Een tram die telkens weer herrees

De tram in Valenciennes

door Frits van Buren

Valenciennes

Het aan de Schelde gelegen Valenciennes is de op één na (Lille) meest noordelijke tramstad in Frankrijk. De eigenlijke stad heeft ongeveer 45.000 inwoners, maar de agglomeratie telt ongeveer 350.000 inwoners. Door zijn ligging was het de hoofdstad van de staalindustrie in Noord-West Frankrijk. Ondanks de verwoestingen tijdens de beide wereldoorlogen zijn er gelukkig nog interessante monumenten: onder andere de Eglise St Géry met een belfort en de unieke gedeeltelijk houten “Schelde-huizen” uit de 13e-16e eeuw.

De tram tussen 1881 en 1966

De geschiedenis van de tram in Valenciennes gaat terug tot 30 juni 1877. Toen werd volgens de ook nu nog in Frankrijk geldende procedures de aanleg van een paardentram tot publiek nut verklaard (declaration d’utilité publique). Deze tram zou Valenciennes moeten verbinden met Raismes (5 km) en Vicoigne in het noordwesten en met Bruay-sur-Escaut in het noordoosten (7 km). Maar op 1 januari 1881 werden deze twee metersporige lijnen geopend met stoomtrams getrokken door locomotieven van Blanc-Misseron met twee cabines. Uiteindelijk waren er 20 van deze locomotieven samen met 75 twee-assige rijtuigen met open balkons.

Al in 1882 werd de eerste concessiehouder opgevolgd door de Société des Tramways de Valenciennes à Anzin en in 1885 door de Chemins de Fer Economiques du Nord. De laatste exploteerde later ook lijnen in de Savoie (Annemasse – Sixt) en in de Dauphiné (Grenoble – Veurey). Daarna werd het net rond Valenciennes langzaam uitgebreid.

  • Raismes – Saint Amand-les-Eaux Gare (8 km) / 1882 – 1964
  • Bruay-sur-Escaut – Condé-sur-Escaut – Vieux Condé (10 km) / 1882 – 1966
  • Valenciennes – Blanc-Misseron (aansluiting op net Belgische Buurtspoorwegen) (11km) / 1883 -1965
  • Valenciennes – Denain (12 km) / 1884 – 1965
  • Blanc-Misseron – Quiévrain (2 km) / 1890 – 1965
  • Condé-sur-Escaut – Bonsecours (Belgische grens) (6 km) / 1892 – 1966
  • Vieux-Condé – Hergnies (3 km) / 1894 – 1966
  • Saint-Amand-les-Eaux – Lecelles – Hellemmes (32 km) / 1896+1897 – 1932
  • Denain – Lourches (5 km ) / 1901 – 1965

In 1911 werd besloten tot elektrificatie en in 1914 werd het elektrisch bedrijf op de lijnen naar Saint Amand, Blanc Misseron en Lourches in gebruik genomen. De Eerste Wereldoorlog richtte grote vernielingen aan en de herstellingen werden pas in 1923 met het in gebruik nemen van de elektrificatie van de lijn naar Bonsecours voltooid. Toen waren er 48 motorrijtuigen en 50 aanhangrijtuigen. Die motorrijtuigen hadden twee motoren van 75 pk, waarbij de stroom­voorziening eerst via een sleepbeugel en later met een pantograaf geschiedde. Tussen 1928 en 1931 werden nog twee lijnen naar Saint-Waast en Marly aangelegd waarna de lengte van het geëlektrificeerde net 65 km bedroeg.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het bedrijf wederom ernstig beschadigd en het herstel duurde dan ook tot 1955. Maar vanaf 1961 werd de tram vervangen door bussen van het Belgische merk Brossel en in 1966 werd de laatste tramlijn gesloten. De historie van het dit tramtijdperk is beschreven in het standaardwerk van J. Robert [1]. Een sfeerbeschrijving in 1950 maakt een onderdeel uit van [2]. Gelukkig is enig materieel (motorrijtuig 13 en goederenwagen 253) bewaard gebleven bij het Musée des Transports Urbains de France in Chelles ten oosten van Parijs. Website www.amtuir.org.

Tram van lijn T1 op weg naar het eindpunt “Université” voor het station van Valenciennes op 17 januari 2018. Een bezoek aan dit fraaie station is de moeite waard. Foto: Frits van Buren.

De wederopstanding

Na een onderzoek in het begin van de jaren 1990 naar de mogelijkheid van een VAL (Véhicule Automatique Léger) vonden in 1994 de eerste echte studies plaats naar een terugkeer van de tram in Valenciennes. In 1995-1996 werd de bevolking over dit plan geraadpleegd en in maart 1998 werd tot de aanleg van de eerste 18 km lange normaalsporige tramlijn besloten. De lijn (A, vanaf februari 2014: T1) zou gaan lopen van “Université” in het zuid-oosten via het centrum van Valenciennes naar de Espace Villars in Denain in het zuid-westen en zou 26 haltes tellen.

De bouw van het eerste gedeelte van “Université” naar Dutemple vond plaats in 2004-2005. Van die gelegenheid werd ook gebruik gemaakt om alle nuts­voorzieningen grondig te herzien en ook om in Valenciennes de straten waar de tram doorheen ging rijden onderhanden te nemen. De bouwkosten van dat eerste gedeelte bedroegen 250 miljoen euro en in juni 2006 werd dat gedeelte van de lijn geopend. Eind augustus 2007 werd het gedeelte van Dutemple naar de Espace Villars in Denain geopend. De bouwkosten daarvan bedroegen 70 miljoen euro. Het hele proces van voorbereiding en bouw van het eerste gedeelte wordt met veel foto’s uitvoerig beschreven in [3].

Het eindpunt “Espace Villars” van lijn T1 in Denain op 17 januari 2018. Foto: Frits van Buren.

De gehele lijn is dubbelsporig. Het gedeelte van Anzin naar Denain maakt gebruik van het tracé van een oude spoorlijn. Het spoor ligt daar dan ook in een ballastbed en is voorzien van een spoorweg-bovenleiding. Ook de halteafstanden zijn er groot. In de buurt van de halte Saint Waast aan lijn T1 zijn nieuw werkplaatsen voor tram en bus gebouwd en op vijf plaatsen zijn er riante P+R parkeerterreinen aangelegd.

In 2014 werd een tweede lijn (T2) van “Université” naar het eindpunt “Le Boulon” in Vieux-Condé geopend. Daarmee bereikte het tramnet een lengte van 33,8 km. Vanaf de aftakking bij de “Pont Jacob” is die lijn grotendeels enkelsporig, maar een aantal haltes is dubbelsporig. Het eerste gedeelte loopt door nogal vervallen wijken.

Tram van lijn T1 vertrekt van de halte “Bellevue” in de richting van het eindpunt “Université” op 17 januari 2018. Foto: Frits van Buren.

Exploitatie

Er zijn 30 bij Alstom in Aytré bij La Rochelle gebouwde vijfdelige twee-richtingtrams van het type Citadis 302 met een 100% lage vloer en een lengte van bijna 33 meter beschikbaar. In het algemeen wordt vlot doorgereden en de trams rijden dan ook goed. De trams zijn – zeker in de spitsuren – behoorlijk bezet. Het enige dat opvalt is het feit dat de deuren aan de onderzijde een kier vertonen, die niet helemaal past bij het Noord-Franse klimaat.

De exploitatie geschiedt sinds 2015 door een dochtermaatschappij van de RATP-groep: Transvilles. De website www.transvilles.com geeft onder andere informatie over dienstregelingen en kaartverkoop. Dat dit meer een interlokale dan een stadstram is, blijkt ook wel uit de dienstregeling: de eerste tram begint om 5 uur in de ochtend, maar de laatste tram eindigt al tussen 9 en 10 uur s’ avonds. Op zon- en feestdagen rijden er aanzienlijk minder trams.

Citadis 07 op lijn T2 bij Condé Hotel de Ville op 6 september 2014. Foto: Paul van Baarle.

Dagkaart

Op alle haltes staat een kaartautomaat waaruit voor € 3,80 (ook met munten) een dagkaart (journée Transval) kan worden verkregen. Deze dagkaart moet elke keer bij het instappen “gevalideerd” worden in de bij elke deur aangebrachte automaat in de tram. Deze automaten kunnen zowel een chipkaart als de kartonnen dagkaart lezen. Die moet dan in de pijlrichting, maar merkwaardig genoeg wel met de blanco kant boven, in een sleuf gebracht worden.

De dagkaart TransVal – journée met links de voorzijde en rechts de automaatafdrukken op de achterzijde.

Met eerst een rit met lijn T1 van Espace Villars naar het andere eindpunt Université (49 minuten rijtijd), dan van het eindpunt Université van lijn T2 naar het eindpunt Le Boulon in Vieux-Condé (68 minuten rijtijd) en terug naar het station “Gare” (rijtijd 49 minuten) en tenslotte met lijn T1 terug naar het eindpunt Espace Villars in Denain (rijtijd 29 minuten) kan een heel aardige indruk van de stad met zijn omgeving en het tramnet worden gekregen.

Met medewerking van Paul van Baarle.


[printfriendly]

Vakantietip

In deze rubriek belichten we een populaire en/of interessante vakantiebestemming met bijzondere railattracties in de omgeving. Heeft u een vakantie­tip? Laat het ons weten!

Tip de redactie


Van Nederland naar Valenciennes

Valenciennes heeft elk uur een TGV-verbinding naar Paris Nord. De reis per trein Utrecht naar Valenciennes vraagt op zijn snelst ongeveer 4½ uur met drie keer overstappen (Rotterdam Centraal, Antwerpen Centraal en Lille Flandres). Dezelfde reis per auto  verloopt met ongeveer drie uur heel wat sneller. Een idee is om (gratis) te parkeren op de parkeerplaats bij het eindpunt Espace Villars van lijn T1 in Denain of op de parkeerplaats van de vlakbij gelegen Carrefour.

Veel informatie over Valenciennes en omgeving is te vinden op de website van de toeristische dienst van Valenciennes.

Meer lezen over de tram in Valenciennes

[1] J. Robert, Histoire des transports dans les villes de France, 1974, blz. 485

[2] M. van Witsen, Op de Rails (2015)(1) 34-35.

[3] J. Tanche, Renaissance d’un tramway, Punch Editions, 2006.

[4] G. Stoer en M. van den Toorn, Op de Rails (2010)(11) 567-571

[5] G. Stoer en M. van den Toorn, Op de Rails (2010)(12) 609-613

[6] J. Tricoire, Le tramway en France, La vie du rail, 2007, blz. 148-153.

[7] C. Groneck en R. Schwandl, Tram Atlas Frankreich, Rober Schwandl Verlag, Berlin, 2014, blz. 156

De gedetailleerde geschiedenis van de tram in Valenciennes tussen 1881 en 2010 is beschreven in twee artikelen [4,5], terwijl die geschiedenis tot 2007 beknopt beschreven is in [6]. Het net met inbegrip van de lijn T2 is met een zeer gedetailleerde kaart kort beschreven in [7]. Een iets eenvoudiger kaart vindt u hier.

[7] is te koop in de NVBS-winkel. [1, 3 en 6] zijn aanwezig in de bibliotheek van de NVBS. Winkel en bibliotheek zijn alleen toegankelijk voor NVBS-leden.