station in die duidelijk deels een hoerenbuurt was. Informatie bij het daar ook aanwezige politiebureau leverde gelukkig een goed hotel op. De wijk tegenover het station is totaal veranderd, maar een politiebureau is aan de rechterzijde van de Rue Varin nog steeds aanwezig en in het gedeelte daarna is duidelijk ook nog steeds een aantal bordelen.
De eenvoudige standaard tramhalte op deze plaats is opvallend, zeker vergeleken met de driesporige tramhalte Liège Expo.
Het meest opvallende is de enorme luifel aan de voorzijde van het station. In het oorspronkelijke ontwerp waren de luifels en de kap ongekleurd. In 2022 zijn met 10.000 m2 transparante folie kleuren aangebracht als een project van de Franse kunstenaar Daniel Buren. Vijf kleuren (roze, groen, wit, blauw en oranje) werden in een geruit patroon aangebracht op de kap, en rood en geel op de luifels aan voor- en achterzijde. Het was de bedoeling dat deze kleuren tot juni 2024 aanwezig zouden blijven. De kleuren op de kap zijn inmiddels verwijderd, alleen het rood en geel op de luifels zijn nog aanwezig.
Voor het fotograferen op het station Liège Guillemins bestaan officieel beperkingen. Maar de helling aan de achterzijde van het station biedt redelijke fotomogelijkheden.
De “Break” treinstellen zijn oorspronkelijk als tweerijtuigstellen tussen 1981 en 1985 in dienst gekomen en tussen 1992 en 1995 zijn zij verlengd tot driedelige stellen door er een extra rijtuig tussen te plaatsen. Tussen 2009 en 2020 werden deze stellen gemoderniseerd. Dit treinstel ziet er goed uit, maar veel treinstellen in het Luikse zijn bespoten met graffiti, waarna een eventuele poging tot verwijdering maar matig geslaagd is.
Tussen de haltes Blonden en Charlemagne loopt de tramlijn langs het Parc d‘Avroy. Een stukje natuur dat je in de verdere bebouwing nauwelijks zou verwachten.
Hoewel de bebouwing langs het gedeelte van de lijn ten westen van Place Général Leman weinig aantrekkelijk is staat er soms toch nog wel een bijzonder gebouw zoals onderstaand gebouw van de Cité des Métiers de Liège.
Het is duidelijk dat er nog veel werk verzet moet worden om de lijn in alle opzichten gereed te maken voor het reguliere trambedrijf. Ook veel verkeerslichten en voetgangerslichten werken bijvoorbeeld nog niet.
Na de verkiezingen op 9 juni 2024 heeft de nieuwe Waalse regering om begrotingstechnische redenen besloten niet te beginnen met de 2,9 km lange oostelijke uitbreiding naar Bonne Campagne via Herstal en de 3,2 km lange westelijke uitbreiding naar Gare de Jemeppe via Seraing.
Tekst en foto’s (tenzij anders aangegeven): Frits van Buren
De reis naar LuikMet de auto vraagt de afstand Utrecht – Luik (via Eindhoven en Maastricht) volgens Via Michelin 2 uur en 20 minuten. Kies eventueel voor de navigatie de Rue de la Lèche in Luik bij het vlak bij het Centre De Maintenance et de Remisage gelegen parkeerterrein van het station van Bressoux. Bij het westelijke eindpunt Standard biedt de Rue de la Barge een ruime parkeerstrook. Per trein vraagt de reis van Utrecht CS naar het station Bressoux volgens www.bahn.de met één keer overstappen in Maastricht 2 uur en 40 minuten. Naar het station Liège Guillemins met eveneens één keer overstappen in Maastricht is dat 2 uur en 50 minuten. De treinreis naar Sclessin vraagt iets meer dan 3 uur met twee keer overstappen in Maastricht en Liège Guillemins. ProefrittenBij mijn bezoek aan Luik op 30 augustus 2024 werden geen proefrijdende trams aangetroffen. Een video – helaas met reclame – van de eerste stapvoetse proefritten op 20 augustus 2024 naar het centrum van Luik kan hier bekeken worden. En een bericht hierover staat in Urban Transport Magazine. Aankondigingen over o.a. proefritten worden gedaan op letram.be/agenda. Met dank aan Bas Eshuis voor de tips. Literatuur[1] A. Schenk en M.R. van den Toorn, Trams 2013, Uitgerij de Alk, Alkmaar, 2012, blz. 61. De kaarten van de haltes zijn bewerkingen van letram.be/plans-detailles. |