Nog even dit…

Reacties van lezers, aanvullingen op eerdere artikelen, oproepen en leuke nieuwtjes. Dit zijn zaken die thuis­horen in “Nog even dit…”. Heb je ook iets te melden? Laat het ons weten!

Ons mailadres: nieuwsbrief@nvbs.com.


Trenčianska Elektrická Železniceb (TREŽ)

Per opgeheven spoorlijn naar de badplaats

Een korte spoorlijn waarop trams de dienst uitmaakten, is ruim tien jaar geleden opgeheven. Het betreft een secundaire spoorlijn die een kleinere plaats met het verderop gelegen station van een buurgemeente verbond. Bij de aanleg van de spoorlijn werd deze kleinere plaats op afstand gepasseerd omdat die kennelijk niet belangrijk genoeg was om de route er dicht langs te voeren. Het station lag dus ver van het centrum. Het werd aanvankelijk aan de reizigers overgelaten hoe zij van het station naar het centrum v.v. kwamen.

Trenčianske Teplice ligt in het westen van Slowakije in de regio Trenčin en heeft 4000 inwoners. Al in de zestiende eeuw werden hier hete bronnen ontdekt die later geëxploiteerd werden waardoor het dorp een ‘spa’ werd waar veel mensen op af kwamen voor hun gezondheid of voor de fun. In de tijd dat de meesten nog geen auto bezaten, was de bereikbaarheid echter slecht want een spoorstation ontbrak dus. Een paardenomnibus kon slechts maximaal zes personen mee­nemen.

De Donaumonarchie waar het gebied toe behoorde liet ter verbetering in het begin van de vorige eeuw een smalspoorlijn (760 mm) aanleggen tussen de badplaats en het 5,9 kilometer verderop gelegen station van Trenčianske Teplá, een stadje slechts weinig groter dan Teplice. Dit station ligt aan het spoor van Bratislava naar Žilina. In 1909 werd de nieuwe lijn voor publiek geopend; het materieel bestond uit tweeassige tramrijtuigen, afkomstig uit de fabriek in het Hongaarse Györ.

Motorwagen M24001 in de remise, compleet met rode ster, uitvoering circa 1946. Foto: Jan Kaplicky.

Na de Eerste Wereldoorlog ging dit gebied behoren tot de nieuwe republiek Tsjechoslowakije en nam het staatsspoorwegbedrijf ČSD de exploitatie over met hetzelfde materieel, echter met een nieuwe nummering. Hoeveel van dit materieel het bedrijf heeft gehad is mij niet bekend. Toen de voertuigen veertig jaar dienst hadden gedaan, besloot ČSD nieuwe trams aan te schaffen. In 1951 werden drie motorwagens en twee aanhangwagens geleverd door Tatra Studénka. Het waren voor die tijd moderne vierassers. Uiteraard in voornamelijk rode uitmonstering, gebruikelijk bij de trambedrijven van toen. Enigszins merkwaardig dat ČSD zich als spoorwegbedrijf conformeerde aan de kleurstelling die tram­bedrijven voerden.

Sinds de modernisering in 1980 dragen ze de nummers 411.901, 2, 3 (motor­wagens) en 911.901, 2 voor de aanhangers (met stuur­stand). De boven­leiding­spanning is enige malen veranderd maar bedroeg sinds 1985 600 volt gelijk­spanning. Tussen begin- en eindpunt werd – op verzoek – vijf maal gestopt. De rijsnelheid kwam niet boven de 30 km/h uit waardoor de rit ongeveer een kwartier duurde.

Tramstel op weg van Trenčianske Teplice naar T. Teplá in 1991. Wat die beide mannen daar in het water uitvoeren is een nog niet opgelost raadsel. Foto: Gerard Stoer.

Op 1 januari 1993 werd Tsjechoslowakije gesplitst in Tsjechië en Slowakije en reed deze tram voortaan in dit laatste land. Dat kreeg ook een eigen spoor­weg­maatschappij, Železnička Spoločnost (ŽSR), welke naam voortaan ook de eerdergenoemde vijf rijtuigen gingen dragen. Rond de eeuwwisseling, het ‘nieuwe’ materieel maar ook de infrastructuur waren toen al redelijk bejaard, besloot ŽSR zogenaamd uit veiligheidsoverwegingen de lijn stil te leggen. Iedereen dacht dat dit het einde betekende van deze fraaie minispoorlijn maar dat bleek niet waar te zijn. Want al kort na de stillegging begon men de sporen en de bovenleiding te vernieuwen en ook de mechanische apparatuur van de rijtuigen te reviseren. In de loop van 2001 werd de dienst hervat: het materieel was inmiddels blauw geschilderd wat meer paste bij het spoorwegbedrijf.

Tram ŽSR 411.901-2 bij het station in Trenčianske Teplá (2007). Foto: Ciril van Hattum.

Weliswaar wat minder snel dan bij ons, maar ook in Slowakije nam de welvaart toe met als gevolg dat het particulier autobezit toenam. Dit had weer tot gevolg dat steeds minder reizigers de tram namen om van het station naar Trenčianske Teplice te gaan. Het reizigersaantal van de tram daalde dan ook spectaculair en de minispoorlijn draaide met verlies. Reden voor ŽSR om de lijn in 2011 op te heffen. Anders dan in Nederland wordt dan niet meteen de hele zaak opgeruimd. De enige reden tot opheffing was de verliesgevendheid van de lijn. De sporen lagen niet in de weg en het spoorbedrijf kon de zestig jaar oude tramrijtuigen nergens anders inzetten. Dit alles betekende dat de hele zaak intact bleef met als enig verschil dat er niet meer werd gereden. Althans niet door de ŽSR.

Omdat baan, bovenleiding en materieel pas tien jaar geleden grondig waren opgeknapt, zat niets het blijven rijden in de weg. Een groep personen die zich verenigden onder de naam Trenčianska Elektrická Železnice (TREŽ), een onderneming zonder winstoogmerk, kreeg toestemming om in het seizoen op beperkte schaal weer te gaan rijden. Of dat al meteen in 2012 gebeurde of pas later is onduidelijk. En nu, jaren verder, wordt er nog steeds gereden. Sommige rijtuigen zijn weer terug in het rood geschilderd. Het aantal passagiers ligt hoger dan verwacht. Er is zelfs sprake van vervanging van het materieel door moderne lagevloerrijtuigen! Hoe dat te rijmen valt met een spoorlijntje, geëxploiteerd als toeristische attractie met een beperkte dienstregeling, is raadselachtig.

Hoe dan ook, ondanks de officiële opheffing is het heden ten dage en ook in de toekomst nog mogelijk om met deze minispoorlijn de badplaats Trenčianske Teplice te bereiken. En een bezoek aan deze regio gelegen in de Witte Karpaten is beslist de moeite waard.

Ciril van Hattum


Uit de schatkamer van de SNR

Zoetermeerlijn en sprinters SGM

In deze rubriek laat Gerrit van Straaten enkele bijzondere vervoerbewijzen uit de collectie van de Stichting NVBS-Railverzamelingen (SNR) zien. Daarbij sluit hij meestal aan op een recent artikel in Op de Rails.

In Op de Rails van augustus 2022 staat een artikel over de Sprinters SGM, in eerste instantie vooral ingezet op de Zoetermeerlijn. Deze “stadsspoorweg” werd aangelegd voor het forensenvervoer tussen de nieuwbouwstad Zoetermeer en Den Haag in een periode dat er nog niet gedacht werd aan “light rail”. Derhalve werd op deze lijn zwaar spoorwegmaterieel ingezet en werden in het stadsgebied een aantal betrekkelijk ver van elkaar gelegen stations gebouwd. Latere ont­wikke­lingen gingen echter weer richting metro/sneltram.

Zoals in het OdR-artikel staat werden de treinstellen opgesierd door kunstuitingen op de tussenwanden. In eerste instantie waren dat vergrote afbeeldingen van blanco edmondsons, de toentertijd nog volop in gebruik zijnde kartonnen spoor­kaartjes. Later werden het neutrale geometrische vormen zoals te zien op de afbeelding bij het artikel. Enkele van de oorspronkelijke wanddelen zijn bewaard gebleven in het Spoorwegmuseum.

De Zoetermeerlijn was het eerste voorbeeld van een vergaande tariefintegratie tussen spoor-, bus- en Haags stadsvervoer. Gecombineerde vervoerbewijzen werden vanaf het begin gebruikt, waarbij voor Zoetermeer de Stadslijn als één tariefpunt gold. Kaartjes waren bijvoorbeeld geldig van elk station aan deze lijn (en elke bushalte in Zoetermeer) naar Den Haag CS/HS/Laan van NOI, eventueel met aansluitend stadsvervoer per HTM.

Op alle stations werden AEG-kaartautomaten geplaatst, van hetzelfde model dat de Rotterdamse metro gebruikte, voor de afgifte van enkele reizen. Gewone spoorkaartjes enkele reis of retour werden in principe niet op deze lijn verkocht. Daarnaast werd het gebruik van meerrittenkaarten sterk gepropageerd, evenals van abonnementen.

Hierboven afgebeeld zijn diverse vervoerbewijzen uit de begintijd van de lijn en de omslag van een bonnenboekje uitgedeeld bij de voltooiing van de lus. Nog veel meer kaartjes van de Zoetermeerlijn zijn te vinden in de collectie spoor­weg­vervoer­bewijzen van de Stichting NVBS-Railverzamelingen.

Gerrit C. van Straaten

Tot en met 7 september 2022 is in Zoetermeer een tentoonstelling over de Zoetermeerlijn te zien. Zie het kader op deze pagina.


[printfriendly]

Railtips

De spooragenda is een initiatief van kennisnetwerk Railforum. Hierin worden bijeenkomsten vermeld die interessant zijn voor professionals en andere belang­stellenden in de spoor­wereld. Ook de NVBS is bij deze agenda aan­gesloten.

Meer nieuws

Op onze website vind je activiteiten van de NVBS.

Ook vind je op onze website railtips met informatie over bijzondere ritten en interessante tentoonstellingen.

Dagvers nieuws vind je verder op de NVBS-pagina op Facebook.


Railtheater Amsterdam

Het Rail­theater Amsterdam (RTA) organiseert film­voor­stellingen in de RTA-zaal in Amsterdam-Slotermeer. Ook is het RTA af en toe te gast bij de NVBS. www.railtheater.nl




Abacus: elektrische shuttletram

De afstand tussen stad en platteland wordt steeds groter, vooral wanneer voor­zieningen zoals het openbaar ­vervoer verdwijnen. Drie Duitse ontwerpers willen verlaten rails weer tot leven brengen. Ze ontwierpen een elektrische shuttletram: de Abacus. Het voertuig bestaat uit een smalle open wagen die rijdt op inductie. In de buurt van Kiel wordt een proeftraject van ongeveer drie kilometer aangelegd op een verlaten spoorlijn. De tram rijdt met een snel­heid van maximaal twintig kilo­meter per uur. Er zijn geen haltes: de reiziger kan op elke plek de tram tot stilstand brengen door zijn of haar hand op te steken.

Bekijk het filmpje.



Tentoonstelling over de Zoetermeerlijn

In het kader van Zoetermeer 60 jaar New Town organiseert het Historisch Genootschap Oud Soetermeer (HGOS) een tentoonstelling over de Zoetermeerlijn en de Sprinter. In 1972 startte na een lange voor­bereiding de bouw van de Zoeter­meer­lijn. De NS exploiteerde deze spoorlijn van 1977 tot 2006. Sinds 2006 wordt deze openbare vervoer­voorziening door Randstadrail verzorgd.

In de tentoonstelling wordt aandacht besteed aan aspecten als voor­bereiding en onderhandeling, bouw, materieel- en trajectkeuzes, integratie met de stad, ervaringen van NS en reizigers. Ook de dingen die moesten wijken voor de aanleg van de lijn komen aan bod. Te zien zijn veel foto’s, documenten, attri­buten, modellen en video.

Historisch Genootschap Oud Soetermeer, Dorpsstraat 132, Zoetermeer. Nog te zien t/m woensdag 7 september 2022. Openingstijden: maandag van 20 tot 22 uur, woensdag en zaterdag van 13 tot 17 uur. Toegang gratis.