Het tramfeest op 18 en 19 mei 2024
De tram in Gent (4)
De tram in Gent bestaat 150 jaar. Frits van Buren bezocht het tramfeest dat op 18 en 19 mei 2024 werd gevierd.
In dit Pinksterweekend werd het 150-jarig bestaan van de tram in Gent uitbundig gevierd. De weersvooruitzichten voor deze twee dagen waren in eerste instantie matig, maar uiteindelijk kenden deze dagen droog weer met zonnige perioden.
Op zaterdag bestond het tramfeest uit publieksrondritten vanaf het Koningin Maria Hendrikaplein voor het Sint Pietersstation. Een verscheidenheid van trams werd daarvoor ingezet die drie routes reden zoals getoond op onderstaande kaart. Aan het begin van de middag was de belangstelling nog niet erg groot maar later op de middag werd deze steeds groter. Helaas is het Koningin Maria Hendrikaplein bezaaid met fietsen hetgeen duidelijk zichtbaar is op de foto’s.
In feite speelde zich op het Koningin Maria Hendrikaplein een beknopte tramparade af. Naast trams uit Gent waren er ook diverse rijtuigen van de NMVB (Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen) die vroeger daadwerkelijk vanuit Gent vertrokken naar omliggende dorpen en steden. Deze NMVB-trams waren door de diverse Belgische musea speciaal voor dit tramfeest beschikbaar gesteld en met aandacht voor detail van de oorspronkelijke lijnletters en koersborden voorzien zoals lijn E naar Evergem, Lijn N naar Nevele en lijn W naar Wetteren.
PCC-rijtuig 01 werd op 17 maart 1971 geleverd aan de MIVG door het voormalige Brugeoise et Nivelles (nu Alstom) samen met de voormalige ACEC voor het elektrische gedeelte als onderdeel van een serie van 54 rijtuigen. Dit rijtuig is in de originele MIVG-uitvoering en kleuren. Het laatste kwart van de 20e eeuw werd het straatbeeld in Gent door deze trams beheerst.
Tweeassig motorrijtuig 9888 werd in 1932 gebouwd door de Ateliers Anglo-Franco-Belge in La Croyère (La Louvière). De 9888 deed ook dienst in Vlaanderen en in en om Gent. Het maakt thans deel uit van trammuseum van de ASVi (Association pour la Sauvegarde du Vicinal) in Thuin.
Autorail AR 86 werd in 1934 door de NMVB-werkplaats in Kuregem bij Anderlecht gebouwd als onderdeel van een serie van 19 spoorauto’s. De benzinemotor werd tijdens de WO II verwijderd. Na de oorlog werd de Autorail (AR) met een dieselmotor omgebouwd tot Autorail Tractor (ART) om zware bietentreinen te trekken. Het rijtuig kwam in 1980 in het bezit van de ASVi die het in zijn oorspronkelijke staat herstelde.
Tijdens deze publieksritten kwamen sommige rijtuigen ook op plaatsen waar zij ooit eerder waren geweest. Zo kwam de AR 86 op het huidige eindpunt Zwijnaarde van tramlijn T2. Deze trams bedienden tot 1954 Zwijnaarde.
Sommige trams kwamen in de stad weer op plaatsen waar zij stellig in het eerste kwart van de 21e eeuw ook regelmatig geweest zullen zijn. Dat was bijvoorbeeld het geval met de 6215. Deze maakt onderdeel uit van een reeks van 22 PCC-trams die tussen 1999 en 2003 gemoderniseerd werden.
Een aan het tramfeest deelnemende stoomlocomotief stond echter op het terrein van de stelplaats Gentbrugge nog te wachten op de dingen die zouden komen. De HL 303 is de oudste nog werkende stoomlocomotief in België en werd 1888 gebouwd door de Ateliers de Tubize. In 1965 werd zij overgenomen om tentoongesteld te worden in het Buurtspoorwegmuseum in Schepdaal en vervolgens toevertrouwd aan de ASVi en weer in werking gesteld.
Op zondag 19 mei 2024 vond de tramparade plaats, waren er weer publieksritten en was er uitvoerige animatie op de Korenmarkt. De tramparade en het enorme aantal (Pinkster)toeristen maakte dat het in de binnenstad ontzettend druk was. Geduldig wurmden de vijfdelige HermeLijn-trams en zevendelige Albatros-trams zich langzaam door de mensenmenigte. Wel was er veel vriendelijk personeel van De Lijn, van de museuminstellingen en van de politie.
De parade werd geopend door het PCC-depannagerijtuig 6208. Gelukkig hoefde dit niet in actie te komen.
De open zomertram 216 werd in 1908 voor Gent gebouwd door de Ateliers Métallurgiques in Nivelles. Omdat het echter door het wisselvallige weer weinig buiten kwam werd het in 1924 omgebouwd tot gesloten rijtuig. In 1937 werd het omgebouwd tot depannagerijtuig. In 1981 werd besloten om het rijtuig te restaureren in zijn oorspronkelijke toestand waarna het werd tentoongesteld in het Vlaams Tram- en Autobusmuseum (VlaTAM) in Antwerpen.
De in 1920-1922 door Pipe (onderstel en cabine) en Plas & fils (torenopbouw) voor Gent gebouwde bovenleidingmontagewagen deed dienst tot de jaren 70. Het voertuig heeft een Chrysler zescilinder-benzinemotor van 118 pk. Vanaf 2018 werd het door vrijwilligers van de vzw META gerestaureerd.
Na NMVB-rijtuig 9888 volgde drieasser 378 van Gent. Rijtuig 378 werd in 1929 omgebouwd uit een tweeassig rijtuig. Tussen 1950 en 1954 werden alle drieassers gemoderniseerd. Museumtram 378 is gerestaureerd in de toestand zoals deze reed tussen 1930 en 1950.
Na NMVB-Autorail AR 86 volgde houten Standaardrijtuig 9985 in de parade. Dit vierassige motorrijtuig werd oorspronkelijk gebouwd door SA Usines de Braine-Le-Comte als bijwagen 19166. In 1932 werden bijwagens uit deze reeks omgebouwd tot motorrijtuig en werden genummerd in de reeks 9977-9985. De 9985 reed tot 1963 op de NMVB-lijnen vanuit Gent en werd daarna overgebracht naar de kustlijn. Momenteel maakt museumtram 9985 onderdeel uit van de collectie van de vzw TTO-Noordzee.
Drieasser 328 met de aanhangrijtuigen 55 en 70 vormden een indrukwekkend tramstel. De 328 is gerestaureerd in de toestand zoals deze dienstdeed tot 1974 en is – in tegenstelling tot drieassers 339 en 378 – met de aansluitkabel lijkend op een lachend mondje geschikt om aanhangrijtuigen te trekken. Aanhangrijtuig 55 werd in 1912 gebouwd door de Ateliers Métallurgiques in Nivelles. Aanhangrijtuig 70 werd in 1941 verkregen door uit motorrijtuig 187 de elektrische installatie te verwijderen.
S(standaard)-motorrijtuig 9093 van de NMVB werd in 1957 gebouwd uit een ouder motorrijtuig door de NMVB-werkplaats in Kuregem met behoud van draaistellen, motoren en remmen. De 9093 deed dienst op de NMVB-lijnen bij Brussel maar motorrijtuigen van dit type S reden ook op de NMVB-lijnen vanuit Gent. Het aanhangrijtuig werd in 1952 geconstrueerd door de NMVB-werkplaats in Destelbergen bij Gent.
Het derde drieassige motorrijtuig van Gent was de 339. De 339 deed dienst tot 31 maart 1974 en werd kort daarvoor nog voorzien van een pantograaf om ingezet te kunnen worden naast de nieuwe PCC-trams.
De parade werd besloten door PCC-rijtuig 01, een HermeLijn-tram en een Albatros-tram. Nadat alle trams via de Cataloniëstraat waren doorgereden naar de Duivelsteen werd begonnen met publieksrondritten, terwijl de stoomtramloc op een neer reed over de Cataloniëstraat. De paardentramritten reden van de Sint Niklaasstraat naar de Lange Steenstraat op en neer, terwijl de overige publieksritten vertrokken vanaf de Sint Niklaasstraat naar het Sint Pietersstation en terug.
Dit verslag laat zien dat het een indrukwekkend en zeer geslaagd tramfeest was in een fraaie omgeving.
Frits van Buren
Eerdere artikelenIn twee eerdere artikelen in NVBS Actueel is de geschiedenis van de tram in Gent besproken: februari 2024 en maart 2024. In een derde artikel is een vergelijking gemaakt tussen de tram in de tweede helft van de vorige eeuw en nu: NVBS Actueel april 2024. |
BoekOver de geschiedenis van de tram in Gent is recent een boek verschenen: 150 jaar tram in Gent – Sporen door de tijd. Door B. De Lantstheer en B. Vanacker, Uitgeverij Snoeck, Gent, 2024, € 24,00. Dit boek is niet verkrijgbaar bij de NVBS-winkel. Als minpuntje moet helaas worden opgemerkt dat door het gebruik van mat papier de kwaliteit van de foto’s matig is. |