Een gesprek met tramkenner Pim van der Kuijlen

Met de caravan op ontdekkingsreis

Je hebt van die NVBS’ers die zich al meer dan een halve eeuw inzetten voor de vereniging, maar die zelden of nooit op de voorgrond treden. Zo’n man is Pim van der Kuijlen. Pim is lange tijd beheerder geweest van de NVBS-collectie tram buitenland en is nog steeds op dat terrein actief. Ondanks zijn gevorderde leeftijd, hij is bijna 85, gaat hij nog regelmatig op ontdekkingsreis. Samen met zijn vrouw Nini trekt hij dan wekenlang met de caravan door Europa.

Pim vertelt over zijn jeugd: ‘Ik ben in 1932 geboren in Utrecht. De tramhobby heb ik meegekregen van mijn grootvader en mijn vader. Toen ik een jaar of vijf was ben ik met mijn grootvader wezen trammen in Utrecht. Dat was kort voor het verdwijnen van de stadstram in 1938. Mijn vader had ook aardigheid in de tram. Waarschijnlijk is hij aangestoken door de paardetram van Utrecht naar Vreeswijk. Met die tram ging hij dagelijks naar zijn werk: hij was ambtenaar in Vreeswijk.’

Met de bus naar Utrecht

‘Toen ik jong was woonde ik in Jutphaas, even ten zuiden van Utrecht. Ik zat daar op een dorps­school, maar die gaf geen voorbereiding op de middelbare school. Rond mijn elfde moest ik daarom naar een andere school. Ik reisde toen elke dag met de bus van Jutphaas naar Utrecht. Later ging ik in Utrecht naar de HBS. Via mijn vader leerde ik toen een zekere meneer Reeskamp kennen, oprichter van de Stichting Tram-Archief. Tussen de middag ging ik weleens naar hem toe om foto’s te bekijken. Van hem kreeg ik de ansichtkaarten waarmee mijn verzameling is begonnen.’

(Jan Reeskamp is bekend als auteur van diverse boeken over trams en over de stad Utrecht. Hij was lid van de NVBS en heeft ook diverse artikelen geschreven in Op de Rails. De Stichting Tram-Archief was voorloper van de latere Tramweg-Stichting. – red.).

Pim van der Kuijlen zoekt iets op in zijn uitgebreide archief.

Pim van der Kuijlen zoekt iets op in zijn uitgebreide archief.

Al 57 jaar lid van de NVBS

Pim: ‘In september 1959, precies 57 jaar geleden, ben ik lid geworden van de NVBS. Mijn belang­stelling ging voornamelijk uit naar de tram. Dat is uitgegroeid tot lokaalspoorwegen, dus alles wat met regionaal vervoer te maken heeft. Mijn specialiteit is Frankrijk. Daar heb ik nu alle trambedrijven gehad, op twee na. Avignon is in aanbouw en rijdt nog niet, en het nieuwe trambedrijf van Nice lag te ver uit de route toen we in Frankrijk waren. Daar moeten we dus nog een keer naartoe!’

‘In de zomer trekken we veel rond met onze caravan. Een kleine “BIOD” die we al 23 jaar hebben. We zijn dan wekenlang onderweg, tot acht weken toe. Onze methode is: een dag rijden, een dag rusten, en dan een dag iets ondernemen. Mijn echtgenote Nini schrijft alles netjes op wat ik fotografeer.’ Nini is even bij het gesprek aangeschoven. Ze vertelt dat ze zich prima vermaakt: ‘Pim maakt foto’s en ik zit dan bij de tramhalte om nummers op te schrijven. Soms zitten we wel meer dan een uur te wachten, omdat er nog een ander type voorbij moet komen. Ik vind het leuk. We kunnen het al 62 jaar goed met elkaar vinden.’

Op avontuur door de Baltische staten

Pim: ‘Na Frankrijk zijn Duitsland en Polen onze favoriete landen. Daar zijn we vaak geweest. Landen als Zwitserland en Oostenrijk zijn wat op de achtergrond geraakt. We zijn met de NVBS weleens naar Hongarije en Bulgarije geweest. Ons grootste avontuur was een reis naar Rusland en de Baltische staten. Met onze caravan reden we eerst naar de Poolse grens. Daar sloten we ons aan bij een Duits gezelschap waarmee we verder trokken. Daarna gingen we in Finland zelfstandig verder en toen weer naar huis.’ Pim voegt hier aan toe dat dit allemaal goed is gegaan, afgezien van wat bureau­cratische taferelen aan de grens.

Het gezin Van der Kuijlen als trambestuurder bij de Oberrheinische Eisenbahn-Gesellschaft.

‘Tegenwoordig reizen we met z’n tweeën, maar vroeger gingen onze drie kinderen natuurlijk mee. Zo kwamen we met ons gezin in Mannheim terecht bij de OEG, de Oberrheinische Eisenbahn-Gesell­schaft. We wilden een bezoek brengen aan het trammuseum in de remise van de OEG in Viernheim. Op een gegeven moment zaten we met ons vijven in een eigen tram, met twee bestuurders. Op een rustig traject vroeger ze of we misschien zelf een stukje wilden rijden. Om de beurt hebben we toen alle vijf de tram mogen besturen! Het trammuseum bleek overigens gesloten te zijn.’

De ondergang van het Bels Lijntje

Pim: ‘In Tilburg heb ik meegewerkt aan de oprichting van de NVBS-sectie Midden-Brabant. Daar ben ik ook enige jaren voorzitter van geweest. Verder ben ik beheerder geweest van de NVBS-collectie tram buitenland. Voor die club ben ik nog steeds actief.’

‘Ik heb er weleens over gedacht om als vrijwilliger op een museumtram te gaan rijden, maar dat is te ver weg vanuit Tilburg. Wel ben ik met andere NVBS’ers betrokken geweest bij het initiatief om met een historische trein op het Bels Lijntje te gaan rijden, de spoorlijn van Tilburg naar Baarle-Nassau. In de groep die daarmee bezig was zaten ook enkele niet-NVBS’ers die probeerden de overhand te krijgen. Dat liep uit op een rotvergadering, waarna wij ons terugtrokken. Ik had in Duitsland al een stoomtrein op het oog die goed op dit lijntje zou passen, maar die is er dus nooit gekomen. In plaats daarvan zijn ze gaan rijden met de 3737, een sneltreinloc die je niet met 20 kilometer per uur laat boemelen, dan rij je hem kapot.’

(De Stichting Stoomtrein Tilburg-Turnhout heeft gereden van 1974 tot 1982 en is daarna failliet verklaard. – red.)

Een kijkje in het hok op zolder

We lopen met Pim mee naar wat hij zijn “hok” noemt: de zolder. Hier staan 137 ordners met zijn persoonlijke archief, dat hij in zeventig jaar heeft opgebouwd. Er komt nog steeds materiaal binnen en sommige ordners staan al helemaal bol, dus er zullen er nog wel wat bijkomen.

De ordners vechten om de ruimte met een groot aantal diadozen, die soms tot twee meter hoog zijn opgestapeld. Pim schat dat hij zo’n 12.000 dia’s heeft. Hij fotografeert nog steeds op diafilm, maar tegenwoordig neemt hij ook een digitale camera mee op reis. In de logeerkamer staan de ladekasten met zijn collectie prentbriefkaarten. Dat zijn er zo’n 10.000, waarvan de helft Nederlands. In een ver verleden heeft Pim ook zelf prentbriefkaarten gemaakt, als bijverdienste.

De modelbaan die er niet kwam

Op de zolder van zijn huis was een forse modelbaan gepland. Dat had een station moeten worden met er omheen verschillende tramlijnen. Pim trekt wat laden open en laat zijn trammodellen zien. Soms zijn dat bouwdozen die nog in elkaar moeten worden gezet. Andere zijn fabrieksmodellen die hij zelf heeft aangepast. Van die modelbaan is het echter nooit gekomen: je kunt de uren die je hebt maar één keer besteden.

pimvanderkuijlen-pettenCollectie petten, restant van het museum dat Pim ooit in Tilburg had.

Pim: ‘Ik heb ook een klein trammuseum gehad, opgeslagen in een kerk in Tilburg-Noord. Op een dag heb ik alles neergezet in de aula van de school waar mijn vrouw werkte. Die dag heb ik bijna mijn hele collectie verkocht. Wat ik bijvoorbeeld nog wel heb is een verzameling petten en een tweetonige tyfoon uit een Belgische tram. Ik ben gaan wennen aan het idee dat ik dingen af moet gaan stoten. Mijn kinderen hebben er geen belangstelling voor en ik wil ze niet met die hele rommel opzadelen.’

Pim is bezig met het zoeken van een goede bestemming voor zijn archief. ‘Het is zonde als mijn verzameling uit elkaar valt, daar zitten een hoop waardevolle dingen in.’

Een eigen stofzuiger

Tot slot laat Pim dia’s zien van hun reis van vorig jaar, toen ze in Bretagne zijn geweest. Zes weken lang trokken ze rond, op zoek naar restanten van het uitgebreide smalspoornet dat hier vroeger lag. Sommige lijnen bestaan nog steeds, omgebouwd tot normaalspoor, maar de meeste zijn verdwenen. Opvallend is dat veel stations en andere gebouwen zijn blijven staan. De meeste worden bewoond, een enkel station is omgebouwd tot boerderij. En tijdens zo’n ontdekkingsreis kun je ook nog weleens een wegroestende stoomloc tegenkomen.

Beneden drinken we nog een kopje thee. Aan Nini de vraag wat ze ervan vindt dat Pim elke middag op zolder zit. Ze antwoordt: ‘Ik vind het prima, zolang hij zijn eigen hok maar schoonhoudt, want daar begin ik niet aan!’ Pim: ‘Ik heb dan ook een eigen stofzuiger…’

Tekst en foto’s Nico Spilt


[printfriendly]

Pim van der Kuijlen

pimvanderkuijlen-portret

Pim van der Kuijlen is bijna 85 jaar geleden geboren in Utrecht. In zijn jeugd heeft hij jarenlang in Jutphaas gewoond. In Utrecht ging hij naar de HBS en later naar de HTS. Voor zijn werk heeft hij in Emmen gewoond, totdat hij met zijn gezin verhuisde naar Tilburg. Pim is al 56 jaar getrouwd met Nini. Zij heeft in het onderwijs gewerkt. Ze hebben drie kinderen en inmiddels acht kleinkinderen.

Pim: ‘Ik ben van huis uit techneut. De HTS leidt drie soorten mensen op: de constructeur, de laborant en de leiding­gevende. Die laatste kant ben ik opgegaan: dicht bij de mensen die met hun handen werken. Ik ben bedrijfsleider in een machinefabriek geweest en assistent-bedrijfsleider in een meubelfabriek. Daarna ben ik terecht gekomen bij een groot verwarmingsbedrijf in Tilburg. Ik was verantwoordelijk voor de werkvoorbereiding, later kreeg ik ook de leiding over de servicedienst. Die baan was op me op het lijf geschreven. We werkten onder andere voor ziekenhuizen en bejaardencentra door het hele land. Als er problemen waren met de verwarming of de airco, dan belden ze mij. Soms stond de telefoon roodgloeiend, ook ’s nachts of tijdens de kerst. Dan moest ik monteurs op pad sturen. Je kunt een ziekenhuis niet in de kou laten zitten.’

De lijfspreuk van Pim: “Verzamelen heeft iets fascinerends en evengoed is het maf gedrag”

De lijfspreuk van Pim: “Verzamelen heeft iets fascinerends en evengoed is het maf gedrag”

Publicaties

Pim is 57 jaar geleden lid geworden van de NVBS. Voor zover zijn drukke baan het toeliet is hij altijd actief geweest voor de vereniging. Zijn specialiteit is de buiten­landse tram. Aan het schrijven van artikelen is hij maar een enkele keer toegekomen (“Les petits trains de jadis”, in Op de Rails, oktober 1988).

In 1987 verscheen van zijn hand het boek “Van stoomtram tot sneltram”. De huidige ontwikkelingen rond de Utrechtse sneltram – de aanleg van de Uithoflijn – volgt hij op de voet.

pimvanderkuijlen-tramhalte

Utrecht, september 2007. Tramhaltebord door Pim van der Kuijlen geschonken aan het Stichts Tram Museum (STM). Links een tramrijtuig van het STM bij de toenmalige eindhalte van de Sneltram Utrecht-Nieuwegein.