Nieuwe boeken en dvd’s

Recent verschenen boeken en andere publicaties uit het rijke aanbod van onze verenigings­winkel.


Les Trans-Europ-Express en France

Dvd. Duur: 66 minuten. Uitgave: Editions du Cabri. Artikelnummer: 460-0771. Prijs: € 30,00.

In de jaren 50 nam het zakenverkeer sterk toe als gevolg van de toenemende (West-)Europese samenwerking die zou resulteren in de EEG. Maar tegelijkertijd nam de competitie tussen het spoor en de luchtvaart voor zakenreizen ook toe.

Om dit het hoofd te bieden bedacht de president-directeur van de NS, F.Q. den Hollander, de Trans Europ Express (TEE), snelle comfortabele treinen die de belangrijke steden in Europa moesten verbinden. Den Hollander koos voor dieseltreinstellen omdat lang niet alle verbindingen doorgaand waren geëlektrificeerd. Keren in kopstations (“kopmaken”) kostte bovendien minder tijd. Douanehandelingen vonden plaats in de trein om oponthoud aan de grens te voorkomen.

De eerste TEE-treinen reden in 1957 en tot 1965 waren het alleen internationale diensten. Daarna werden ook binnenlandse treinen opgenomen in het net, o.a. Le Mistral tussen Parijs en Nice. Uiteindelijk zijn er 67 TEE-verbindingen geëxploi­teerd, maar niet tegelijk. Daarvan reden er 32 in Frankrijk, waarvan 22 binnen­lands. Onder de Franse TEE’s waren ook de laatste tussen Parijs en Brussel die nog reden in 1995.

De Franse TEE-treinen worden behandeld in deze dvd. Grotendeels met kleuren­opnamen. Op de oudere beelden zijn vooral dieseltreinstellen te zien, inclusief de Nederlandse-Zwitserse TEE, die ruimschoots aan bod komt. Vanzelfsprekend komen ook de oorspronkelijke Franse dieseltreinen langs die in 1964 verdwenen uit de TEE-dienst vanwege het ontbreken van airco.

Niet alle opnamen zijn overigens in Frankrijk gemaakt. We zien, na beëindiging van hun TEE-diensten. de Italiaanse dieseltreinstellen ook in het zuiden van Italië en de Zwitserse TEE-treinstellen in de grijze EuroCity-kleurstelling in Zwitserland. We krijgen ook de voorlopers van Le Mistral te zien, zelfs met stoom langs de Riviera. En Le Capitole, die hier met 200 km/u in de oorspronkelijke rode kleur­stelling rijdt.

Er zijn volop beelden van de mooie Franse Inox-rijtuigen, zowel tussen Parijs, Brussel en Amsterdam (PBA) als Parijs en Nice (Mistral ’69). Vaak zijn deze treinen voorzien van twee generatorwagens voor de airconditioning. Te zien is dat deze wagens niet altijd netjes aan het eind van de trein reden. De afscheidsrit van de bijbehorende viersysteem locomotief CC 40100 met zijn fraaie vormgeving door Paul Arzens, komt ook in beeld, inclusief beelden van het enige uitstapje dat deze loc in Nederland maakte.

Misschien nog mooier dan de Inox-rijtuigen waren de Franse ‘Grand Confort’-rijtuigen. Samen met de CC 6500 (zeg maar de grote broer van onze 1600) in kleuren van Paul Arzens vormden ze een prachtig geheel, geschikt voor 200 km/u. De laatste TEE-treinen reden in de eerste helft van de jaren 90 tussen Parijs en Brussel. Maar het einde is in zicht, sommige Inox-rijtuigen zijn tot de tweede klasse gedegradeerd. Voortaan moesten we het doen met EuroCity.

Deze dvd is ruim een uur genieten van de mooiste treinen van Europa. De treinen zijn allang vervangen door TGV en ICE zodat TEE inmiddels pure nostalgie is. De Inox-rijtuigen rijden in Noord-Afrika hun laatste kilometers. De locs staan in het museum of trekken goederentreinen. Alleen het Zwitserse treinstel rijdt nog z’n rondjes, weer in de oorspronkelijke kleur teruggebracht.

Bestellen via de webshop (gratis verzending)

Uit de bibliotheek

Die Geschichte des TransEurop Express door Maurice Mertens en Jean-Pierre Malaspina

Trans Europ Express door G.L.S. Willemse


French Narrow Gauge Album

Door Peter Lemmey & Michael Whitehouse. 224 blz. 22 x 28 cm. 185 kleurenfoto’s en 62 zw/w foto’s. 13 kaarten. Uitgave: Lightmoor Press, 2022. Art.nr. 164-0265. Prijs € 39,95.

De laatste jaren zijn er heel wat uitgaven verschenen over Frans smalspoor, bijvoorbeeld over Le Réseau Breton, over het net van Corsica en de Vivarais. Daar komt nu bovenstaande Engelse titel bij, die in ruim 200 bladzijden aan de hand van oude en nieuwe (kleuren)foto’s Franse smalspoorlijnen bespreekt.

Dat smalspoornetwerk ontwikkelde zich tussen 1870 en 1925 en was op het hoogtepunt circa 20.000 km lang. Meestal meterspoor, maar smaller (60, 70 en 80 cm) kwam ook voor. Niet meegeteld in deze netlengte zijn de industriële lijnen. Bovendien was het onderscheid tussen tramlijnen en buurtspoorlijnen vaag, zodat niet altijd duidelijk is of het bij de smalspoorlijnen gaat om een tramlijn of een spoorlijn.

In dit boek worden daarom zeker niet alle lijnen besproken, daarvoor moet u op zoek gaan naar de Franse boekenserie “Les petits trains de jadis” van Henry Domengie. De vijf delen zijn te vinden in onze bibliotheek. Zie hieronder voor het eerste deel.

Nadruk in deze uitgave is op de lijnen die in de jaren 50 en 60 werden bezocht door Engelse smalspoor-liefhebbers, individueel of in groepsverband. Bij deze reizen werd veel gefotografeerd, ook in kleur. Deze foto’s zijn de leidende draad in dit boek. Maar een fotoboek is het niet. Het is een mix van artikelen over bekende en minder bekende bedrijven. De bekende bedrijven die hierboven al werden genoemd krijgen ruim aandacht, evenals bijvoorbeeld de PO Corrèze, CF Baie de Somme (zie NVBS Actueel april 2017) en de Côtes du Nord.

Er zijn ook hoofdstukken over de huidige museumlijnen en één hoofdstuk bespreekt het suikerbietenvervoer in Pithiviers en Toury. Een kort hoofdstukje bespreekt de proefritten op het Bretonse net van de stoomlocs die ingenieur Chapelon voor Braziliaanse smalspoorlijnen ontwierp. Een groot succes waren ze niet, vandaar de titel: “Chapelon’s Brazilian White Elephants”.

De historie wordt geïllustreerd met zwart-wit-ansichten. De artikelen zijn niet alleen door Peter Lemmey & Michael Whitehouse geschreven, maar ook door anderen (zoals Pat Whitehouse en Yves Broncard) en soms al eerder gepubliceerd in Engelse uitgaven uit de jaren 60.

Het boek is fraai uitgegeven zoals ik van deze uitgever (Lightmoor) gewend ben. Maar jammer is dat is gekozen voor een staand formaat. Het betekent dat het boek bij het lezen en bekijken regelmatig moet worden gedraaid. Het boek is een goede introductie tot dit interessante onderwerp.

Bestellen via de webshop (gratis verzending)

Ook verkrijgbaar

Le réseau Breton Tome 1: De la création aux années 1940. De geschiedenis van de (smal)spoorwegen in Bretagne vanaf het begin tot aan de jaren 40.

Le réseau breton Tome 2: De 1945 jusqu’à nos jours. Tweede deel van deze gedetailleerde historie over dit spoorwegnet in Bretagne, oorspronkelijk smal­spoor, later deels normaalspoor. Met uitgebreide materieelbeschrijvingen.

Le grand album de Chemin de Fer Corse. Kleurenalbum van de naoorlogse jaren van de smalspoorlijnen op Corsica.

Mallets (and more) in the Massif. Geïllustreerde geschiedenis van de Chemins de Fer Départementaux Vivarais voor en na sluiting in 1968.

Uit de bibliotheek

Les petits trains de jadis: 1 Sud-Est de la France door Henri Domengie.


La grande encyclopédie des Locomotives Françaises
4 – Les locomotives électriques contemporaines

Door Thierry Leleu. 207 blz. 24 x 32 cm. 219 kleurenfoto’s en 6 zw/w foto’s. 364 tekeningen. Uitgave: Les Editions du Cabri (2023). Art.nr. 183-xxxx. Prijs € 49,00.

Dit boek van auteur Thierry Leleu is het vierde deel van La grande encyclopédie des Locomotives Françaises, die zich overigens niet beperkt tot locomotieven: deel twee bespreekt motorwagens en dieseltreinstellen. Hoofdmoot van het boek zijn de tekeningen van de locomotieven in de diverse kleurstellingen waarin de machines in de loop der tijd zijn ver­schenen.

Dat is geen onderwerp waarin ik bijzonder ben geïnteresseerd, maar tussen alle kleurenschema’s door krijgt de lezer wel een mooi overzicht van de ontwikkeling van de Franse moderne tractie. Die is vooral voor de elektrische tractie bijzonder interessant. Natuurlijk omdat typisch Franse producten in Nederland rijden, maar ook omdat de SNCF na WO II besloot van systeem te wisselen.

Voor de wereldbrand was gekozen voor 1500 volt gelijkspanning en de belangrijke lijn van de Compagnie du chemin de fer de Paris à Orléans (PO) van Parijs naar Bordeaux was met dit systeem geëlektrificeerd. Na WO II werd ook voor de ‘ligne impériale’ (Parijs-Marseille) gekozen voor 1500 volt gelijkspanning. Inmiddels waren er experimenten begonnen met 25 kV wisselspanning in de Savoie. Voor de hoofdlijnen in het noorden van Frankrijk werd gekozen voor dit nieuwe systeem en werd er lustig op los geëxperimenteerd.

Toen het eenmaal technisch mogelijk was betrouwbare locomotieven te ontwikkelen die op beide systemen functioneerden, koos de SNCF definitief voor de hogere wisselspanning. Tegenwoordig zijn meer-systeemlocomotieven – zoals de Franse ‘Sybic’ – de standaard, zodat de keuze van de SNCF goed uitpakt.

In dit vierde deel staan ondere andere de hoogtepunten van de Franse locomotief­industrie. Zoals de sterke CC6500 en de familie BB7200-BB15000-BB22200, respectievelijk de gelijkspanning-, wisselspanning- en tweesysteem-uitvoering van onze NS 1600/1700. Het boek behandelt telkens ook de buitenlandse uitvoeringen, zodat de Nederlandse versie van de BB7200 liefst 7 bladzijden beslaat. Aan het einde van het boek staan ook nog eens de buitenlandse locomotieven die in Frankrijk hebben gereden uit België, Italië, Duitsland, Spanje en Engeland (via de Kanaaltunnel). Op die manier komen zelfs Italiaanse draaistroomlocs aan bod, maar het argument daarvoor is wat ver gezocht.

Ten slotte worden ook de locs van private bedrijven voorgesteld en helemaal aan het eind staat de EuroDual, een bimodale machine waarvan de eerste sinds 2022 in Frankrijk rijden. In dit deel wordt ook duidelijk dat de Fransen niet alleen van technische hoogstandjes houden (zoals viersysteemlocomotieven), maar ook voortdurend bezig zijn de machines te verbeteren, zodat het uiterlijk ook weer wijzigt. Andere roosters, langere cabines en andere opstelling van de stroom­afnemers, neusje ervoor.

Met de komst van Paul Arzens als ontwerper van de SNCF kregen de locomotieven ook meer kleur. Daarna bedachten andere ontwerpers diverse nieuwe kleur­stellingen met telkens een ander SNCF-logo. De scheiding van de SNCF in verschillende divisies is natuurlijk ook weer aanleiding voor andere kleuren.

Wie alle elektrische locomotieven wil kennen zal deel 3 en deel 4 van deze boekenserie moeten kopen. De eerste wisselspanninglocomotieven van de SNCF staan bijvoorbeeld in deel 3. Dit deel behandelt ook alle locomotieven van de voorlopers van de SNCF, “les anciens réseaux’.

Bestellen via de webshop (gratis verzending)

Ook verkrijgbaar

La grande encyclopédie des Locomotives Françaises: 3 – Les locomotives électriques anciennes.


I treni sulle navi
Tutto Treni Tema No. 33

Door Francesco Bloisi en Francesco Maria. 92 blz. A4. 188 foto’s. Enkele tekeningen. Uitgave: Duegi Editrice (2023). Artikelnummer: 155-0138 . Prijs: € 15,00

Spoorveren die reizigerstreinen vervoeren worden in Europa zo langzamerhand zeldzaam. Ze worden bedreigd door brug- en tunnelprojecten die steeds meer indruk wekken door hun lengte of gewaagde constructie.

De Kanaaltunnel betekende in 1995 het einde van de verbinding Dover-Duin­kerken, eens onderdeel van de ‘Night Ferry’ slaaptrein tussen Londen en Parijs. De Vogel­flug­linie was de trots van de DB in 1963, met een spoorveer tussen Putt­garden en Rødbyhavn over de Fehmarn­belt. Deze dienst werd inmiddels opgeheven, hoewel de vervangende tunnel volgens planning pas in 2028 gereed is.

De verbinding tussen Reggio Calabria en Messina op Sicilië blijft voorlopig nog bestaan evenals de dienst naar Sardinië. In 2022 is de vloot zelfs nog versterkt met een nieuw spoorveer: ‘Iginia’, zodat er in totaal zes spoorveren ter be­schik­king zijn.

Dit themanummer van het Italiaanse blad Tutto Treno geeft een overzicht van de beide Italiaanse spoorveerdiensten. De eerste drie hoofdstukken beschrijven de historie van de verbinding naar Sicilië. Daarna is er veel informatie over het beladen van de schepen met de treinen. De meeste schepen hebben drie sporen waarover de treinen moeten worden verdeeld, zodat er altijd veel rangeerwerk nodig is. De diesellocs die dit werk verrichten worden vervolgens behandeld.

Er is een apart hoofdstuk over de koppelwagens die nodig zijn om te voorkomen dat de beweegbare verbinding tussen wal en schip te zwaar wordt belast. De verschillende combinaties van rangeerlocs en koppelwagens worden ook afgebeeld met tekeningen.

Na de techniek volgt een tweede deel met de historie van de veerverbinding naar Sardinië. Naast de reizigerstreinen komt ook het goederenvervoer aan bod. Hiervoor werd in 1982 zelfs een speciale veerboot gebouwd, de ‘Garibaldi’, met maar liefst 10 sporen op verschillende dekken en ruimte voor 80 goederen­wagens. Het schip is sinds 2009 niet meer in gebruik.

Op de laatste bladzijde staat een overzicht van de schepen die de verbindingen hebben onderhouden. Ik mis een foto-overzicht van de schepen, maar het geheel wordt wel bijzonder leuk geïllustreerd met sfeervolle kleuren- en zwart-witfoto’s van de activiteiten in de veerhavens.

Bestellen via de webshop

Meer informatie over spoorveren

List of train ferries (Wikipedia)

Vogelfluglinie (Wikipedia)

Spoorpont (Wikipedia)

Artikelen in Op de Rails

Treinveerdiensten in Denemarken. Het einde van een tijdperk. Door John Krijgsman in Op de Rails 1997-11.

Oresundforbindelsen geeft treinen naar Zweden vaste grond. Door Hans de Herder en John Krijgsman in Op de Rails, 2000-10.

De artikelenserie Varende treinen door John Krijgsman in Op de Rails, periode 2013 t/m 2021.


En bullrig amerikan

Door Bertil Bengtsson. 96 blz. 17 x 24 cm. 32 kleuren en 39 zw/w foto’s. 10 tekeningen. Uitgave: Trafik-Nostalgiska Förlaget, 2022. Art.nr. 097-0535. Prijs € 19,95.

Eind jaren 40 was de vervanging van stoomlocomotieven door diesels in de V.S. volledig op gang. Voorop in deze ontwikkeling stond General Motors (GM), de zogenaamde Electro Motor Division (EMD), die als enige fabrikant tijdens de Tweede Wereldoorlog lijndiesels mocht doorbouwen.

In de jaren 50 was de Amerikaanse markt al vrijwel verzadigd en ging GM op zoek naar andere markten. Probleem bij de export was dat Amerikaanse locomotieven werden gebouwd voor een aanzienlijk ruimer profiel van vrije ruimte (PVR) en voor veel hogere aslasten dan in Europa, laat staan Afrika of Azië, gebruikelijk was. De dieselmotoren van GM waren hoog en zwaar, maar betrouwbaar door een laag toerental.

In het verwoeste Europa speelde stoomtractie nog een belangrijke rol bij de wederopbouw en vervanging door diesels was goedkoper dan elektrificatie. GM stuurde dus dieselloc G12 7707 naar Europa om klanten te winnen. Een licht­gewichtje naar Amerikaanse normen maar passend binnen het PVR van de meeste Europese landen.

De Europese industrie keek met argusogen naar deze indringer. Slimme fabrikanten, zoals Henschel of de Société Franco-Belge, kochten licenties voor Amerikaanse producten. Europese regeringen zagen liever dat de nationale industrieën werden betrokken bij de bouw van diesellocomotieven, met soms onbetrouwbare producten tot gevolg.

Dit boekje beschrijft de geschiedenis van de General Motors-dieselloc G12 7707, later SJ T42 205. De inleiding begint met de eerste ideeën van GM voor de export. Die resulteren in de G12, die in het volgende hoofstuk (“de G12 wordt geboren”) wordt besproken, geïllustreerd met (kleuren)foto’s van geëxporteerde locs van Sri Lanka tot Cuba.

De rondreis van de proefloc in Zweden en de rest van Europa wordt beschreven in het volgende hoofdstuk. Daarna volgen hoofdstukken over aankoop door de SJ, carrière en buitendienststelling van de 205. Het Noorse bedrijf AS Sydvaranger kocht twee locs van type G12 en deze worden eveneens besproken.

De G12 werd vanwege het slechte zicht niet verder voor Zweden gebouwd. Een eerste poging van Nohab om zelf een lijndieselloc op basis van de G12 te bouwen (SJ T41) pakte niet goed uit. Deze locs waren te zwaar, zodat ze loopassen nodig hadden. Pas met de Zweedse T43 had men succes. Deze was voorzien van een iets modernere GM 12-cylinder diesel. Het uitzicht was door lagere motorkappen aanzienlijk verbeterd, het gewicht was omlaag en ‘last but not least’ zag de machine er veel aantrekkelijker uit.

Deze opvolgers en een concurrent van MAK komen in de volgende hoofdstukken ter sprake. MAK uit Duitsland had al een vierassige dieselloc met stangen­aandrijving aan SJ verkocht, een standaardproduct van de fabriek en in Duitsland bekend als V65, in Zweden als SJ T21. Dus werd ook een DB V100 (een draaistelloc met dieselhydraulische aandrijving) naar Zweden gestuurd. Zonder succes ditmaal. Zoals wel vaker met ‘eenlingen’ gebeurt, werd juist de SJ T42 205 bewaard. Het laatste hoofdstuk gaat in op de carrière als museumloc.

Dit is vooral een leesboek en goede kennis van de Zweedse taal is dus gewenst.

Bestellen via de webshop

Meer informatie

Leverlijst van locs type G12 (in het Noors)


Leo de Jong

[printfriendly]

Uit de winkel

In deze rubriek bespreekt Leo de Jong boeken, dvd’s en andere publicaties die recent zijn toe­gevoegd aan het aanbod van de winkel van de NVBS.

Over de winkel

Algemene informatie
Openingstijden winkel
Bestellen via internet
Gastaccount aanmaken
Bezoek de webshop

Steun de NVBS met je aankoop

Door je boeken en dvd’s bij de NVBS te kopen steun je jouw vereniging zonder dat je er meer voor betaalt dan bij andere winkels. Bestellingen via de webshop worden vanaf 30 euro gratis verzonden.

De winkel wordt bemand door vrij­willigers. Wij verzenden eenmaal per week, meestal op dinsdag. Als een artikel niet op voorraad is, krijg je binnen een week bericht. Je bestelling niet gehad? Mail dan naar nvbswinkel@nvbs.com.


Nieuwe titels in Op de Rails (april 2023)

Als service aan onze lezers worden hieronder de nieuwe boeken en dvd’s uit de winkelrubriek in Op de Rails van de komende maand vermeld met de links naar onze webwinkel.

NIEUWE DVD

Les Trans-Europ-Express en France. Collection Locovideo 32. 66 min. Uitg. Editions du Cabri. Art.nr. 460-0771 € 30,00

NIEUWE BOEKEN

De spoorbrug over de Lek bij Culemborg – Foto’s 2003-2018, door Kees Wielemaker. 96 blz. 23×16 cm. 84 kleurenfoto’s. Uitg. BoekWie. Art.nr. 015-0101 € 16,95

De spoorbrug over de Lek bij Culemborg – Vijf ansichtkaarten. 10×15 cm. Uitg. BoekWie. Art.nr. 015-0102 € 4,95

Kursbuch der deutschen Museums­bahnen 2023, ca. 200 blz. 15×21 cm. Rijk geïllustreerd. Uitg. Eisenbahn-Kurier. Art.nr. 030-1057 € 8,50

Feldbahngeschichten – Schmal­spurige Werkbahnen in Westfalen und Lippe, door Burkhard Beyer. 144 blz. 24×22 cm. 160 foto’s. Uitg. DGEG. Art.nr. 094-2007 € 27,80

Carl Bellingrodt – Das fotografische Werk – Band 6: Bundesbahnzeit – Dampflokomotiven der Baureihen 41-58, door Dietrich Bothe. ca. 300 blz. 24×32 cm. ca. 900 zwart/wit-foto’s. Uitg. DGEG. Art.nr. 094-2010 € 59,80

Carl Bellingrodt – Das fotografische Werk – Band 1: Reichsbahnzeit – Dampflokomotiven der Baureihen 01-45, door Helmut Brinker. Herdruk van deel 1. 263 blz. 24×32 cm. Ca. 1000 z/w foto’s. Uitg. DGEG. Art.nr. 094-2011 € 49,80

French Narrow Gauge Album, door Peter Lemmey en Michael Whitehouse. 224 blz. 22×28 cm. 62 zwart/wit- en 185 kleurenfoto’s, 13 kaarten. Uitg. Lightmoor Press. Art.nr. 164-0265 € 39,95

Bahn-Jahrbuch Schweiz 2023, door Ronald Gohl. 160 blz. 16×23 cm. 187 zwart/wit- en kleurenfoto’s. Uitg. Edition LAN. Art.nr. 280-1009 € 39,50

I treni sulle navi, door Francesco Bloisi en Francesco Maria. Tutto Treno Tema no. 33. 92 blz. A4. 188 foto’s, enkele tekeningen. Uitg. Duegi Editrice. Art.nr. 155-0138 € 15,00

Järnvägsbilder 7, door Sten-Åke Bergholm. 113 blz. 26×25 cm. 78 zwart/wit- en 68 kleurenfoto’s. Uitg. Trafik-Nostalgiska Förlaget. Art.nr. 097-0534 € 22,95

En bullrig amerikan, door Bertil Bengtsson. 96 blz. 17×24 cm. 32 zwart/wit- en 39 kleurenfoto’s, 10 tekeningen. Uitg. Trafik-Nostalgiska Förlaget. Art.nr. 097-0535 € 19,95

NOG VERKRIJGBARE BOEKEN

Tot het rode licht gedoofd is, door Carel van Gestel. Uitg. WBooks. Art.nr. 014-0336 van € 39,50 voor € 17,50

Spoor van mensen, door Carel van Gestel. Uitg. WBooks. Art.nr. 014-0352 van € 34,50 voor € 19,95

Spoor 33, door Marcel en Rob van Ee en Chris Westerduin. 144 blz. 21×30 cm. Uitg. De Alk. Art.nr. 026-0345 € 33,90

Met Maarse en Kroon onderweg, door Wim Vink. 19,5×19,5 cm. Uitg. De Alk. Art.nr. 026-0336 € 17,95


Nieuwe Engelse uitgever voor de NVBS Winkel: ST Publications

Volgende maand verwachten we boeken te kunnen leveren van de Engelse uitgever ST Publications. Dit zijn echte spottersboeken, maar niet alleen over Engels materieel. Over spoorwegen in Europa zijn maar liefst 45 titels leverbaar, waarvan meer dan de helft over goederen­wagens. Voor wie breder is geïnteresseerd zijn er ook boeken over trams en metro, bussen, schepen, vliegtuigen, kortom alles met nummer en/of naam.

Vanwege de problemen van export en import van Engelse boeken moeten we nog uitzoeken welke titels we kunnen gaan leveren. Ook over de prijs is nog weinig te zeggen. Bij voldoende belangstelling hopen we een aantal Europese spoorwegtitels blijvend in de webwinkel te kunnen op nemen. Kijk op de website van de uitgever. Bij veel boeken staat een “sample page”, zodat u kunt zien wat u te wachten staat. In ieder geval op ons verlanglijstje staat “Benelux and France Locomotives and Units 2021”.

Heeft u belangstelling? Laat het even weten via nvbswinkel@nvbs.com. Dan kunnen wij rekening houden met uw voorkeur. Vermeld in de kop ‘LJ boeken ST Publications’.


300 livres ferroviaires d’occasion

Onze leverancier van Franse boeken, Ed. du Cabri, heeft een interessant aanbod van tweedehands boeken.

Mocht u interesse hebben voor een of meer boeken, neem dan contact op met michelbraun@cabri.fr. Let op: dit is geen actie van NVBS Winkel.