Nog even dit — tips, reacties & nieuwtjes

Buiten-gewoon

Ciril van Hattum brengt in deze rubriek spoorse zaken die buiten het gewone liggen op een lichtvoetige manier voor het voetlicht. Deze keer: trams op spoorrails.

Spoorwegbedrijven hebben materieel in dienst in allerlei soorten en maten: van zware locomotieven, lange treinstellen tot locomotoren en kleine personen­rijtuigen. Maar het is wel buiten-gewoon vreemd wanneer spoor­weg­maat­schap­pijen voor (een deel van) hun trajecten gebruik maken van tram­rijtuigen.

Om voorbeelden hiervan te zien hoeven we niet ver van huis te gaan. Vanaf 2 maart 2003 maakte NS op haar spoorlijn van Gouda naar Alphen a/d Rijn gebruik van trammaterieel, gehuurd van de HTM. Het was een zogenaamde ‘lightrail-proef’.

Boskoop, bij station. 19-6-2008

Duidelijk zijn aan de voorzijde van de tram de beide logo’s te zien, van NS en van HTM. Normaal werd niet in driespan (6105-6104-6103) gereden, maar in enkel- of dubbeltractie. De spanning van de bovenleiding werd door middel van een omvormer in de trams verlaagd van 1800 naar 750 Volt.

Oorspronkelijk was het de bedoeling een lightrail-lijn te creëren van Gouda via Alphen a/d Rijn naar Leiden en verder naar Katwijk en Noordwijk, ten faveure van beide laatste badplaatsen en de Leidse binnenstad. Zover kwam het echter niet en ook deze ‘lightrail-proef’ eindigde al vrij snel: op Oudjaarsdag 2009 was de laatste rit. Het A32-materieel van Bombardier kon de HTM kwijt aan Stockholm, waar al met dezelfde trams werd gereden.

Castellum is de naam van een vinexwijk in Houten-Zuid. De NS kon er niet stoppen want daarvoor waren er geen sporen genoeg. Een tijdelijke oplossing werd gezocht in een enkelspoortje tussen Houten en Castellum, lengte 1,9 km. Alweer kwam de HTM de NS te hulp: op dit korte stukje spoor ging de NS rijden met een van de trams die de HTM kort daarvoor van Hannover had overgenomen als versterking voor lijn 11: Düwag-rijtuigen gebouwd rond 1977.

Vlakbij het eindpunt Houten-Castellum, 24-1-2001

De voetgangersbrug bood de inwoners aan gene zijde de mogelijkheid het vertrek­punt in Castellum te bereiken. Trams 6016 en 6021 waren aanvankelijk beschikbaar; op de foto de danig door grafitteurs bewerkte 6021. Dit trambedrijf heeft bestaan van 8 januari 2001 tot 14 december 2008. Bereikbaarheid over de weg was sindsdien beter geworden en NS nam het vervoer over met bussen. Het zou daarna nog twee jaar duren voor de spoorverdubbeling een feit was en de trein de stopdienst kon overnemen.

Stern und Hafferl Verkehrsgesellschaft (S&H) is een Oostenrijkse spoorweg­maatschappij die onder meer een aantal korte spoorlijnen in het bondsland Oberösterreich exploiteert. Een daarvan, de Traunseebahn, loopt van Vorchdorf naar Gmunden-Seebahnhof. Even verderop, aan de overkant van de rivier de Traun, begint een andere lijn die naar het station gaat. Zo was de toestand tot voor kort, want sinds september 2018 zijn beide lijnen gekoppeld en is ook het materieel waar het hier over gaat vervangen door kloek vijfdelig lightrail-materieel.

Gmunden, 5-10-1989

Op de metersporige lijn naar het station reed S&H met gewone tramrijtuigen, zoals deze tweerichting-wagen met deuren aan één zijde. Bijzonder is ook dat deze lijn – geopend in 1894 – de eerste elektrische tramlijn van Oostenrijk was. Op de foto rijdt motorrijtuig 8 over de Alois Kaltenbrunerstrasse op weg naar het eindpunt aan de Rathausplatz in Gmunden.

Trencianské Teplice is een dorp in het westen van Slowakije, weliswaar klein maar toch een vrij luxe kuuroord oftewel badplaats. Toen de mensen nog nauwelijks auto’s bezaten, was het echter moeilijk bereikbaar. Het naastbij gelegen station bevond zich in het stadje Trencianské Tepla, vijf km verderop. Het spoorweg­bedrijf besloot een lijn van 760 mm spoorwijdte aan te leggen van de stad naar de badplaats. Het rollend materieel heeft altijd een tramachtig karakter gehad.

Trencianské Teplice, 9-7-2007

Motorrijtuig 411 901, niet ver van het eindpunt gefotografeerd. Vroeger was het rood geschilderd, zoals het meeste materieel in Tsjechoslowakije. De laatste jaren nam ook in Slowakije het particulier autobezit fors toe waardoor Trencianské Teplice beter bereikbaar werd. Met als gevolg dat het aantal trampassagiers drastisch verminderde. Daarom besloot het Slowaakse spoorwegbedrijf Železnička Spoločnost in 2011 deze spoorlijn te sluiten en kwam er ook een eind aan deze ‘spoortram’, net als aan de drie voorgaande. De baan is blijven liggen en vanaf 2015 wordt er incidenteel weer gereden.

Buenos Aires kent sinds 1913 een metrobedrijf, de Subte (Subterranéos de Buenos Aires) dat momenteel uit zes lijnen bestaat. Een daarvan is lijn E. De exploitant Metrovias wilde deze lijn verlengen, maar het stadsbestuur zag dat niet zo zitten gezien de onvoldoende verwachte toeloop van passagiers: het werd een tram!

Premetro 3 op de Intendiente Julio Saguer, 5-11-1988

Fabrikant Materfer in Cordoba bouwde samen met Siemens 25 motorrijtuigen voor deze in 1987 gestarte lijn van ruim zeven kilometer lengte. Het beginpunt ligt bij het eindpunt van Subte-lijn E, en deze tramlijn werd E2 genoemd. Het eindpunt luistert naar de naam General Savio.

Alle foto’s zijn gemaakt door de auteur: Ciril van Hattum.

Diesel op de SOEG

In de vorige ‘buiten-gewoon’ stond dat er voor zover bij de auteur bekend alleen stoomlocomotieven hebben gereden op de spoorlijnen van de Sächsisch-Ober­lausitzer Eisenbahn Gesellschaft (SOEG) van Zittau naar de Kurorte Oybin en Jonsdorf. John Krijgsman uit Rotterdam is beter op de hoogte en laat ons het volgende weten:

Van vier in 1938 gebouwde motorrijtuigen kwam er één, de VT 137 322 naar de SOEG en heeft daar korte tijd gereden want er was in WOII geen brandstof meer voorhanden. Van 1947 tot 1964 werd deze VT als versterking ingezet op het deeltraject tussen Bertsdorf en Kurort Jonsdorf. Tussen 1954 en 1957 heeft ook de VT 137 600 nog dienstgedaan maar dat was geen succes.

De VT 137 322 werd in 2007 gerestaureerd en is eigendom van het Verkehrs­museum Dresden. Het motorrijtuig wordt sindsdien regelmatig ingezet op de rails van de SOEG.

Motorrijtuig VT 137 322 (ex DR VT 137 322) van het Verkehrsmuseum Dresden op de Zittauer Schmalspurbahn komt aan in Bertsdorf uit Kurort Oybin op 6 oktober 2007. Foto: G. Kuschy, collectie NVBS Railverzamelingen.


Boekpresentatie “Voor de draad ermee”

Binnenkort verschijnt het boek Voor de draad ermee. Bovenleiding in Nederland 1924-1966. Het is geschreven door Jan Tromp en wordt uitgegeven door Lycka till Förlag. In het boek staan onder andere foto’s die door de NVBS ter beschikking zijn gesteld.

Dit boek biedt een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen die geleid hebben tot een keuze voor het huidige gelijk­stroom­stelsel en de inrichting en uitbreiding van het geëlektrificeerde deel van het Nederlands spoorwegnet tot ongeveer 1966. Tevens geeft het een overzicht van het proefbedrijf op de Oude Lijn vanaf 1924 en de uitbreiding van de elektrificatie tot aan de Tweede Wereld­oorlog. De gevolgen van die oorlog en later de Watersnoodsramp komen uiteraard ook aan bod, net als de uitbreidingen van het geëlektrificeerde net naar het zuiden, oosten en noorden van het land. Speciale aandacht wordt geschonken aan de constructie van de bovenleiding en de energievoorziening.

Boekpresentatie

Op zaterdag 30 oktober 2021 vindt de presentatie van dit boek plaats in NVBS Centraal. De presentatie begint om 13.00 uur; de winkel en de bibliotheek zijn vanaf 12.00 uur geopend.


Aanbieding uitgeverij Matrijs

Uitgeverij Matrijs bestaat dit jaar veertig jaar. Om dit te vieren organiseert zij een jubileumactie: tot en met 31 december 2021 zijn veertig titels in prijs verlaagd. Voor spoorweg­belangstellenden zijn de volgende boeken misschien interessant:

Verjongd stadshart. Een nieuw Utrecht Centraal. Boek over de uitbreiding van het stationsgebied in Utrecht en de ontwikkeling van Utrecht als knooppunt in Nederland. Van € 29,95 voor € 14,95.

Sporen naar Arnhem Centraal. Dit boek vertelt de geschiedenis van de stations in Arnhem, in samenhang met de ontwikkeling van het openbaar vervoer rond de stad. Van € 24,95 voor € 12,95.

Hanzelijn. Oude en Nieuwe Land verbonden. Dit boek gaat over de totstand­koming van de Hanzelijn. Van € 24,95 voor € 12,95.

Voor meer informatie en andere titels uit de jubileumactie zie www.matrijs.com.

Opmerking: de hier genoemde boeken zijn niet te koop in de NVBS-winkel.



[printfriendly]

Nog even dit…

Reacties van lezers, aanvullingen op eerdere artikelen, oproepen en leuke nieuwtjes. Dit zijn zaken die thuis­horen in “Nog even dit…”. Heb je ook iets te melden? Laat het ons weten!

Mail de redactie



De spooragenda is een initiatief van kennisnetwerk Railforum. Hierin worden bijeenkomsten vermeld die interessant zijn voor professionals en andere belang­stellenden in de spoor­wereld. Ook de NVBS is bij deze agenda aan­gesloten.

Meer nieuws

Op onze website vind je activiteiten van de NVBS.

Ook vind je op onze website railtips met informatie over bijzondere ritten en interessante tentoonstellingen.

Dagvers nieuws vind je verder op de NVBS-pagina op Facebook.

Railtheater Amsterdam (RTA)

Het RTA is op dit moment niet in de gelegenheid om bijeen­komsten te orga­ni­seren. Als alternatief is er een Digitaal Railtheater op YouTube. Hier worden regelmatig filmpjes aan toe­gevoegd. De links naar deze filmpjes vind je op www.railtheater.nl.



Trams in de kunst

De website Trams in popular culture besteedt aandacht aan kunstuitingen waarin de tram (en de trein) een rol speelt. Een bekend voorbeeld is het  toneelstuk A Streetcar Named Desire, dat verschillende malen werd verfilmd en waar zelfs een opera van is gemaakt. Van Alfred Hitchcock is bekend dat hij erg geïnteresseerd was in railvervoer, met name Londense trams, en dat zie je in verschillende van zijn films terug.

Deze tip kregen we van Gerrit van Straaten, die in Op de Rails 2020-09 een artikel schreef over Trein en tram in de kunst.


Einde zomertijd

Op zondag 31 oktober 2021 eindigt de zomer­tijd. De klokken moeten dan een uur achteruit worden gezet.

Vroeger had elke plaats zijn eigen tijdrekening. Uitgangspunt was de stand van de zon: als die op z’n hoogst aan de hemel stond, was het 12 uur. Omdat de zon uit het oosten opkomt, was het in Zwolle eerder 12 uur dan in Zierikzee.

In de goede oude tijd, toen er nog geen treinen reden, was dat geen probleem. Daarna werd het lastiger. De spoor­wegen hanteerden daarom hun eigen tijdrekening: de stations­klokken gaven overal dezelfde tijd aan. Maar de klokken in de stad zelf gaven vaak nog wel de afwijkende, lokale tijd aan. Aan deze situatie is op een bepaald moment een eind gekomen: iedereen ging zich aan de spoortijd houden.

Wie weleens naar een stationsklok heeft gekeken, zal hebben gezien dat de secondenwijzer iets te snel ronddraait. Na zo’n 58 seconden blijft ze even stilstaan, in afwachting van een elektrische puls om een nieuw rondje te gaan draaien. Op dat moment verspringt ook de minutenwijzer een streepje.

Dat signaal is afkomstig van een ‘moederklok’. Vroeger was dat een echte klok die in Utrecht en andere grote stations stond. Tegenwoordig wordt gebruik gemaakt van een dienst van de KPN, die pulsen via de telefoonlijn verstuurt. Inmiddels zijn er ook andere systemen in opkomst.

Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat alle stationsklokken in het land altijd precies gelijk lopen. Het is ook eenvoudig om ze allemaal tegelijk een uur vooruit te zetten: dan worden er kort achter elkaar zestig pulsen verstuurd.

Bij de overgang van winter- naar zomer­tijd gaan de stations­klokken vanaf 2 uur ‘s nachts sneller draaien tot ze 3 uur aangeven. Bij de over­gang van zomer- naar winter­tijd lopen de klokken door tot 3 uur en draaien daarna snel verder tot ze 2 uur aangeven (vroeger bleven ze om 2 uur een uur lang stil staan).

Er wordt op Europees niveau al jaren gesproken over het stoppen met het twee keer per jaar veranderen van de tijd, maar voorlopig zijn we hier nog niet van af. Op zondag 27 maart 2022 moeten de klokken weer een uur vooruit.

Lees meer over stationsklokken en spoortijden.

Nico Spilt