De top tien van Leo de Jong

Als gevolg van de corona-crisis zijn er deze maand geen nieuwe artikelen om te bespreken. Ze zijn nog onderweg uit Italië, Engeland of Zweden. Daarom een andere opzet. Net zoals vele mensen werk ik thuis, als op een veilig, maar onbewoond, eiland. Als ik slechts 10 spoorwegboeken naar mijn eiland mocht meenemen, welke zouden dat dan zijn? Hieronder de lijst in volgorde van persoonlijke voorkeur.


➉ Opkomst en ondergang van de Noord-Friesche Locaal-Spoorwegmaatschappij

Oege T. Kleijne, Gegarandeerd Onregelmatig 2013 (520 blz.)

“In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister”, maar niet met dit boek van onderzoeksjournalist Oege Kleijne. Want hier wordt ieder spoor tot het eind gevolgd. Het boek staat daarom boordevol met kadertjes voor zijspoortjes, tussen­doortjes en aanvullingen. Het is daarmee een aantal boeken door elkaar over hetzelfde onderwerp. Dus multi­tasking voor de lezer. Bijzonder interessant aan dit dikke boek is dat er ook veel aandacht is voor de concurrenten. In de eerste plaats de NTM, maar er is ook een hoofdstuk over de (wilde) bussen in Noord-Friesland, inclusief een overzicht van de lijnen en exploitanten in 1923 en 1924. Vooral de route Leeuwarden – Dokkum was geliefd: met de trein moest men omrijden via Holwerd en met de NTM kon het niet, anders dan in aansluiting op de trein naar Veenwouden. Dit is duidelijk te zien in een kaart van Dick van der Spek op blz. 227. Overheidsmaatregelen om de wildgroei te beteugelen waren niet altijd effectief en bovendien niet erg populair, leren we. Voor wie alle 520 bladzijden heeft gelezen, zijn er nog bijlagen op internet ‘voor de railliefhebber die de diepte in wil’.

Plaatsnummer in de NVBS-bibliotheek: Sa-101.004

Het boek is ook nog te koop in de NVBS-winkel, artikelnummer 1030009


➈ Die Entwicklung der Lokomotive, II. Band (1880-1920)

Erich Metzeltin, Callwey Reprint 1981 (511 blz.)

Zoals bij veel hobbyisten begon mijn belangstelling bij modeltreinen en dan kom je vanzelf bij Duitse treinen terecht, want de populairste fabrikanten kwamen uit Duitsland. Modeltreinen uit Engeland waren toen van mindere kwaliteit en Nederlandse modeltreinen waren er vrijwel niet. Dus de eerste boekjes gingen over Duitse locomotieven, de Taschenbücher van uitgever Franckh waren heerlijk ‘gründlich’ en smaakten altijd naar meer. Deze herdruk van een boek uit 1937 is met ruim 500 bladzijden duidelijk meer en ook een typisch voor­beeld van Duitse degelijkheid. Bijkomend voordeel is dat ook locomotieven uit Oostenrijk, Hongarije en Nederland worden behandeld, want die behoorden ook tot het Vereinsgebiet der Mitteleuropäischer Eisenbahnverwaltungen. Vanzelfsprekend gedateerd voor wat betreft de illustraties, maar vooral de vele maatschetsen spreken mij zeer aan. De meeste locs ken ik wel, dus meer is eigenlijk niet nodig.

Plaatsnummers in de NVBS-bibliotheek: Sm-030.033.4 (origineel uit 1937), Sm-430.268.3 (herdruk uit 1981)


➇ The History of British Railway Carriages 1900-1953

David Jenkinson, Pendragon 1996 (2 delen, totaal 552 blz.)

De belangstelling voor Engelse spoorwegrijtuigen komt bij hobbyisten later op dan voor (stoom)locomotieven. De eerste boeken over dit laatste onderwerp verschijnen al rond de vorige eeuwwisseling. Het eerste Engelse boek over rijtuigen is – zover ik weet – van Cuthbert Hamilton Ellis uit 1949: Nineteenth Century Railway Carriages in the British Isles. De belangstelling voor de tractie verklaart mogelijk ook waarom sommige hobbyisten maar weinig met de trein reizen, ze zijn blijkbaar vooral in de buitenkant geïnteresseerd. Die kun je niet zien als je in de trein zit. In Europa en Engeland in het bijzonder is inmiddels veel literatuur verschenen over rijtuigen. Er zijn Engelse boeken over de periode voor en na de Grouping en gedurende het BR-tijdperk. David Jenkinson is een van de grote kenners op dit gebied en dit is zijn belangrijkste boek over rijtuigen. Het eindigt in 1953 omdat dan de periode van de Mark 1-rijtuigen begint. Naast rijtuigen komen ook treinstellen en motorwagens aan bod. De auteur heeft ook meerdelige boeken over stoomlocs op zijn naam, waarbij hij met name belangstelling heeft voor de buitenkant! Dat wil zeggen, beschildering en belettering. Dat zij hem vergeven. Wie geluk heeft treft zijn boeken in de tweede­hands­afdeling van de NVBS-winkel aan.

Plaatsnummers in de NVBS-bibliotheek: Sm-480.089.1 (Volume 1), Sm-480.089.2 (Volume 2)


➆ When the steam railroads electrified (2nd Edition)

William D. Middleton, Indiana University Press 2001 (467 blz.)

De lange afstanden en bijbehorende lage trein­frequenties verhinderden doorgaande geëlektrificeerde spoorlijnen in de Verenigde Staten. Alleen de Pennsylvania Railroad en haar opvolgers bouwden een echt netwerk op (de North-East Corridor) maar kon dat alleen in het dichtbevolkte oostelijke deel van het land doen. De Milwaukee Railroad probeerde een transcontinentale lijn te elektrificeren, slaagde slechts deels en schrompelde daarna ineen totdat ze in 1986 werd overgenomen. Met de komst van diesels en de bijna-ondergang van het reizigersvervoer per spoor in de VS zag het ernaar uit dat ook de dagen van elektrische treinen waren geteld. Europese producten moesten de North-East Corridor redden. William D. Middleton was ingenieur bij de USNavy met belangstelling voor treinen en schreef veel boeken over het onderwerp, inclusief Interurbans. Hij schreef dit veelomvattende boek in 1974 en verzorgde ook de 2e editie uit 2001. Sindsdien zijn er veel plannen voor elektrische hogesnelheidslijnen in de VS, maar gebeurt er weinig concreets.

Plaatsnummer in de NVBS-bibliotheek: Sm-720.009.b


➅ Rails through the Clay

Alan A. Jackson & Desmond F. Croome, George Allen & Unwin 1962/1993 (574 blz.)

De Londense Underground is uniek. Eigenlijk twee systemen door elkaar, geëxploiteerd door één bedrijf. Alleen de echte ondergrondse lijnen worden de Tube genoemd en hebben een klein profiel (met één uitzondering) om kosten bij de dure aanleg te drukken. De treinen lijken tegenwoordig allemaal op elkaar, maar bestaan nog uit verschillende series, in tegenstelling tot het andere deel van het net met een ruim profiel, waar alle treinen nu grotendeels hetzelfde zijn. Het is bijna niet meer te geloven, maar de Tube begon met door locomotieven getrokken treinen. Op de Central Line naar Amerikaans ontwerp met de motor direct op de aangedreven assen. De bovenburen waren er niet blij mee. Daarom werd de aandrijving binnen een paar jaar verdeeld over verschillende wagens in een treinstel. Alan A. Jackson is kenner bij uitstek van het railvervoer in London en heeft hierover veel boeken geschreven. Vaak zijn er meer en steeds uitgebreidere drukken verschenen, ook van Rails through the Clay. Dat is ook nodig, want de ontwikkeling van het railvervoer in London staat niet stil dankzij telkens weer indrukwekkende projecten.

Plaatsnummer in de NVBS-bibliotheek: Ua-480.066


➄ British Railways Steam Locomotives 1948-1968

Hugh Longworth, OPC 2005 (320 blz.)

Met dank aan De Slegte in Haarlem ontstond bij mij belangstelling voor Engelse stoom, vooral de bedrijven voor de zogenaamde Grouping van 1923. Met name de boeken van Professor W.A. Tuplin (1902-1975) maakten indruk, ook al weet ik nu dat de inhoud soms met een korreltje zout moet worden genomen. Maar een compleet overzicht van de circa 400 series stoomlocs van British Railways gaven ze niet. Dat moest wachten tot een boek van H.C. Casserley werd gekocht bij V&D, een goedkope herdruk overigens van een boek uit 1961. Het verlangen naar meer informatie bleef. Pas in 2005 verscheen dit ultieme overzicht. Met natuurlijk veel nummers, datums en technische gegevens, maar ook een korte beschrijving van iedere serie. Voor lief moet worden genomen dat niet iedere type wordt afgebeeld, in een latere editie opgevangen door een kleine tekening per serie. Desondanks prefereer ik de eerste druk om te genieten van de enorme variatie die British Railways kreeg als gevolg van ruim een eeuw van ‘marktwerking’ in de Engelse spoorwegindustrie.

Plaatsnummer in de NVBS-bibliotheek: Sm-480.200


➃ British Railways after Beeching

G. Freeman Allen, Ian Allan 1966 (384 blz.)

Als er over British Railways wordt gesproken, komt – zelfs na meer dan 55 jaar – vaak nog de naam Beeching ter sprake en meestal in ongunstige zin. Dat is niet helemaal terecht, want hij legde de basis voor een moderne spoorwegbedrijf dat meer op de markt en klant was gericht. Zelfs The Beatles hadden dat begrepen en vroegen hem aan het einde van hun carrière om hun financiële perikelen op te lossen (waarvoor hij bedankte). Dit boek is geschreven door de hoofdredacteur van Modern Railways. Het verscheen vlak na het vertrek van de omstreden directeur en gaat daarom vooral over wat er in het Beeching-tijdperk is veranderd. Bijvoorbeeld de verandering van wagenladingen naar treinladingen: “The unit of freight movement is a train”. Of de opkomst van containertreinen, toen nog “Freightliner” genoemd. Veel van de plannen zijn niet uitgekomen, maar het optimisme wekt nostalgische gevoelens.

Plaatsnummer in de NVBS-bibliotheek: Sa-480.278


➂ Spoorwegen in Nederland van 1834 tot nu

Guus Veenendaal, Boom 2004 (604 blz.)

Nederlandse spoorweghistorie was redelijk ongrijp­baar voor de beginnende hobbyist in de jaren 60 en 70 totdat uitgever Wijt kwam met betaalbare boekjes van de heer van Wijck Jurriaanse, in hetzelfde formaat als de tramhistorie in de serie Trams & Tramlijnen, die ook trouw werden gekocht door uw auteur. De boeken over het spoor zaten boordevol met detail, waardoor het moeilijk was de hoofdlijn te volgen. Dat moest wachten tot de sympathieke auteur en historicus Guus Veenendaal het boek IJzeren Weg in een land vol water in 1998 schreef. Een paar jaar later werd het gevolgd door de nummer 3 in mijn lijst. Eindelijk de alles­omvattende geschiedenis. Weliswaar ligt het niet op mijn nachtkastje, zoals volgens het Reformatorisch Dagblad eens bij een president-directeur van de NS, maar toch, ik zou het niet willen missen. Voor wie de techniek in dit boek mist, zijn er volop boeken over de locomotieven en treinstellen, inclusief een sterk uit­gebreide druk van het werk van de heer Waldorp over de stoomlocs met mede­werking van Guus Veenendaal.

Plaatsnummer in de NVBS-bibliotheek: Sa-100.081.a


➁ La Légende des Trans-Euro-Express

Maurice Mertens & Jean-Pierre Malaspina, LR Presse 2007 (411 blz.)

Ontstaan in 1957 om Europa snel te verbinden in concurrentie met de sterke opkomst van de luchtvaart, was de TEE in de jaren 60 het summum op spoorweggebied, in ieder geval voor uw auteur. Ik ging als het kon dagelijks kijken naar de TEE-treinen die doorreden op station Haarlem. De vervanging van de Belgische reeks 15 door een diesel werd niet gewaardeerd en de buiten­dienst­stelling van het Nederlands/Zwitserse treinstel was een onvoorstelbare maatregel. De TEE’s werden uiteindelijk gedegradeerd tot EuroCity’s en later achter- of ingehaald door TGV’s. In 1995 was het definitief voorbij. En die mooie CC40100 zat nooit eens voor de Etoile du Nord. In dit prachtige boek staan ze allemaal, plus een beschrijving van het materieel, inclusief de fantastische Franse Inox-rijtuigen, waarvan de schrijver gewapend met twee toeslagen (1e klasse en TEE) en een Tienertoer ooit mocht genieten.

Plaatsnummer in de NVBS-bibliotheek: Sa-400.144 (Duitse vertaling)


➀ The Electric Interurban Railways in America

George W. Hilton & John F.Due, Stanford University Press 1960 (463 blz.)

De Amerikaanse professor Hilton heeft diverse standaardwerken op zijn naam. Dit was de eerste, er volgden nog boeken over de kabeltram en smalspoor in Amerika. Het boek combineert korte beschrijvingen van (bijna) elk interurban-bedrijf in de VS met een historisch overzicht van de opkomst van de industrie van 1890 tot WO I en de geleidelijke afbraak tot WO II. Een briljant boek, later door anderen, zoals William D. Middleton, aangevuld met fotoboeken en technische boeken en door de CERA met historische werken per staat of deel daarvan. Iedereen met belangstelling voor de interurban, nu meestal ‘light rail’ genoemd, hoort dit boek te lezen, in ieder geval het eerste deel.

Plaatsnummer in de NVBS-bibliotheek: Ua-720.021


Leo de Jong

[printfriendly]

Uit de winkel

In deze rubriek bespreekt Leo de Jong elke maand een aantal nieuwe boeken en dvd’s die recent zijn toegevoegd aan het rijke aanbod van de NVBS-winkel.

Door de bijzondere omstandigheden zijn er op dit moment geen nieuwe aanwinsten te melden. Vandaar dat Leo voor een andere opzet van deze rubriek heeft gekozen: zijn persoon­lijke top tien.

Een enkel boek is nog steeds te koop, de andere boeken bevinden zich in de NVBS-bibliotheek (die helaas tijdelijk gesloten is).


Winkel gesloten, webshop geopend

In verband met het coronavirus zijn de winkel en de bibliotheek van de NVBS tot nader order gesloten. Onze webshop op internet is wel geopend.

Bij de verzending van bestellingen kan vertraging optreden. Wij hopen dat je begrip kunt opbrengen voor deze uitzonderlijke situatie en juist nu bij ons wilt blijven bestellen.