Over een metro die er niet kwam

De nieuwe tram van Luik (1)

Op 31 januari 2025 moet de nieuwe tram van Luik (‘Le Tram‘) voor het publiek gaan rijden. Frits van Buren zet wat eraan vooraf ging nog eens op een rijtje.

Een proefrit op de Avenue de Lille tussen het CMDR en de Pont Atlas op 22 november 2023. Foto: letram.be.

Metroplannen die geen doorgang vonden

In NVBS Actueel maart 2023 kwam de tram in Luik zoals die daar tot 1968 heeft gereden ter sprake. In de jaren 70 kwam in Luik de bouw van een metro aan de orde. Er werd toen een 750 meter lange tunnel gebouwd inclusief een station in ruwbouw. Uit geldgebrek is de aanleg van deze metro nooit voltooid.

In de jaren 80 kreeg de Société des Transports de Liège belangstelling voor een nieuw transportsysteem, de TAU (Transport Automatisé Urbain). Dit volledig geautomatiseerde systeem vertoonde veel overeenkomst met de VAL (Véhicule Automatisé Léger), die in Lille in gebruik is. De treinen zouden bestaan uit 1, 2 of 3 tweerijtuigstellen; per rijtuig zouden er slechts 10 zitplaatsen en 24 staan­plaatsen zijn. Een verschil met de VAL was dat de TAU-rijtuigen op draaistellen zonder vaste assen reden: ieder wiel kon zich dus afzonderlijk in een boog instellen, waardoor zeer krappe bogen mogelijk waren. Voor de TAU was een proefbaan gebouwd te Jumet (Henegouwen). Er werd gedacht aan een 11 km lange lijn met 26 stations van Seraing via Luik naar Licourt/Herstal. Men rekende op een voorstudie van een jaar en een bouwtijd van zeven jaar.

Prototype van de TAU (Transport Automatisé Urbain) in Luik. Foto: Frits van Buren.

In 1989 was het automatische metroproject TAU, dat door BN (La Brugeoise et Nivelles) en ACEC (Ateliers de Constructions Électriques de Charleroi) in samen­werking met het onderzoekcentrum van het Waalse Gewest in Jumet werd uit­getest, van de baan. De Waalse minister van Verkeer Dalem besliste dat het project in Luik geen doorgang zou vinden.

De eerste tramplannen

In 2008 liet de Waalse regering onderzoek doen naar een mogelijke tram­verbinding tussen Herstal en Seraing, omdat de buslijnen op deze verbinding aan hun capaciteitsgrens zaten. Verschillende opties werden bekeken (enkel en dubbelgelede al dan niet geleide bussen, de Translohr en klassieke trams), met als uitkomst het besluit om een tramlijn aan te leggen die in 2013 gereed moest zijn. Vervolgens heeft de Waalse regering in december 2011 beslist dat er weer een tram zou komen tussen Sclessin en Coronmeuse. De lijn vormde de eerste fase en het centrale deel van wat oorspronkelijk een lijn tussen Jemeppe/Seraing en Herstal zou worden.

Ontwikkelingen vanaf 2014 tot heden

In 2014 kwamen de plannen tot herinvoering van de tram in Luik in een beslis­sende fase. In februari 2014 kwam de finale toestemming voor het project en begin april 2014 maakte de Société Régionale Wallonne du Transport bekend dat twee consortia mochten meedingen naar de aanleg van de tramlijn. In het consortium Legiaexpress nam Bombardier deel, terwijl Alstom deel uitmaakte van het consortium MobiLiège. Een derde consortium met als materieelfabrikant CAF viel eerder af. Half september 2014 moesten de consortia met hun definitieve voorstellen komen en volgde de selectie. De plannen voorzagen nu in de aanleg van een elf kilometer lange lijn met 21 haltes van Sclessin in het zuiden van de stad langs station Guillemins naar Couronmeuse in het noorden. Voor de exploitatie zouden negentien trams van 45 meter lengte nodig zijn. Als alle procedures vlot zouden worden doorlopen, kon de lijn in 2017 in dienst komen. Er waren verder plannen voor een korte zijtak naar Bressoux op de rechteroever van de Maas. In december 2014 werd het consortium Mobiliège gekozen als preferred bidder voor de aanleg van de tramlijn. Dat betekende dat alleen nog met dit consortium werd onderhandeld. Mobiliège bestond uit het Nederlandse bouw­bedrijf BAM en het Franse Alstom. De kans was dan ook groot dat er vanaf het najaar van 2018 Citadistrams van Alstom door Luik zouden rijden.

Volgens Europese richtlijnen moet de overheid investeringen in een dergelijk project volledig in het eerste boekjaar inschrijven, terwijl de Waalse politici het budget over verschillende jaren wilden spreiden. Begin 2016 kwam er opnieuw kritiek: in de gewijzigde financieringssystematiek zou onvoldoende duidelijk zijn wat publiek en wat privaat is. Omdat de termijn waarbinnen het bod van het winnende consortium Mobiliège (met als materieelleverancier Alstom) moest worden geaccepteerd inmiddels bijna was verlopen, besloot de Waalse regering eind maart 2016 de hele aanbesteding opnieuw te beginnen. De nieuwe aanbestedingsronde van het tramproject van Luik werd in 2014 goedgekeurd door het Europese statistiekbureau Eurostat. Op 8 februari 2014 selecteerde de Société Régionale Wallonne du Transport (de Waalse vervoermaatschappij, bekender onder de merknaam TEC) drie consortia die mogen meedingen naar de opdracht. Deelnemende materieelfabrikanten in de consortia zijn Alstom, CAF en Škoda.

In september 2018 verklaarde het Waalse vervoerbedrijf Opérateur de Transport en Wallonie (de nieuwe naam van wat tot dusverre de Société Régionale Wallonne des Transports was) het consortium Tram’Ardent tot preferred bidder voor de aanleg van de tramlijn in Luik. Deelnemer in dit consortium voor de bouw van het materieel is de firma CAF. De aanleg van de tramlijn tussen Sclessin en Herstal via station Guillemins en de binnenstad van Luik zou dan in 2019 kunnen begin­nen. Eind 2022 zou de lijn dan gereed zijn. CAF zou dan twintig 64 ton zware normaalsporige Urbos 100-trams van 45 meter lang en 2,65 meter breed met capaciteit voor 310 reizigers leveren en het onderhoud voor een periode van dertig jaar verzorgen. Het nieuwe contract kwam in de plaats van het eerdere contract met het Mobiliègeconsortium waarin Alstom deelnam. Mobiliège deed ook deze keer mee, maar verloor dus van Tram’Ardent.

Op 22 januari 2019 werd in Luik het contract met het consortium tram’Ardent getekend voor ontwerp, financiering, aanleg en exploitatie van de tramlijn. Een week later tekende het consortium een overeenkomst met de Europese Inves­terings­bank voor een lening van 200 miljoen euro, bijna de helft van de projectkosten. De lijn wordt 11,7 kilometer lang, krijgt 22 haltes en gaat Sclessin in het zuiden via station Guillemins en het centrum (Place St. Lambert – het openbaarvervoerknooppunt van de stad) verbinden met het noorden van de stad. Daar komen twee takken, naar Coronmeuse op de linker oever van de Maas en naar Bressoux / Liège Expo op de rechteroever van de Maas. Drie stukken in de binnenstad worden zonder bovenleiding aangelegd. Deze trajecten worden overbrugd door middel van het CAF OESS (On board Energy Storage Systems) systeem, waarbij supercondensatoren zorgen voor de energieopslag. In de spitsuren zou de tram een 4½-minutendienst krijgen en er werden 90.000 reizigers per dag verwacht. De aanleg zou in mei 2019 beginnen, de eerste tram zou arriveren in mei 2021, het proefbedrijf zou van start gaan in augustus of september 2022 en de tram zou gaan rijden in oktober 2022.

Van mock-up naar eerste tram

Van 5 tot 13 oktober 2019 werd op het Tivoliplein in Luik een mock-up (drie wagenbakken) van de toekomstige trams gepresenteerd. Daarna verhuisde deze mock-up naar het Museum voor het Openbaar Vervoer in Wallonië (MOVW) in Luik. De bouw van de trams zou in januari 2020 in Zaragoza beginnen, waarna naar verwachting de eerste tram een jaar later in Luik zou arriveren. Het streven was de tramlijn in oktober 2022 in dienst te stellen.

Mock-up van de nieuwe Luikse tram: exterieur (links) en interieur (rechts). Foto’s: Frits van Buren.

In het kader van het Europese steunprogramma om de gevolgen van de corona­pandemie te verzachten werd in 2021 een bedrag van 105 miljoen euro toegezegd aan Luik voor de tweede fase van de tramlijn. Met dit geld konden twee trajecten worden aangelegd waarmee de stadsgrenzen van Luik worden overschreden. Het ging om een verlenging van het zuidelijke eindpunt Standard naar Seraing (2,85 kilometer met vier haltes) en een verlenging aan de noordkant van Coronmeuse naar de Place Licourt in Herstal (2,9 kilometer met eveneens vier haltes). Ook wordt gekeken naar een verdere verlenging in Herstal. Het streven was medio 2023 met de aanleg te beginnen en de trajecten in het eerste kwartaal van 2026 in dienst te nemen. De eerste fase van de tramlijn was in aanleg en zou in mei 2023 worden geopend. De eerste tram was inmiddels gereed en werd getest op het fabrieksterrein van CAF in Zaragoza. De overstromingen waar Wallonië in juli 2021 onder te lijden had veroorzaakten nog eens drie maanden vertraging, waardoor de opening van de tramlijn gepland werd voor augustus 2023. De eerste gereedzijnde trams bleven daarom ook bij de fabriek in Spanje.

Geldproblemen

In 2023 kampte het Luikse tramproject met geldproblemen doordat aan het licht kwam dat zes financieringsinstellingen al in 2021 hun betalingen hebben op­ge­schort. Het Franse bouwbedrijf Colas, de bouwer in het consortium Tram’Ardent dat de lijn aanlegt en gaat onderhouden, zit daardoor met verliezen die inmiddels zijn opgelopen tot tientallen miljoenen euro’s. Als tijdstip van opening van de lijn werd – na eerdere vertragingen – nog steeds april 2024 genoemd. Er werd een oplossing gevonden voor de financiële problemen van het tramproject doordat de partijen die deelnamen in de publiek-private samen­werking 79 miljoen euro extra beschikbaar stelden. Ook werd een nieuw tijdschema voor de voltooiing bekend gemaakt. 30 november 2023 zouden de werkzaamheden in de binnenstad van Luik zover gereed zijn dat het verkeer er geen hinder meer van ondervindt. In de loop van 2024 zouden op steeds meer delen van de lijn proefritten worden gemaakt en op 31 oktober 2024 zou op de hele lijn een ‘witte dienstregeling’ van start gaan, waarbij volgens de geplande dienstregeling wordt gereden maar nog zonder passagiers. Dat duurt twee maanden en op 31 januari 2025 zou dan de opening volgen.

In november 2023 werd bekend dat de geplande uitbreidingen van de tramlijn in Luik in het noorden naar Herstal en in het zuiden naar Seraing voorlopig zijn afgeblazen. De Waalse regering had de plannen in december 2022 goedgekeurd, maar onder meer de gestegen prijzen van materialen en energie leidden er toe dat ze voorlopig werden stilgezet. Ook de extra trams vielen duurder uit omdat er destijds geen optie op meer materieel was genomen. Het geld uit het Europese covid-herstelfonds voor de uitbreidingen, dat uiterlijk in 2026 moest zijn besteed, werd overgeheveld naar andere projecten (nieuwe bussen en een nieuwe garage). De EU is was daarmee akkoord gegaan. De planning voor de opening van de tramlijn tussen Coronmeuse en Seraing bleef 31 januari 2025. Eind december 2023 kwam de Waalse regering vervolgens met het bericht dat de verlenging van 3,2 km naar Herstal toch zo snel mogelijk zou worden aangelegd en in februari 2024 volgde de aankondiging dat ook de verlenging van 2,6 km naar Seraing er zou komen. De kosten van de twee uitbreidingen, die aanvankelijk op 105 miljoen euro waren geraamd waren gestegen tot 355 miljoen euro, inclusief zestig miljoen euro voor extra trams.

Dit gaat ‘Le Tram’ worden

Aan het eind van deze lange geschiedenis gaat het tramnet met 23 haltes er zo uitzien:

Het tramnet van Luik. In groen het oorspronkelijke plan en in geel de verlengingen.

De secties zonder bovenleiding zijn: Général Leman – Blonden, Opéra – Pont Maghin en de Pont Atlas. Aan de eindpunten Sclessin en Bressoux / Liège Expo worden twee grote P+R parkings aangelegd voor telkens 700 auto’s. Op deze website wordt de status voor ieder traject aangegeven.

De nieuwe Luikse tram. Foto: www.caf.net.

Het Centre De Maintenance et de Remisage op 12 februari 2024. Foto: letram.be.

De eerste tram arriveerde op vrijdag 15 juli 2022 na een reis van vier dagen uit het Spaanse Baskenland in de haven van Zeebrugge. Op twee vrachtwagens arriveerde de tram zaterdag 16 juli 2022 bij het CDMR (le Centre De Maintenance et de Remisage) in Bressoux / Liège Expo. Daarmee heeft Luik vergeleken met de Belgische tramsteden Brussel, Antwerpen, Gent en Charleroi nog wel het kleinste aantal kilometers tramnet per 10.000 inwoners.

Stad Inwoners Lengte tramnet Km tramnet per 10.000 inwoners
Brussel 1.250.000 140 km 1,12
Antwerpen 535.000 75 km 1,43
Gent 270.000 30 km 1,11
Charleroi 200.000 35 km 1,75
Luik 195.000 12 km 0,61

Frits van Buren


Informatie

Als bron voor dit artikel is onder andere de rubriek “Tramnieuws buitenland” in diverse nummers van Op de Rails geraadpleegd. In een volgend nummer van NVBS Actueel komt een artikel met veel actuele foto’s uit Luik.

In NVBS Actueel van maart 2023 schreef Frits van Buren een artikel over het Museum voor het Openbaar Vervoer in Wallonië in Luik.


Boekbespreking

150 jaar tram in Gent. Sporen door de tijd. B. de Landtsheer en B. Vanacker. Uitgeverij Snoeck, Gent. 126 blz., 17,5 x 24,0 cm. € 24,00.

Dit boek werd in mei 2024 uit­gegeven ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de tram in Gent. Het beschrijft – soms met Vlaamse uitdrukkingen – op 126 bladzijden op vlotte en evenwichtige wijze de geschiedenis van de tram aldaar. Bij de elektrificatie vanaf 1904 werd de bovenleiding om het aantal palen te verminderen opgehangen aan sierlijke aan de gevels bevestigde rozetten. Door het scannen van de op blz. 32 getoonde QR-code kunnen een paar honderd van deze rozetten met details op een kaart gevonden worden naar de toestand eind 2023. Helaas ont­breken kaarten van Gent in het boek zodat voor het vinden van de vele genoemde straten en bruggen soms gebruik gemaakt zal moeten worden van een losse plattegrond of van Google Maps. En een gedeelte van de foto’s is van matige tot slechte kwaliteit waar het gebruikte matte papier niet aan bijdraagt.

Ondanks deze tekortkomingen een aantrekkelijk overzicht van de tram­geschiedenis van Gent. Het boek is niet verkrijgbaar bij de NVBS-winkel, maar kan zonder verzend­kosten bij de uitgever worden besteld.