Waar en wat is dit?
Dit keer twee zoekplaatjes. Een met een wel vaker gestelde vraag: waar is dit? De tweede met een wat technischer vraag: wat is dit? Verderop vindt u de reacties op de zoekplaatjes uit het vorige nummer.
Op 13 juni 1984 fotografeerde H.H. Luijendijk deze reizigerstrein met loc ÖBB 1141 004 op een onbekend Oostenrijks station. De vraag luidt: welk station is dit?
Een foto van Roef Ankersmit, gemaakt op 24 juni 1972. We zien hier woning 1B bij km 2,85 langs de in mei 1972 opgeheven spoorlijn van Apeldoorn naar Heerde bij de met sluitbomen beveiligde overweg in de Soerenseweg in Apeldoorn. De blikrichting is zuid. Op de voorgrond lopen twee trekdraden naar een schijf en vandaar weer terug; de bedoeling van die constructie is onbekend. Vandaar de vraag: wie begrijpt deze constructie en kan deze uitleggen?
De vorige zoekplaatjes
In het vorige nummer plaatsten we vijf zoekplaatjes. We kregen veel reacties, maar helaas werden daarmee niet alle vragen beantwoord.
Naar aanleiding van deze foto mailt Paul Henken (auteur van diverse boeken over Nederlandse stoomlocomotieven): “Vooropgesteld dat het locnummer en het opgegeven jaartal 1948 juist zijn, zou deze opname in Eindhoven gemaakt kunnen zijn. De 8737 was hier tot 13 november 1948 met (meestal) twee collega-8700’en geplaatst in de H-serie, die rangeerdienst op de eigen standplaats voorschreef, met naar behoefte bediening van de raccordementen Woensel en Philips. Na 12 november was de 8737 aan het werk in Hengelo en dit tot het einde van dit jaar.”
Kortom: mogelijk Eindhoven, misschien Hengelo. In het vorige nummer stond nog een ander staatsieportret uit de camera van Bonthuis, namelijk van NS-stoomloc 4705. Op deze foto, waarop eveneens vrijwel niets van de omgeving is te zien, is door niemand gereageerd.
Pieter Michiels dacht dat het Mol zou kunnen zijn: “Links van spoor 1 is een kopspoor te zien dat nog steeds zo ligt (of althans lang nog zo lag), rechts een breed emplacement met nog twee smalle middenperrons. Daar is ook een gebouwtje met schuin dak te zien.” Pieter verwijst naar enkele foto’s die hij vond op Flickr, waaronder deze en deze. Behalve “Wie is de Mol” onstond nu ook de vraag “Is dit Mol?”.
Dankzij Dirk Eveleens Maarse, die in zijn Belgische netwerk dook, is het raadsel vervolgens opgelost. Gezamenlijk kwamen Hubert Van den Bergh, Max Delie, Jef Van Olmen en Hugo De Bot tot de conclusie dat het hier om station Lier gaat. Hugo De Bot is inwoner en stadsgids van Lier, en is als spoorwegfotograaf gespecialiseerd in stations. Hij mailt: “Ik ben voor 100% zeker dat de foto in Lier is gemaakt. De betonnen afsluiting komt overeen met andere foto’s. Links zie je nog een klein stukje van de goederenloods die waarschijnlijk in de komende maanden wordt afgebroken. Vlak naast de loods liep vroeger ook een spoor voor het lossen en laden. Dat zie je ook op de foto. De pijl duidt spoor 1 aan.”
Lier ligt overigens aan dezelfde spoorlijn als Mol en de stations lijken ook op elkaar. Op de foto zien we een trein van Antwerpen Centraal naar Herentals, Mol en Hasselt. Locomotief 64 057 is een voormalige Pruissische P8, die na de Eerste Wereldoorlog als herstelbetaling naar België kwam. In de Tweede Wereldoorlog verdween de loc tijdelijk weer naar Duitsland. Hierna was ze achtereenvolgens gestationeerd in de depots Haine St. Pierre (vanaf oktober 1945), Berchem (vanaf juni 1946), Mol (vanaf augustus 1959), Hasselt (vanaf mei 1960). In maart 1961 ging ze uit dienst en daarna is ze geloopt.
Jan Roos, auteur van een standaardwerk over railbevestigingen, mailde: “Ik kan jullie niet helemaal uit de droom helpen, maar het zijn in elk geval geen dwarsliggers, maar langsliggers die onderling verbonden zijn door waarschijnlijk stukken oude rails om de spoorwijdte te handhaven. Ze doen sterk denken aan de Laval-liggers waarmee de SNCF in de jaren 1950 experimenteerde. Hierover publiceerde G. Krabbendam in Spoor- en Tramwegen van 19 februari 1953 een artikel. In het spoorwegmuseum van Mulhouse ligt er nog een klein stukje van. Een opvallend verschil is dat op de foto van Roef de gehele railvoet door beton omvat is, zodat er waarschijnlijk geen aparte railbevestigingen hoefden te worden gebruikt. Verder lijkt deze langsligger niet onderbroken te zijn, dus aanzienlijk langer dan de oorspronkelijke bij de SNCF gebruikte Laval-ligger. Van dit experiment bij NS (want dat mag je wel stellen) heb ik geen vermelding kunnen vinden. Verder verwijs ik naar een stukje uit mijn boek Railbevestigingen, blz. 185, waar nog iets meer over de Laval-liggers wordt vermeld.”
- “Railbevestigingen. De geschiedenis van een belangrijk deel van het spoor.” Door Jan Roos, 2015. ISBN 9789081787123. Onder andere te koop in de NVBS-winkel. Ook in digitale vorm te bestellen via deze link.
Dit is eigenlijk geen zoekplaatje maar een opzoekplaatje. Wat het seinbord met de tekst “Imp” betekent is te vinden in het seinreglement van de SNCF of in Wikipedia. We kregen tientallen reacties van lezers, met op een enkele uitzondering na het juiste antwoord. Imp staat voor “Voie en impasse”, ofwel doodlopend spoor. Het bord is naar het spoor gedraaid wanneer er een rijweg is ingesteld naar een kopspoor.
Nico Spilt
[printfriendly] |
Zoekplaatje: wie het weet…De NVBS krijgt weleens foto’s die niet of onvolledig zijn gedocumenteerd. De beheerders van de beeldbank moeten dan op basis van hun kennis te werk gaan bij het beschrijven van zo’n foto. Soms is daarbij hulp van anderen nodig. Bijvoorbeeld van de lezers van NVBS Actueel. Kunt u meer vertellen over de hier getoonde foto’s? En wilt u misschien meehelpen met het determineren van andere foto’s? Laat het dan weten! |