Nieuwe boeken en dvd’s
Recent verschenen boeken en andere publicaties uit het rijke aanbod van onze verenigingswinkel.
Railways of Portugal
Door Peter J. Green. 143 blz. 22 x 22 cm., 84 zw/w en 64 kleurenfoto’s, 1 schematische kaart. Uitgave: Mainline & Maritime. Artikelnummer: 164-0223. Prijs: € 22,95.
Eind jaren 60 betekende de modelspoorhobby dat je een “baan” op zolder had met een spaghettibos aan rails om rijlengte te winnen en evenveel zijsporen als je treinen (lees: locomotieven) had. Je kon zomaar treinen kopen die je leuk vond. Een Amerikaanse dieselloc met één bolle neus, omdat de loc van die opvallende kleuren had, een Franse e-loc omdat ze zo hard reden en ook die Engelse loc kon je kwijt, hoewel je die helemaal niet mooi vond en het model de verkeerde schaal was, maar die had je nu eenmaal cadeau gekregen. Nu schrijven betweterige hobbybladen voor dat je gebonden bent aan één modelperiode en één onderwerp, moeten je treinen op twee meter heen en weer laten pendelen en moet alles wel precies op schaal zijn. Daar gaan je Fallerhuisjes!
Het lijkt er een beetje op dat de inkopers van de Portugese spoorwegen ook treinen kochten die ze leuk vonden. De variatie is enorm voor zo’n klein spoorwegland. Roestvrij stalen rijtuigen achter Engelse diesellocs (kenners herkennen de BR Class 20 en 50), een Amerikaanse ‘roadswitcher’ van Alco bulkt uit over een tweeassige bagagewagen en natuurlijk Nederlandse en Zweedse motorwagens, Franse e-locs en Zwitserse rijtuigen. Dat alles gecombineerd met Engelse en Amerikaanse seinen, beschilderde stationsgebouwen en idyllische smalspoorlijnen zorgt voor een uniek spoorweglandschap.
In dit fotoboekje komt alles langs uit de jaren 70 en de ‘moderne tijd’ tussen 1991 en 2009. Begonnen wordt met het stoomtijdperk op zowel breedspoor als smalspoor. Inclusief de stoomlocs met binnenliggende cilinders van Henschel, waar de Engelsen helemaal weg van zijn, smalspoor-Mallets en stoere Duitse tenderlocs, ook van Henschel. Daarna gaan we in de jaren 90 het land door van noord naar zuid in vijf hoofdstukken. Van echte modernisering was toen nog geen sprake en het materieel stamt meestal uit de jaren voor 1990. Er staan nog lange goederentreinen op de foto’s en de personentreinen bestaan uit roestvrij stalen rijtuigen (en soms e-locs) die doen denken aan het Amerika van de jaren 50. Het boek is een mix van zwart-wit- en kleurenfoto’s.
In de NVBS-bibliotheek
Narrow gauge railways of Portugal door W.J.K. Davies
Treinen in Portugal door Eric Sinnema
Le réseau Breton (de la création aux années 1940)
Door Dominique Paris. 320 blz. 21,5 x 29 cm. 400 zw/w en 80 kleurenfoto’s. Veel tekeningen, kaarten en plattegronden. Uitgever: LR Presse. Artikelnummer: 145-0052. Prijs: € 49,50.
In Bretagne was het gebied tussen de twee hoofdlijnen naar Brest en Quimper in de 19e eeuw onvoldoende ontsloten. De Franse minister Freycinet van Openbare Werken nam daarom lijnen in zijn plan op om dit te verhelpen en in 1881-1882 werden wetten aangenomen die de bouw mogelijk maakten. De aanleg begon pas in 1891, met meterspoor om kosten te besparen. De laatste lijn werd als gevolg van de Eerste Wereldoorlog pas in de jaren 20 geopend.
De exploitatie werd door de eigenaar Compagnie de l’Ouest (later l’Etat) uitbesteed aan de SE (Société générale des chemins de fer economiques). De lijnen werden, na een korte opleving eind jaren 40, vanaf de jaren 50 gesloten tot de laatste lijn in 1967. De laatste resten verdwenen in 1970. Vanwege het gebruik van Mallet-stoomlocomotieven was het net populair bij liefhebbers.
Dit boek is het eerste van twee delen met een historie van dit boeiende netwerk. Laat u niet misleiden door de eigentijdse, maar ook een beetje nostalgische, opmaak van het boek met kaderstukjes, overlappende foto’s en gekleurde pagina’s met kartelrandjes, want dit is een zeer degelijke studie over het smalspoornet in Bretagne.
De auteur lijkt een verkeerskundige achtergrond te hebben: er zijn tabellen over het aanbod (frequenties) op de verschillende lijnen, het vervoer en gemiddelde rijtijden. Op bladzijde 37 is zelfs sprake van de ‘valeur du temps’ van de reizigers, die vroeger veel lager was dan nu. Dat wil zeggen, men was vroeger bereid langer te wachten op de trein! De frequenties waren altijd laag, drie of vier keer per dag.
Vanaf bladzijde 97 wordt het materieel tot 1940 uitgebreid besproken en afgebeeld met veel foto’s en tekeningen: stoomlocomotieven, rijtuigen, goederenwagens en dienstmaterieel, zoals draisines. Daarna komen, vanaf blz. 233, stations, emplacementen, seinen en rails (les installations fixes) aan bod, met mooie tekeningen van de gebouwen en kleurenafdrukken van emplacementstekeningen.
Als u geïnteresseerd bent in Frans smalspoor of smalspoor in het algemeen is dit een boek voor u. Dit is zeker niet het eerste boek over dit onderwerp, maar waarschijnlijk wel de definitieve studie.
In de NVBS-bibliotheek
Réseau Breton: a rail network in Brittany door Gordon Gravett
Le Réseau Breton door Bernard Rozé et al.
Atlas historique des chemins de fer français (Tome 1)
Door Ludovic Claudel. 304 blz., 24 x 33 cm. 15 foto’s. Vele kaarten. Uitgave: La Vie du Rail. Artikelnummer: 048-0414. Prijs: € 49,00.
Atlassen behoren tot de populairste artikelen van de NVBS-winkel. Naar iedere nieuwe uitgave van Schweers & Wall wordt reikhalzend uitgekeken. De Atlas Historique van La Vie du Rail gaat nog een stapje verder dan de kaartenboeken van de Duitse uitgever. Want naast de kaarten zijn er tabellen met de datum van de opening, elektrificatie, sluiting voor reizigers- en goederenverkeer (waar toepasselijk) van iedere lijn in de atlas.
De kaarten hebben betrekking op alle vormen van railvervoer, hoofdlijnen, lokaalspoor, interlokale en stedelijke tramlijnen. Soms is er gebruik gemaakt van detailkaarten (zoom) om alle gegevens duidelijk te kunnen laten zien. Bovendien is er onderscheid gemaakt in smalspoor of normaalspoor, enkel- of dubbelspoor en stroomtype. De kaarten geven ook de Franse lijnnummering, inclusief de oude nummering van de Est en de AL, en kilometrage bij elk station. Als ondergrond wordt een hoogtekaart gebruikt met kleurverschil om de 100 meter.
Elk departement begint met enkele pagina’s met historische netwerktabellen die worden gevolgd door de kaart verdeeld over twee of vier pagina’s. De kaarten staan per regio in volgorde van nummer van de Franse departementen. Dit eerste deel betreft de regio’s Corse, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie en Provence-Alpes-Côte d’Azur, samen 32 departementen in het zuiden van Frankrijk. Deze Atlas Historique is het eerste van drie delen, die iedere liefhebber van het Franse railvervoer in de kast wil hebben staan.
Toutes les lignes & les gares de France en cartes (l’annuaire Pouey de 1933)
Door Clive Lamming. 187 blz., 21 x 28 cm. Geen foto’s. 89 kaarten. Uitgave: LR Presse. Artikelnummer: 145-0051. Prijs: € 35,00.
Wie liever iets met alle Franse spoorlijnen en stations wil hebben, kan ook het boek met de titel ‘Toutes les lignes & les gares de France en cartes’ met kaarten uit 1933 kopen, uitgegeven door LR Presse.
Hoofddoel van deze kaarten was oorspronkelijk dat verladers de expeditiekosten van goederen per spoor zelf konden bepalen. In 1933 had het Franse spoorwegnet nagenoeg de grootste omvang.
Alle spoorlijnen en stations zijn opgenomen, maar de exacte geografische ligging van de lijn speelt voor dit doel geen rol, zolang de afstanden of tarieven maar correct zijn. Ook is er geen ondergrond. Wel is er bij elke kaart een stuk tekst door de huidige auteur toegevoegd over de historie van het spoornet in het betrokken departement van het begin tot de huidige situatie.
Het zal niemand verbazen dat veel, heel veel lijnen en stations zijn verdwenen. In deze atlas staan alle 89 departmenten van Frankrijk. Wellicht niet zo omvangrijk en mooi als de atlas van La Vie du Rail, maar wel compleet!
Nog verkrijgbaar
De spoorwegen in Nederlands-Indië 1864-1942
Door: Guus Veenendaal. 280 blz., 20 x 26,5 cm., 120 zw/w foto’s, 18 kaarten. Uitgever: W-Books. Artikelnummer: 014-0362. Prijs: € 34,95.
Van de doyen van de Nederlandse spoorweggeschiedenis is eind vorig jaar dit overzichtswerk verschenen over de spoorwegen in het voormalige Nederlands-Indië tot de Tweede Wereldoorlog.
Hoofdstukken:
1. Nederlands-Indië, vroege geschiedenis en eerste spoorwegplannen
2. De Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappij
3. De keuze van de spoorwijdte
4. Wel of geen staatsaanleg?
5. De Staat legt een spoorweg aan
6. Vertraging en reorganisatie
7. De eerste spoorwegen op Sumatra
8. Twee andere spoorwegen op Sumatra
9. De stoomtram
10. Naar een nieuwe welvaart
11. De particuliere spoorwegen tot 1914
12. De Eerste Wereldoorlog en de gouden jaren daarna
13. Reizen in de tropen
14. De niet-openbare spoorwegen
15. De wereldwijde crisis
Met uitgebreid register, alfabetisch overzicht van gebruikte afkortingen en literatuur, lijst van plaatsnamen in de ‘koloniale’ en huidige spelling. Kaarten van Dick van der Spek. Dit is deel 56 van de NVBS-boekenreeks.
Leo de Jong
[printfriendly] |
Uit de winkelIn deze rubriek bespreekt Leo de Jong boeken, dvd’s en andere publicaties die recent zijn toegevoegd aan het aanbod van de winkel van de NVBS. Ben je lid van de NVBS, dan kun je deze zaken kopen in de winkel in Amersfoort. Maar je kunt ze ook thuis laten bezorgen, want onze webshop is dag en nacht, zeven dagen per week geopend. |
Bussen bij de NVBS, mag dat wel?Vorige maand werd in deze rubriek het boek Met de gvb-bus onderweg besproken. Mag dat zomaar, aandacht besteden aan een boek over bussen, laat staan dat zo’n boek te koop is bij de NVBS? De NVBS gaat over dingen die over rails rijden: trams en treinen. Alleen de trolleybus wordt door de vingers gezien, omdat dat eigenlijk ook een soort tram is. Hoe dan ook: Wim Vink, de auteur van dit boek, was blij verrast met deze aandacht. Hij stuurde ons deze reactie: Die “scheiding” tussen rail en bus heb ik nooit begrepen. Net als de strijd tussen Beatles en Rolling Stones-fans. In mijn beleving maakte beide groepen goede muziek. Mijn OV-hobby begon met de “Haarlemse Tram”, omdat mijn vader mij als klein ventje meenam voorop de fiets naar Sloterdijk. Daar stond een Coca Cola-fabriek en al die ronddraaiende flesjes waren vast leuk voor kleine Wim. Maar die draaide zich telkens om als er een tram langskwam: die waren veel interessanter dan die flesjes. Dat werd versterkt toen de jongere zus van mijn vader op de Adm. de Ruyterweg kwam te wonen. Bij bezoek zat ik voor de ramen om die grote trams te bekijken. Die tram was in 1957 “ineens” weg en er kwamen bussen; die vond ik ook interessant. Dit naast mijn belangstelling voor het hoofdstedelijk vervoer van het GVB, zowel bus als tram. Doordat mijn ouders eind 1960 naar Zwanenburg verhuisden, verdween de directe binding met de rail. Ik moest het doen met NZH- en M&K-bussen. De bus werd mijn grootste interesse, maar rail bleef altijd in zicht. Maar ook scheepvaart en vliegtuigen hadden mijn belangstelling. Thans is dat zichtbaar in mijn boekenkast. Lang ben ik actief geweest binnen de Stichting Veteraan Autobussen totdat mijn baan teveel tijd in beslag nam. Na mij pre-pensioen ben ik in 2012 begonnen met fotoboeken over de busbedrijven uit mijn jeugd. M&K was de eerste en NZH werd de tweede. Omdat mijn eigen fotocollectie tekort schoot, heb ik aangeklopt bij het NZH Museum. Sinds 2016 ben ik daar medewerker Archief en heb ik me ook weer volledig op de tram gestort. Ondertussen is mijn feitenkennis van de tram aardig opgevijzeld. Je hoeft niet alles uit het hoofd te weten, maar wel weten in welk boek je iets terug kunt vinden 🙂 Na het NZH-fotoboek heb ik het GVBA behandeld en momenteel staat een dergelijke uitgave over de NACO in de steigers. Geplande uitgave in 2023, samen met een wisseltentoonstelling in het NZH Museum over 100 jaar busvervoer in Noord- en Zuid-Holland. Wim Vink |