Nog even dit — tips, reacties & nieuwtjes
Buiten-gewoon
Ciril van Hattum brengt in deze rubriek spoorse zaken die buiten het gewone liggen op een lichtvoetige manier voor het voetlicht. Deze keer bezien we een paar vertegenwoordigers van een fenomeen dat nu nog buiten-gewoon is, maar over circa twintig jaar wellicht niet meer: treinen, metro’s en trams zonder bestuurder.
Bij de eerste pogingen ging het wel eens mis, met name in Japan. Maar tegenwoordig zijn toch veel vervoersbedrijven hiermee bezig, ook in ons land. De NS, het GVB (de Noord-Zuidlijn) en ook Utrecht.
Het eenvoudigst is het te realiseren op korte trajecten zonder tussenhaltes, zoals op grote luchthavens tussen de verschillende terminals. Iets gecompliceerder was het in Singapore, waar in 1999 een acht kilometer lang traject geopend werd met 13 stations, waar de Bukit Panjang light rail ging rijden. De kleine rijtuigen rijden op rubber banden, de stroomrail ligt tussen de betonnen ‘rails’.
Op de foto is bij een van de dertien stations, Keat Hong, de 107 van fabrikant Adtranz zojuist vertrokken. Vanaf metrostation Choa Chu Kang bedient deze lijn de nieuwbouw in de wijk Bukit Panjang. Het bedrijf SLRT heeft achttien van deze rijtuigen aangeschaft; zij rijden bij drukte ook gekoppeld.
De eerste ‘metro’ in Europa zonder bestuurder reed in Lille: lijn 1 van de VAL (Véhicule Automatique Léger). Ook deze rijdt op rubber banden. Inmiddels zijn er twee lijnen en er volgen er wellicht nog meer.
Hier een beeld uit de begintijd met stel P25-H25 bij het station Triolo. Er werd toen, en wellicht ook nu nog, steeds met twee vast-gekoppelde rijtuigen gereden, beide met hetzelfde nummer maar een andere letter. In Lille is nog meer te beleven op tramgebied. De stadstram is weliswaar opgeheven maar de interlokale lijnen naar Roubaix en Tourcoing zijn er nog steeds. Tegenwoordig onder de naam Ilévia.
Het oude havengebied van Londen was in de jaren tachtig van de vorige eeuw nogal verloederd. De toenmalige mayor wilde hier verandering in brengen met interessante dingen voor de mensen. Maar die moesten er dan wel op een makkelijke manier kunnen komen: het werd geen underground, geen overground – die was er toen helemaal nog niet – maar een geheel nieuw concept: een geautomatiseerde spoorlijn op maaiveldniveau, op viaducten en in een enkele tunnel. De naam: Dockland Light Rail (DLR).
DLR ging in 1987 van start en werd in de jaren daarna steeds verder uitgebreid; het maakt deel uit van Transport for London (TfL). De bestuurder ontbreekt, dus kun je mooi voorin plaatsnemen voor een prachtig uitzicht. De snelheid is hoog en door de vele bochten en hellingen bij viaducten, is het net of je in een achtbaankarretje zit! Er is wel een trainguard aan boord voor kaartjescontrole, optreden bij noodgevallen en service aan passagiers.
Vanwege het ontbreken van een deur aan de voorzijde, vereist toen DLR bij uitbreiding de tunnel in moest, zijn de eerste 21 rijtuigen voor een miljoen DM per stuk verkocht aan Essen waar de plaatselijke EVAG al soortgelijk materieel bezat. Op de foto links het stel 06-77, gebouwd door Bombardier Transportation (dit is het tweede rijtuig dat dit nummer draagt). Op de andere foto staat een ex-DLR stel – nog in de oorspronkelijke kleurstelling – nu als EVAG 5203-5209 op lijn U18 aan het station Humboldring in Essen.
In de meeste westerse grote steden is het openbaar vervoer homogeen: ze hebben trams, of metro of beide, aangevuld met (trolley)bussen. Elders in de wereld is dit niet zo vanzelfsprekend. Bij voorbeeld in Kuala Lumpur. Daar verzorgen heel verschillende systemen het openbaar vervoer, waaronder één met materieel zonder bestuurder: de Kelana Jaya-lijn, voorheen Putra geheten.
Op de foto de treinstellen 108 en 123 bij terminal Putra-Gombak. De lijn is 29 km lang en loopt van het uiterste noordoosten naar het zuidwesten via het centrum; het traject wordt afgelegd in 45 minuten. Bombardier heeft het materieel geleverd in 1995 bij de start van deze route, 35 enkelgelede rijtuigen voorzien van lineaire inductiemotoren. Van de stator is vóór de 108 nog net een stukje te zien. Op de stroomrail opzij staat een spanning van 750 Volt. Er wordt in vaste combinaties gereden: de 108 rijdt dus met 208 en de 123 met 223.
Alle foto’s zijn gemaakt door de auteur: Ciril van Hattum.
Meer lezen over automatische railvoertuigen
De tram van Lille door Frits van Buren in NVBS Actueel, mei 2019.
Matra en de VAL door Frits van Buren in NVBS Actueel, juni 2020.
De vorige buiten-gewoon
Pim van Son uit Zoetermeer heeft gemeld dat bij de eerste foto in de vorige ‘buiten-gewoon’ iets niet klopt. De foto is van de Groenlosche Tram, die van 1915 tot 1922 een verbinding onderhield tussen Groenlo en station Lichtenvoorde-Groenlo, circa vier kilometer verderop. Waarschijnlijk is de foto bij een van de eindpunten gemaakt, maar dus niet in Lichtenvoorde.
Amerikaans sein voor de ZLSM
Bij de Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij (ZLSM) wordt de klassieke mechanische beveiliging nog steeds in ere gehouden. Er zijn bemande seinhuizen en de treinbewegingen worden met armseinen in goede banen geleid. Begin juli zijn er weer enkele nieuwe elementen aan de beveiliging toegevoegd, waaronder een groot bordessein in Simpelveld. Een andere nieuwe bijzonderheid is het ‘Amerikaanse’ sein: een voorsein langs de lijn naar Vetschau.
Dat sein is een overblijfsel van het automatische blokstelsel dat in de jaren 30 werd geïntroduceerd op een aantal drukbereden trajecten. Hiervoor werden armseinen volgens een Amerikaans ontwerp gebruikt. Toen deze armseinen werden vervangen door lichtseinen, kregen enkele exemplaren een andere bestemming. Omdat deze seinen elektrisch werden bediend, waren er geen trekdraden nodig. Trekdraden zijn lastig toe te passen bij bruggen of in situaties waarin het sein op grote afstand van het seinhuis staat. Het sein dat nu bij de ZLSM in gebruik is genomen, heeft jarenlang bij Spekholzerheide gestaan.
Speciale gast bij deze gebeurtenis was Kees van de Meene, vooraanstaand NVBS-lid en kenner bij uitstek van de beveiliging bij de Nederlandse Spoorwegen. Hij is auteur en mede-auteur van diverse publicaties op dit gebied. Hij wist de aanwezigen dan ook alles te vertellen over de achtergronden en werking van het blokstelsel waar dit sein ooit deel van uitmaakte.
Meer lezen
Voor een verslag van deze dag zie www.klassiekebeveiliging.com/nieuws.htm. Dit is een interessante website voor wie belangstelling heeft voor klassieke beveiliging in Nederland en Duitsland.
Veel informatie over de klassieke en moderne beveiliging van NS vind je in de seinwezennummers van Op de Rails: 1965-SW, 1969-SW, 1980-SW (om te lezen moet je zijn ingelogd als NVBS-lid).
In Op de Rails van september 2021 komt een interview met Kees van de Meene en Roef Ankersmit, ereleden van de NVBS. Samen hebben zij een belangrijke rol gespeeld bij het fotograferen en documenteren van de vroegere infrastructuur en beveiliging van de NS.
Ontspoordingen
In het vorige nummer lieten we een foto van een ontspoorwissel zien. Gert-Jan Hondelink wijst er op dat het beter is om te spreken over een ontspoortong. Het is immers geen echt wissel. Jan Roos weet nog een ontspoortong te liggen bij Geleen-Lutterade, in het aansluitspoor van Chemelot naar de lijn naar Sittard. Op een luchtfoto is deze ontspoortong goed te zien.
Hierboven nog een foto van een ontspoortong. Deze zat in een kopspoortje van Utrecht CS, waar vaak locomotieven stonden te wachten op hun volgende dienst. Dat was in de tijd waarin het nog heel gewoon was om getrokken treinen te laten kopmaken door met locomotieven te rangeren. Links DE5 187, een van de treinstellen waarmee de NVBS die dag een rit naar Groningen zou maken.
Op de laatste foto zien we de luxe variant van de ontspoortong: een veiligheidskopspoor. Een trein die wegrijdt wanneer dat nog niet de bedoeling is, wordt via het wissel onverbiddelijk naar een stootblok geleid.
TEE naar Transportmuseum
Het TEE-treinstel dat jarenlang in Amsterdam stond weg te kwijnen op het emplacement Dijksgracht, is afgelopen week overgebracht naar het Nederlands Transport Museum (NTM) in Nieuw-Vennep. Eerst werd het treinstel naar de Watergraafsmeer gesleept. Daar stond nog een rijtuig, dat in het treinstel werd gerangeerd. Zo werd de DE4 opeens een DE5, maar dat was maar tijdelijk.
Op maandagochtend 23 augustus werd het treinstel van de Watergraafsmeer naar de Zaanstraat gesleept. Vandaar werden de vijf bakken een voor een over de weg getransporteerd naar het NTM. Daar staan ze nu naast het museum, in afwachting van de verhuizing van dat museum naar een nieuwe locatie.
Het TEE-treinstel is op dit moment van de ondergang gered, maar de toekomst is nog lang niet zeker. Er is nog heel veel geld en andere steun nodig. Kijk voor meer informatie op Facebook of op nederlandstransportmuseum.nl.
Meer lezen
Reddingsoperatie TEE-treinstel in NVBS Actueel, mei 2021
Modelbouwen op schaal 1:1 in NVBS Actueel, juni 2021
[printfriendly] |
Nog even dit…Reacties van lezers, aanvullingen op eerdere artikelen, oproepen en leuke nieuwtjes. Dit zijn zaken die thuishoren in “Nog even dit…”. Heb je ook iets te melden? Laat het ons weten! |
De spooragenda is een initiatief van kennisnetwerk Railforum. Hierin worden bijeenkomsten vermeld die interessant zijn voor professionals en andere belangstellenden in de spoorwereld. Ook de NVBS is bij deze agenda aangesloten. Meer nieuwsOp onze website vind je activiteiten van de NVBS. Ook vind je op onze website railtips met informatie over bijzondere ritten en interessante tentoonstellingen. Dagvers nieuws vind je verder op de NVBS-pagina op Facebook. Railtheater Amsterdam (RTA)Het RTA is op dit moment niet in de gelegenheid om bijeenkomsten te organiseren. Als alternatief is er een Digitaal Railtheater op YouTube. Hier worden regelmatig filmpjes aan toegevoegd. De links naar deze filmpjes vind je op www.railtheater.nl. |
ZoekkaartjeGerrit van Straaten kocht onlangs enkele vervoerbewijzen via Marktplaats. Daarbij zat ook een kaartje waar de verkoper niets over kon vertellen. Op het locomotiefje is te lezen “Klein Joepdorp”. Deze naam is niet via Google te vinden, ook niet in combinatie met de plaatsnaam Bronkhorst. Het kaartje is geknipt met een ponsje zoals NS enige tijd gebruikt heeft voor bijvoorbeeld railrunnerkaartjes. Wie kan iets vertellen over de herkomst van dit kaartje? Reacties zijn welkom via nieuwsbrief@nvbs.com. |