Stationsplein Amsterdam, 1971 en 2014

Amsterdam, Stationsplein, 2 juni 1971. De GVB 584, gebouwd door Beijnes in 1959, rijdt op de spitsuurlijn 27. In september 1962 werd tramlijn 17 die liep vanaf het CS via de Kinkerstraat naar het Surinameplein, verlengd tot Osdorp. Daar het vervoer op het “oude’’ deel van de lijn veel groter was dan op het nieuwe deel, werd tegelijk een spitslijn 27 in gebruik genomen. In het najaar van 1971 werd lijn 17 naar Osdorp vervangen door een nieuwe lijn 1 die reed via de Leidsestraat en de Overtoom. Lijn 17 werd een daglijn naar het Surinameplein, via de Kinkerstraat. Spitsuurlijn 27 werd toen opgeheven.

De serie 551-575 was de eerste serie enkel-gelede trams, gebouwd door Beijnes in 1957. De tweede serie had de nummers 576-587, gebouwd door Beijnes in 1959. Deze wagens waren maar 23 meter lang om op de passeersporen in de Leidsestraat te passen. Deze passeersporen zijn inmiddels verlengd.  Wagen 551 werd in 1958 verbouwd tot dubbel-gelede tram door middel van het plaatsen van een tussenstukje en vernummerd naar 601. Deze verbouwing voldeed zo goed dat alle resterende ”enkeltjes” een tussenstukje kregen. Vergeleken met de huidige Combino’s is dit een zeer praktisch ontwerp geweest. Achter instappen en via het ruime achterbalkon doorlopen langs de zittende conducteur, die de kaartjes controleerde, verder de wagen in.

Let eens op de details op deze plaat, genomen in een tijd toen alles nog overzichtelijk was. Fietsen staan netjes in de rekken langs de waterkant; de bestuurder was nog netjes in uniform, getuige de drie glimmende knopen achter de voorruit. Op de eerste zitplaats zit een Amsterdamse joffer, met hoofddoekje! Het doorkijkje naar de seinbrug met de armseinen is nog niet geblokkeerd  door de bouw van een hotel. De enige dissonant is de vogelpoep op de steentjes.

Op 20 september 2014 sta ik weer op het Stationsplein. Achtenveertig jaar later zie je wat de vooruitgang teweeg  heeft gebracht. De straat is geasfalteerd en het doorkijkje wordt verpest door een hotel dat over de treinsporen is gebouwd. De trambestuurder zit comfortabel in een hemd met korte mouwen en draagt bretels. De GVB 2062, met een lengte van 29,2 meter, staat op de uitstaphalte om passagiers uit te laten en om daarna enkele tientallen meters door te rijden naar de instaphalte. En daarna weer te vertrekken als lijn 17 via de Kinkerstraat en de Lelylaan naar Osdorp.

Dit is een wagen uit de serie 2001-2151, gebouwd tussen 2002 en 2004  door Siemens. Een lagevloer-eenrichtingtram. Er zijn ook vier tweerichtingwagens gebouwd, de 2201-2204. De naam “Combino” duidt in feite op een gecombineerd systeem van bouwen: een bouwpakket dat aan de wensen van de gebruiker aangepast kan worden. Omdat het GVB wel een conducteursplaats in deze trams wilde hebben, zit deze in een hokje op een naar mijn mening  ontactische plaats. Daardoor is er, mede door de plaats van de OV-chipkaartautomaten, altijd gedrang bij deze ene ingang. Maar dit hokje gaat vervangen worden door wat genoemd wordt een servicebalie.

De wagens met de nummers 2131-2151 en de 2201-2204 zijn voorzien van een treinbeïnvloedingssysteem teneinde veilig als lijn  26 door de Piet Heintunnel richting IJburg (en terug) te kunnen rijden. De wagens 2201-2204 hebben geen conducteurshokje of -plaats.   Bij de komst van deze trams is het GVB afgestapt van het systeem om nieuwe elektrische trams in volgorde te nummeren, dat begonnen is in 1900 met nummer 1.

Tekst en foto’s: Fons van der Jagt


[printfriendly]

Toen en …

In deze rubriek laten we aan de hand van twee foto’s zien wat er in een bepaalde tijd op een bepaalde plaats is veranderd.

Heeft u ook foto’s die wellicht voor deze rubriek in aanmerking komen? Stuur deze dan met begeleidende tekst naar ons. Trein of tram, binnenland of buitenland: het mag allemaal. Voorwaarde is dat de twee foto’s zoveel als mogelijk vanuit hetzelfde standpunt zijn genomen.

Mail de redactie