De bosspoorlijnen van Vișeu de Sus en Moldoviţa

Roemeens bosspoor in de winter

Peter de Winter bezocht in Roemenië twee nog bestaande bos­spoor­lijnen. Een winterreis door het land van Dracula.

Veel NVBS-leden kennen de Roemeense Karpaten van de talrijke bosspoorlijnen die hier vroeger waren. Hier is nog een enkele lijn van over. In februari 2019 bezocht ik de fraaiste van de nu nog bestaande bosspoorlijnen: die van Vișeu de Sus en die van Moldoviţa.

Op de Rails besteedde in februari 1993 voor het laatst aandacht aan de bos­spoor­lijnen van Roemenië. Frits van der Gragt gaf toen een uitgebreid overzicht van de lijnen die op dat moment nog in bedrijf waren.

Dit was de tijd waarin de bosspoorlijnen in hoog tempo verdwenen en waarbij de verwachting werd uitgesproken dat binnen enkele jaren hier de laatste stoom­locomotief zou rijden. Dat werd bijna bewaarheid. Maar dankzij het enthousiasme van enkele ondernemende spoorliefhebbers kan men anno 2019 nog steeds de authentieke sfeer van de Roemeense bosspoorlijnen beleven.

Het reizen in de wintermaanden brengt altijd een zeker risico van tegenvallend weer met zich mee. Tijdens mijn bezoek aan Vișeu de Sus en Moldoviţa was er sprake van écht winterweer. Niet alleen zon en vorst, maar ook diepe sneeuw­duinen en snijdende jachtsneeuw. Zo hoort een winterreis in het land van Dracula te zijn!

Winterse taferelen op de bosspoorlijn van Vișeu de Sus. CFF-locomotief 764.469 trekt hier een extra trein langs de oevers van de rivier Vaserul.

Geschiedenis van de Karpatische bosspoorlijnen

De bosspoorlijnen werden aangelegd om het hout vanuit het bos af te kunnen voeren naar de bewoonde gebieden. Daarbij waren de spoorlijnen allemaal als smalspoor uitgevoerd. Hierdoor konden de treinen door middel van krappe bogen de rivier blijven volgen.

Omdat de gebruikte locomotieven relatief weinig vermogen hadden, werden de trajecten zodanig aangelegd dat de treinen die met zware boomstammen waren beladen continu hellingafwaarts konden rollen richting de houtzagerij. Dat dit de nodige eisen stelde aan de tracering van de spoorlijnen hoeft geen betoog.

Na de Tweede Wereldoorlog, in het bijzonder in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, werd er in veel landen overgestapt op het vervoer per vracht­wagen. In Roemenië daarentegen bleef het bosspoor lang gehandhaafd.

De Căile Ferate Forestiere (CFF) was het staatsbedrijf dat destijds alle bos­spoor­lijnen onder zijn hoede had. In 1970 had de CFF nog ruim 3000 kilometer aan spoorlijnen in exploitatie. Tot 1986 werden zelfs in Roemenië nog nieuwe stoomlocomotieven voor de bosspoorlijnen gebouwd. In 1989 – het jaar van de Roemeense revolutie – waren er nog 21 bosspoorlijnen met een gezamen­lijke lengte van rond de 1000 kilometer.

Overzicht uit Op de Rails 1993-2, met in het uiterste noorden de twee spoorlijnen van Vișeu de Sus (22) en van Moldoviţa (10).

Dat de bosspoorlijnen het tot in de jaren 80 van de vorige eeuw in Roemenië op grote schaal hebben uitgehouden heeft een politieke reden. Om zoveel mogelijk onafhankelijk van het buitenland te zijn, besloot president Ceaușescu om de grote buitenlandse schuld versneld af te lossen en daartoe alle invoer van producten te stoppen en de export van goederen te vergroten.

Om zoveel mogelijk olie te besparen mocht er in de winter amper worden gestookt. De temperatuur binnen mocht niet hoger zijn dan 14 graden; was­machines waren uit den boze en per woning mocht één gloeilamp van 40 watt gebruikt worden. De inzet van met hout gestookte stoomlocomotieven in plaats van op diesel rijdende vrachtauto’s paste in dit beleid.

De economische veranderingen na 1990 waren echter desastreus voor de bos­spoor­lijnen: binnen een paar jaar werden alle lijnen van de CFF stilgelegd en ontmanteld; locomotieven en wagens werden gesloopt of verkocht.

Slechts één spoorlijn heeft tot op de dag van vandaag haar oorspronkelijke functie behouden: de bosspoorlijn van Vișeu de Sus. Dagelijks vinden hier nog op commerciële basis houttransporten per trein plaats. De spoorlijn nabij Moldoviţa is nieuw leven ingeblazen.

De bosspoorlijn van Vișeu de Sus

Vișeu de Sus ligt in de Maramureş. Dit is een zeer traditionele streek waar nog veel houten huizen en kerken te vinden zijn. De boerencultuur bloeit nog steeds. Het is alsof je een stap terug in de tijd doet. Hier komt de ware Roemeense traditie meer tot leven dan elders in het land. Met name de houten kerken en de traditionele dorpjes zijn de moeite waard.

Maramureş is een van de meest afgelegen en meteen ook achtergebleven streken van Europa. Het bergachtige grensgebied met Hongarije en Oekraïne ligt zo geïsoleerd dat het na de Tweede Wereldoorlog ontsnapte aan de collectivisering. Toen de Roemeense dictator Ceaușescu bij zijn ‘systematisering’ dorpen plat­walste en gruwelijk lelijke appartementsblokken in de plaats zette, werd Maramureş opnieuw vergeten.

Van de recente verwestering in het Oostblok na 1990 valt hier eveneens weinig te merken. Veel mensen leven hier als honderd jaar geleden. De paardenkar is hier nog een veelgebruikt transportmiddel, vrouwen dragen wijde kleren met borduur­werk, mannen hoedjes met een smalle rand.

Bron: www.cffviseu.com

De bosspoorlijn van Vișeu de Sus kronkelt over een afstand van 43 kilometer door het dal van de rivier Vaserul. In het Duits heet de rivier ‘Wasser’ en het dal dus het ‘Wassertal’. Ook hier is duidelijk te zien dat de tijd stil heeft gestaan. In het fraaie dal met uitgestrekte bossen zijn er – behoudens een klein aantal huizen aan het begin van het dal – slechts enkele onderkomens voor bosarbeiders. Verder is er niets, behalve de rivier, de spoorlijnen en de beren en wolven als permanente bewoners.

De houtindustrie in de Maramureș heeft een lange traditie, vooral in het Wassertal waar de spoorlijn van de CFF ligt. Voordat de spoorlijn werd aangelegd werd – net als elders – het hout met het water meegevoerd. Om de afhanke­lijk­heid van het waterpeil te verminderen werden stuwen gebouwd, die werden geopend op het moment dat er voldoende hout was verzameld. De vloedgolf droeg de tot vlotten gemaakte boomstammen tot aan Vișeu. Aan de borreltafel zijn verhalen opgevangen over vlotten die via de rivieren Vieu en Tisra de Donau hebben bereikt. Maar of dat waar is?

Hoewel het met het water meevoeren van het hout zeer kosteneffectief was, bracht dit aanzienlijke nadelen met zich mee, zoals de beschadiging van het hout. Daarnaast was het voor de bosarbeiders zeer gevaarlijk om met de houten vlotten de rivier af te zakken. Daarom begon in 1932 de aanleg van de bos­spoor­lijn in het Wassertal.

Tegenwoordig wordt het houttransport met diesellocomotieven afgewikkeld. Tot aan het einde van 2006 was het de stoomtractie die hier de dienst uitmaakte. Daarbij werden voornamelijk locomotieven van de locomotieffabriek Reşiţa ingezet. Reşiţa was de belangrijkste leverancier van de bosspoorlocomotieven. Tussen 1951 en 1958 verlieten 120 gestandaardiseerde vierassige stoom­locomotieven de fabriekspoort.

Voor de geïnteresseerden in nummers: de locomotieven zijn ingedeeld in de serie 764. Bijvoorbeeld loc 764.469. De eerste twee cijfers staan voor de spoorwijdte (hier: 760 mm). Het derde cijfer geeft het aantal gekoppelde assen aan (hier: 4). Het vierde cijfer geeft de vermogensklasse aan (bijvoorbeeld: ‘4’ staat voor 150 pk of meer). De overige cijfers geven het volgnummer in de serie aan, in dit voorbeeld 69.

Het is half acht in de morgen. Met het kwik onder het vriespunt wordt locomotief CFF 764.469 (Reşiţa, bouwjaar 1955) gereedgemaakt voor een lange dienst op de ‘Wassertalbahn’.

In 1981 werd de olie-import van Roemenië sterk beperkt. Naast het feit dat het land in hoog tempo op een bankroet afstevende had dit ook te maken met het opdrogen van de olieaanvoer vanuit Iran, waar enige jaren daarvoor de Iraanse revolutie had plaatsgevonden. Er bestond plots weer behoefte aan nieuwe stoomlocomotieven. In de jaren 1982-1987 bouwde de fabrikant Reghin twaalf stoomlocomotieven. Reghin was van oorsprong een fabrikant van tractoren. De locomotieven waren nagenoeg identiek aan de Reşiţa-locomotieven. De ‘Wassertalbahn’ bezit één Reghin-locomotief.

Deze foto toont de uit 1985 stammende locomotief 764.408 – met de naam COZIA-1 – in de locomotiefloods van Vișeu de Sus. In de zomer rijden er talrijke toeristentreinen door het Wassertal. De vaste trekkracht voor deze treinen is de COZIA-1. Daarnaaast staat een Roemeense dieselloc van het type FAUR L45H. Helemaal links op de foto is nog een deel van locomotief 764.421 te zien, een Reşiţa-locomotief uit 1954.

Op 10, 11 en 12 februari 2019 bracht Berndt Seiler van Farrail-tours een authentieke trein op de baan, zoals deze in de jaren 80 in het Wassertal had kunnen rijden. Daarbij werd een Reşiţa-locomotief ingezet die vanuit historisch perspectief bij de ‘Wassertalbahn’ hoort: de 764.469. Samen met de tweeassige houten tender, twee fraaie personenrijtuigen uit het begin van de twintigste eeuw en authentieke draaischamelwagens was de trein vanaf de voorste koppeling tot het achterste remplatform authentiek.

Alleen langs de eerste acht kilometer van de bosspoorlijn van Vișeu de Sus kom je nog een aantal huizen tegen die aan een ruwe onverharde weg liggen. De foto toont de passage van de trein in de zojuist beschreven authentieke samenstelling langs deze laatste huizen van het dal.

Terwijl de zon een eerste poging doet om door de bewolking heen te breken, wordt ter hoogte van Novat de trein nogmaals vastgelegd. Novat ligt op ruim 12 kilometer van Vișeu de Sus. De weg op de voorgrond loopt nog een goede kilometer verder het dal in. Daarna kan men alleen nog verder te voet of per spoor.

De rivier Vaserul is de vaste begeleider van het spoortracé. Hoewel de stoomwolken er imposant uitzien is de snelheid van de treinen in het dal laag. Door de slechte ligging van het spoor, de hellingen en de te vervoeren ladingen, ligt de gemiddelde snelheid rond de 10 km per uur. Een gemiddeld ritje door het dal duurt al snel zo’n 3½ uur. De foto toont de trein nabij Cozia.

Tussen Cozia, Bardău, Botizu en Făina loopt de spoorlijn door het meest spectaculaire landschap: smalle, met rotsen omzoomde canyons en snel­stromende bergriviertjes bepalen hier het beeld.

In de zomer rijden er toeristentreinen op de ‘Wassertalbahn’, van Vișeu de Sus tot aan Paltin, 22 kilometer het dal in. Vanaf hier kunnen toeristen al wandelend of per trein weer richting Vișeu. De andere richting op is niet aan te raden vanwege het zeer onherbergzame karakter. In Paltin wordt ‘s zomers en ‘s winters van de gelegenheid gebruik gemaakt om de locomotief van nieuw water en hout te voorzien. Het hout ligt in de gesloten tweeassige tender, waarvan nog net een deel op de foto is te zien.

De meest interessante dag op de bosspoorlijn van Vișeu de Sus was de maandag. Op die dag werden de meeste bosarbeiders met de trein het dal ingebracht. Er waren meestal twee treinen op de hoofdlijn. De eerste trein bestond uit een of twee goederenwagens en maximaal zes personenrijtuigen. De tweede trein uit een of twee personenrijtuigen en een lange sliert draaischamelwagens. Enkele draaischamelwagens waren beladen met hooi voor de paarden. De trein rechts op de foto geeft een indruk hiervan. Tegenwoordig worden voor het vervoer van bosarbeiders onder andere draisines ingezet. De zon begint al aardig te zakken als er in Paltin met een dergelijke draisine moet worden gekruist.

Op de tweede dag van het verblijf langs de bosspoorlijn van Vișeu de Sus was het écht winterweer. Vanwege de lange reistijden is er in Făina een onderkomen gebouwd voor bosarbeiders. Făina ligt op 31 kilometer van Vișeu, ofwel twee uur reizen. Net boven het station van Făina bevindt zich een kleine kerk die ook bezocht kan worden. De kerk is gebouwd door Oostenrijkse kolonisten en is gewijd aan de beroemde keizerin Elisabeth (Sissi). De foto toont de door Farrail-tours georganiseerde authentieke trein die op het punt van vertrek staat om naar het bovenste gedeelte van het dal te rijden. In de verte is de kerk van Făina te zien.

Vooral in het bovenste gedeelte van het dal staan de draaischamelwagens opgesteld. Hier bevindt zich dan ook het zwaartepunt van de bosbouw. In het bovenste gedeelte van het dal zijn de hellingen van de spoorlijn ook steiler. CFF-locomotief 764.469 heeft er hier een behoorlijke kluif aan om de trein de helling op te krijgen.

De meeste treinen rijden tot aan Valea Babii, op bijna 40 kilometer van Vișeu de Sus. Hier wordt de locomotief afgekoppeld om met een losse draaischamelwagen verder het dal in te rijden tot aan de plek waar op dat moment de bomen worden gekapt. Op de foto staan de bosarbeiders gereed om direct na aankomst van de trein aan het werk te gaan.

Dagelijks worden hier nog paarden gebruikt om bomen vanuit het bos naar het laadpunt langs de rails te slepen. Een paardenspan wordt hier door de sneeuw gedirigeerd naar de plek waar de bomen gekapt worden.

In contrast met de stoomtractie en paardenkracht worden de bomen met moderne hulpmiddelen geveld. Hier heeft de kettingzaag zojuist zijn werk gedaan.

Nadat de bomen zijn gezaagd is het hard werken om de boomstammen op de draaischamelwagen te krijgen. De eerste stammen rollen nog vrij gemakkelijk de wagen op, maar naarmate de stapel hoger wordt komt er steeds meer spierkracht bij kijken.

Voordat alle beladen draaischamelwagens weer tot één trein zijn geformeerd en de reis richting Vișeu kan beginnen, is het vaak laat. Wanneer Vișeu niet meer gehaald wordt is er het onderkomen in Făina dat sober maar doeltreffend is. Na het harde werken is een stevige avondmaaltijd welkom. Volksvoedsel is hier Mămăligă. Dit is een pap gemaakt van geel maismeel, dat traditioneel gegeten wordt in Roemenië en Moldavië. Het is vergelijkbaar met de Italiaanse polenta. Rechts op de foto staat de grote pan met Mămăligă te pruttelen. Maar, eerst is er soep!

Tot slot is het goed toeven bij het voor de streek Maramureş typische vuur dat hier veelvuldig wordt opgebouwd en aangestoken om warm te blijven.

De bosspoorlijn van Moldoviţa

Ruim 80 kilometer oostelijk van Vișeu de Sus vinden we Moldoviţa. Moldoviţa ligt weliswaar net buiten de Maramureş, maar ook hier is het leven nog erg traditioneel ingericht. Het dorp is vooral bekend van een fraai Roemeens orthodox klooster dat op de UNESCO-werelderfgoedlijst staat.

Moldovița was in 1887 het beginpunt van smalspoornet met een lengte van maar liefst 73 kilometer. In 1888 werd het eerste stuk van 24 kilometer lengte tussen Moldoviţa en Roşoşa geopend. In de decennia daarna werd het net steeds verder uitgebreid tot een wijdvertakt geheel dat in 1987 zijn maximale omvang had bereikt.

Hoewel hier ook andere ondernemingen hun goederen per trein lieten vervoeren, en de CFF hier niet alleen van het houtvervoer afhankelijk was, werd het vanaf het eind van de jaren 90 voor de CFF steeds moeilijker om hier het hoofd boven water te houden. In tegenstelling tot het bosspoor van Vișeu de Sus was hier wel sprake van concurrentie met het wegverkeer. De genadeklap kwam in 2001 toen grote delen van het spoorlijn weggespoeld werden door hoogwater. In 2003 werd het spoorvervoer definitief overgeheveld naar de weg.

In het jaar 2005 werd door een privé-initiatief weer de eerste 3,5 kilometer van het oorspronkelijke netwerk heraangelegd en af en toe bereden. Vanaf 2009 werden er weer met regelmaat treinen ingezet, nu voor het toeristische verkeer. Successievelijk is het netwerk verder verlengd. Op dit moment bedraagt de lengte 12,7 kilometer en de initiatiefnemer en eigenaar, Georg Hocevar, heeft verdere plannen. Er wordt naar gestreefd om de spoorlijn tot onder het hogere gelegen Roemeens orthodoxe klooster – de toeristenmagneet van de regio – te verlengen. Door meer toeristen te trekken kan er meer geld worden aangetrokken voor de instandhouding en uitbreiding van de spoorlijn.

Op dit moment heeft de spoorlijn van Moldoviţa de beschikking over drie locomotieven: twee Reşiţa-machines (764.423 en 764.431) en één Reghin-locomotief (764.404R; de R staat voor ‘Reghin’).

De spoorlijn van Moldoviţa kent een fraaie ligging, in de berm van een landelijk uitziende weg die langs de rivier loopt. De weg en de spoorlijn worden hierbij op veel plaatsen geflankeerd door typisch Roemeense hekken. De foto toont locomotief 764.404R met een trein die voornamelijk bestaat uit draai­schamel­wagens. De trein is zojuist vertrokken uit Moldoviţa, als de eerste zonnestralen van de dag de heuvels in de verte en de rookpluim van de locomotief fraai belichten.

De streek rondom Moldoviţa is in de afgelopen decennia nauwelijks veranderd.

Bij de huizen trekken vooral de authentieke waterputten, uitgevoerd als fraaie model-blokhuizen, de aandacht.

Tot slot van deze sfeerimpressie nog twee opnamen vanaf de heuvels rondom de fraaie spoorlijn van Moldoviţa:

De foto’s van Vișeu de Sus zijn gemaakt op 10, 11 en 12 februari 2019. De foto’s van Moldoviţa zijn gemaakt op 13 februari 2019.

Peter de Winter


Bezoek aan het Roemeense bosspoor

Een ongepland bezoek aan het hier beschreven Roemeense bosspoor heeft weinig zin. Alleen op het bosspoor van Vișeu de Sus rijdt dagelijks treinverkeer; met diesel­tractie en slechts één tot twee ritten per dag. Het is iedere dag ongewis of en wanneer deze treinen rijden.

Beide spoorlijnen zijn wel te bezoeken wanneer er toeristisch verkeer is. Zie www.cffviseu.com en www.cfi.ro/…

Voor degenen die met een authen­tieke stoomtrein op stap willen en uitgebreid de gelegenheid willen krijgen voor fraaie foto- en film­opnamen kunnen terecht bij een aantal organisaties die gespeciali­seerd zijn in dergelijke reizen. Dit reisverslag is tot stand gekomen na een reis met Farrail-tours, dat van harte aanbevolen wordt. Farrail is ook bekend van de samenwerking met de SNE tijdens de Iran-reis van 2018: www.farrail.com

Ook Tanago is een bekende op dit terrein en biedt vergelijkbare reizen aan: tanago.de

De reis van en naar de bos­spoor­lijnen van Vișeu de Sus en Moldoviţa loopt doorgaans via Cluj Napoca. Dit kan per vliegtuig met een of meer tussenstops. Een alternatief is met de trein. Het beste wordt dan via Wenen gereisd. Vanaf Cluj Napoca kan eventueel verder gereisd worden naar bijvoorbeeld Viseu de Jos. Dit kan slechts twee keer per dag en de reistijd is erg lang. De reisplanner van de Deutsche Bahn geeft inzicht in de mogelijkheden: reiseauskunft.bahn.de


Meer informatie

www.interlok.info/… en de.wikipedia.org/… over de Reşiţa-locomotieven

de.wikipedia.org/… over de Wassertalbahn

de.wikipedia.org/… over de bosspoorlijn Moldovița

www.cfr.ro van de Roemeense spoorwegen (CFR)

www.infofer.ro/… voor de dienstregeling van de CFR

www.vakantielandroemenie.nl/… voor vakantietips

NVBS-excursies

De Stichting NVBS-Excursies (SNE) is meerdere malen op bezoek geweest in Roemenië waarbij ook de bosspoorlijnen zijn bezocht:

Voorzomerreis Roemenië en Bulgarijë, juni 2000

Najaarsreis Roemenië, september 2011

Wadlopers in Roemenië, mei 2017

Te leen in de NVBS-bibliotheek

Bosspoor in Roemenië (dvd, besproken in NVBS Actueel oktober 2017)

Mit Dampf durch die Karpaten: Waldbahnen in Rumänien I door Florian Hofmeister

Mit Dampf durch die Karpaten: Waldbahnen in Rumänien II door Florian Hofmeister

NVBS-maandblad Op de Rails

Stoom in de Karpaten door Frits van der Gragt (februari 1993)