Het klassieke beeld van de Belgische Kusttram is verdwenen

Afscheid van de BN-trams

Op zaterdag 23 september 2023 was het echt de allerlaatste dag voor de door Brugeoise & Nivelles (BN) gebouwde trams. Frits van Buren en Sjors van Dongen togen beiden naar de Belgische kust om afscheid te nemen.

Het klassieke beeld van de Kusttram de afgelopen veertig jaar: BN-tram 6007 rijdt langs het strand van Raversijde, 12 augustus 2023. Deze foto werd genomen vanuit het Atlantikwall Raversijde-museum. Foto: Sjors van Dongen.

In 1974 was er voor de eerste keer sprake voor het aankopen van nieuwe trams voor de kustlijn en voor de resterende lijnen van de Buurtspoorwegen in Charleroi. In 1976 besliste de toenmalige minister van Verkeerswezen Chabert dat voor beide netten nieuwe trams zouden worden aangeschaft. Het consortium BN-ACEC (Brugeoise & Nivelles – Ateliers de Constructions Électriques de Charleroi) kreeg de opdracht een gelede tram te ontwerpen van 22 meter lang en 2,5 meter breed. Voor elke van beide netten werd het aantal tram op 55 geraamd, maar uiteindelijk werden 55 eenrichtingtrams gebouwd voor de kust en 50 tweerichting trams voor Charleroi.

De prototypes werden op 18 mei 1977 besteld. Op 10 juni 1980 arriveerde de 6000 aan de kust en op 13 augustus 1980 arriveerde de 6100 in Anderlues ten westen van Charleroi. De trams voor Charleroi werden het eerst gebouwd en werden initieel ingezet op de kustlijn. De laatste 7 gingen rechtstreeks naar Charleroi en eind 1983 gingen alle Charleroi trams op 6 na naar Charleroi en in 1985 vertrokken 4 van die 6 trams naar Henegouwen. De voor de kust bedoelde eenrichting trams werden tussen eind 1982 en begin 1983 geleverd.

De opstelsporen aan de Slachthuiskaai in Oostende met vooraan de gelede motorrijtuigen NMVB 6126, 6110 en 6117 en rechts een aantal buiten dienst gestelde oude rijtuigen. Deze tweerichtingrijtuigen type BN, serie 6100-6154, waren bestemd voor Henegouwen maar reden wegens slechte toestand van de baan aldaar eerst enige jaren aan de Kust. Foto: Beeldbank NVBS, fotograaf: J.A. Bonthuis.

Serie 6000 (eenrichting) BN-tram 6047 van lijn 2 van De Lijn op de Leopoldlaan bij de Sint-Theresiastraat te Middelkerke, komend vanuit De Panne en rijdend richting Oostende. Foto: Beeldbank NVBS, fotograaf: J. Vogels.

Tussen juli 1993 en 1996 werden 16 trams (6023-6028 en 6040-6049) voorzien van een lagevloer-middendeel. In 2000 werd besloten om ook de overige trams te voorzien van een lagevloer-middendeel. Door het voortdurende succes van de kusttram werden vanaf 2005 ook Gentse en Antwerpse HermeLijn-trams naar de kust overgebracht om de capaciteitsproblemen te verhelpen.

In 2017 werd een bestelling met een omvang van 100 miljoen euro geplaatst voor 48 Spaanse CAF Urbos 100-lagevloertrams. In juni 2020 kwam de eerste daarvan per schip aan in Zeebrugge en op 21 april 2021 gingen de eerste CAF-trams met de bijnaam Zeelijner in de reguliere dienst rijden. Eind juni 2021 waren er al 29 geleverd (waarvan er 27 reden) en de laatste werd op 13 juli 2022 geleverd. In combinatie met een aantal BN-trams waren de trams uit Gent en Antwerpen niet meer nodig.

Nu de exploitatie van de BN-trams beëindigd is rijst de vraag of Gentse en/of Antwerpse HermeLijn-trams in drukke tijden weer ter versterking zullen komen. Een alternatief zijn de CAF-trams (met de bijnaam Stadslijners) uit Antwerpen. In dat geval rijdt men aan de kust dan met eenzelfde type trams. Een (kleine) complicatie blijft wel dat de Kusttrams 2,40 meter breed zijn en trams uit Antwerpen 2,30 meter, hetgeen een aanpassing van de treeplanken vereist.

Op 13 augustus 2023 rijdt 6039 nog in reguliere dienst langs de molen van Wenduine richting De Panne. Foto: Sjors van Dongen.

Het afscheid op 23 september 2023

Het afscheid van de BN-trams werd van 13 tot 18 uur gehouden bij de Stelplaats (remise) van de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn aan de Nieuwpoortse­steenweg in Oostende. Deze bevindt zich ongeveer 400 meter van de Kustlijn tegen een oudere woonwijk (de zogenaamde “Belle-Epoque”-wijk) aan.

De stelplaats van de Lijn aan de Nieuwpoortsesteenweg in Oostende.

Op het terrein waren BN-trams, een Zeelijner en een aantal andere trams opgesteld. Daardoor was het contrast tussen de BN-trams en een Zeelijner des te opvallender. Naast het geëxposeerde materieel was er ook een uitvoerige tentoon­stelling met foto’s van BN-trams.

Materieelopstelling op 22 september 2023 van de tijdens het afscheidsfestival aanwezige BN-trams (met uitzondering van 6003). Van links naar rechts: 6013 (“Plopsa-tram”), 6025, 6102 (“Manilla-tram”), en 6018. Foto: Sjors van Dongen.

Een overzicht van het opgestelde materieel op 23 september 2023 met uiterst links een Zeelijner. Foto: Frits van Buren.

Het interieur van een BN-tram (links) en de overgang van het lagevloerdeel naar de andere rijtuigen (rechts). Foto’s: Frits van Buren.

Het interieur van de BN-trams maakt een overzichtelijke indruk. En daar waar het lagevloerdeel het instappen vergemakkelijkt wordt dat tenietgedaan door de smalle trapjes naar de rest van de tram.

Het interieur van een Zeelijner. Foto: Frits van Buren.

Het interieur van een Zeelijner maakt daarentegen een “rommeliger” indruk. De Spaanse afkomst wordt niet verloochend door feit dat de lussen zo laag hangen dat iemand van 1,85 meter er tegenaan komt.

Alhoewel de BN-trams eenrichtingtrams zijn beschikken zij wel over een uiterst eenvoudige, achter de achterste bank onder een deksel verstopte, hulp­stuur­stand.

De hulpstuurstand van een BN-tram. Foto: Frits van Buren.

Een bijzondere BN-tram is de “sleeptram” 6102. De eerste voor de Kusttram afgeleverde (enkelgelede) tram 6000 werd oorspronkelijk door Brugeoise & Nivelles gebouwd als dubbelgelede tram. Omdat buitenlandse belangstelling bestond voor de trams kwamen de NMVB (Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen), Brugeoise & Nivelles en ACEC (Ateliers de Constructions Électriques de Charleroi) overeen om de Charleroi-tram 6102 te voorzien van de middenbak van de 6000 en deze te gebruiken als promotietram op de Kustlijn. Deze tram diende als prototype voor de trams die gebouwd zouden worden voor de Filipijnse hoofdstad Manilla – vandaar de aanduiding “Manilla-tram”. Uiteindelijk werd deze tram de “sleeptram” om defecte soortgenoten weg te slepen.

“Manilla-tram” 6102. Foto: Frits van Buren.

Met een aantal tentoongestelde trams werd nog verder teruggegaan in de tijd. Het standaard motorrijtuig 9942 dateert uit 1932. Vanwege hun comfort hadden zij de bijnaam Pullman Car.

Standaardmotorrijtuig 9942.

Een soortgelijk rijtuig deed dienst voor NVBS-excursie op 30 april 1969. Lees meer over deze excursie in de rechterkolom.

Rijtuig 9817 tijdens een NVBS-excursie op 30 april 1969. Foto: Frits van Buren.

Deze motorrijtuigen werden medio jaren 50 opgevolgd door de eenrichtingtrams van het SO-type, waarbij SO staat voor type S – Oostende. Het tentoongestelde exemplaar met nummer 10041 werd in 1956 gebouwd

Het motorrijtuig 10041 van het type SO uit 1956.

De stuurpost van dit rijtuig vormt mede door de aanwezigheid van een indruk­wekkende remkraan (bij de rechter raamstijl) een groot contrast met die van de Zeelijners. Het laat duidelijk de ontwikkeling zien die de afgelopen 65 jaar heeft plaatsgevonden. Opvallend is de afwezigheid van een snelheidsmeter in het SO-rijtuig.

De stuurpost van het type SO-motorrijtuig 10041. Foto: Frits van Buren.

Deel van de stuurpost van een Zeelijner. Foto: Frits van Buren.

Tenslotte werden er ritten gehouden met twee BN-trams (6003 zonder reclame en 6013 met reclame voor Plopsaland De Panne) van de stelplaats Oostende naar de keerlus in Westende Bad (ongeveer 12 km) en terug. Tegen betaling van € 10 konden speciale tickets hiervoor verkregen worden inclusief souvenirboekje. De trams droegen als bestemming “Afscheidsrit” (6003) of “Pensioen” (6013).

De “Plopsa-tram” 6013 rijdt vlak na vertrek “vanop” de stelplaats langs het Thermae Palace Hotel in Oostende. Foto: Sjors van Dongen.

De 6003 vertrekt een laatste keer in de richting van Westende-Bad. Foto: Sjors van Dongen.

De 6013 rijdt door Westende-Bad in de richting van Oostende. Foto: Sjors van Dongen.

Het speciale “Adieuticket” voor de ritten Oostende – Westende Bad en terug.

BN-tram 6003 als “Afscheidsrit”-tram. Deze tram droeg een speciale bestickering voor het afscheid met opschriften in vier talen (Nederlands, Frans, Duits en het lokale dialect van de Kust). Foto: Frits van Buren.

Bewaarde trams

De meeste BN-trams hebben al de gang naar de sloper gemaakt, maar gelukkig zullen drie BN-trams bewaard blijven:

  • BN-tram met middenbak van de 1ste generatie (6025)
  • BN-tram met middenbak van de 2de generatie (6017)
  • BN-tram type Charleroi in uitvoering Kust (6102 – de sleeptram)

Deze zijn door De Lijn overgedragen aan TTO-Noordzee vzw (Toerisme, Transport en Ontspanning – Noordzee), de erfgoedorganisatie van de Belgische Kust, en zullen op die manier in de toekomst nog inzetbaar zijn voor ritten langs de Kust vanuit de historische stelplaatsen in Knokke of De Panne.

De comfortabele en spoowegmaterieel-achtige BN-trams met hun gelijkmatige optrekken zullen misschien toch wel wat gemist worden. Dat zal zeker niet het geval zijn met de remweg van 140 meter voor een 75 km/h rijdende BN-tram.

De komende 40 jaar van de Kusttram? Of de CAF Zeelijners de 40 jaar zullen halen is maar de vraag. In ieder geval bepalen ze voor de nabije toekomst het beeld van de Kusttram. Terwijl de zon ondergaat op de laatste inzetdag van de BN-trams kruisen twee Zeelijners elkaar op de Kustlaan in Zeebrugge. Foto: Sjors van Dongen.

Tekst: Frits van Buren en Sjors van Dongen


[printfriendly]

Voorgaande artikelen

In voorgaande artikelen hadden de BN-trams achtereenvolgens nog…

… de alleenheerschappij op de Belgische kustlijn van Knokke naar de Panne: Met de tram lekker nazomeren aan de Vlaamse kust (september 2016),

… waren ze in de meerderheid: Oud en nieuw op de Belgische Kustlijn (juli 2021),

… of waren ze in de minderheid: De laatste der Mohikanen in een zee van Zeelijners (augustus 2022).


NVBS-excursie 30 april 1969

Aankondiging

Daar het zeer waarschijnlijk is dat met ingang van de zomerdienst het baanvak Nieuwpoort—De Panne “bij wijze van proef” zal worden verbust, zal de excursie naar de kustlijnen van de NMVB (aanvankelijk vast­gesteld op 16 augustus) worden vervroegd naar 30 april, teneinde er zeker van te zijn dat men (waar­schijnlijk voor de laatste maal) het gehele traject Knokke—De Panne zal kunnen berijden. De excursie begint om 10.45 in Breskens, na aankomst van de boot uit Vlissingen. Per bus van de SBM naar Knokke, en vervolgens een rit per extra tram Knokke—Oostende—De Panne en terug, met onderweg een bezoek aan de stelplaats te Mariakerke. De rit wordt gemaakt met het enige standaard­motorrijtuig dat op de kustlijnen aanwezig is, en twee (verschillende) aanhangrijtuigen. Per bus terug naar Breskens. De kosten van deze excursie bedragen van Breskens tot Breskens ƒ 8,50 per persoon. Introductie is toegestaan. Aanmelding door overmaking van ƒ 8,50 op postrekening 636691 ten name van de NVBS te Diemen, met opgave van lidmaatschapsnummer en (eventueel) tevens naam van introducé. — Op de Rails, maart 1969

Verslag NMVB-Excursie

De belangstelling voor de NVBS-excursie op 30 april jl. naar de kustlijnen van de NMVB was bijzonder groot: er waren 130 deelnemers, terwij enige tientallen aanmeldingen moesten worden afgewezen. De meeste deelnemers troffen elkaar reeds in de sneltrein naar Vlissingen, die voor deze gelegenheid was versterkt. Bij mooi weer werd de overtocht per boot naar Breskens gemaakt, waar drie bussen van de SBM gereed stonden om de deelnemers naar Knokke te brengen. Na een kort bezoek aan de remise te Knokke vertrok de extra tram, bestaande uit het enige nog bestaande houten standaard­motorrijtuig (9817) met twee aanhangrijtuigen (19676 en 19345, ex motorrijtuigen). Op weg naar Oostende, via Zeebrugge en Blankenberge werden reeds enige fotostops gehouden, waarvan een dankbaar gebruik werd gemaakt. Na een lunchpauze in Oostende werd de rit voortgezet via Westende, Nieuw­poort en Koksijde naar De Panne, ook weer met enige fotostops. Het spreekt vanzelf dat de richtingfilm van het motorrijtuig ten behoeve van de — zeer vele — fotografen, onderweg zeer uiteen­lopende bestemmingen aangaf. Opvallend waren overigens de goede ligging van de baan, de snelheid waarmede werd gereden, en vooral het feit dat — ondanks de plannen tot opheffing — op enige punten werd gewerkt aan de aanleg van een geheel nieuwe baan, over enkele kilo­meters. Op de terugweg reed de extra tram de remise te Oostende binnen, waar men naast het materieel vooral de zeer bijzondere sporensituatie kon bewonderen. Van Oostende werd vrijwel non-stop naar Knokke teruggereden, dat precies op tijd werd bereikt, en waar de SBM-bussen weer wachtten. Hoewel de tijd beperkt was, lukte het, de eerstvolgende boot naar Vlissingen te halen, hetgeen een uur wachten in Breskens bespaarde. Mede dankzij het fraaie weer, was deze excursie bijzonder geslaagd, waarbij een woord van dank niet mag ontbreken aan de heer Vermeulen, chef-bestuurder van de NMVB, die ons op de gehele reis begeleidde (waarbij zijn plaats op het voorbalkon soms wel heel beperkt was), en die daarbij talloze vragen kreeg te beant­woor­den. — Op de Rails, juni 1969