Naar een stuwmeer in de Pyreneeën

Le Petit Train d’Artouste

René en Marijke Janson maakten in juni 2018 een reis naar de Franse en Spaanse Pyreneeën. Eerder verscheen een verslag van hun bezoek aan de tandradlijn van Vall de Núria. Deze keer aandacht voor Le Petit Train d’Artouste. Oorspronkelijk een treintje dat werd gebruikt bij de aanleg van een groot stuwmeer, tegenwoordig kunnen toeristen er een rit mee maken.

Le Petit Train d’Artouste op een zonnige dag. Foto: toeristenbureau Cœur de Béarn, www.coeurdebearn.com

Vanuit Lourdes slingert onze bus over een smalle weg door een kloof van de woest stromende beek Gave d’Ossau met schuim op de koppen, struikelend over de talloze watervalletjes. Het eind van de reis is een tunnel, waarna we met een ruime bocht over die zelfde beek een groot parkeerterrein oprijden. We zijn in de gemeente Laruns, waarvan ons reisdoel Artouste deel uitmaakt.

De volgende etappe is Artouste-Fabrèges, het dalstation van de cabinebaan. We stappen op een hoogte van 1240 meter in en laten ons brengen naar 1920 meter. De kabelbaan is 1314 meter lang en brengt ons in zeven minuten omhoog. Het eindigt op een terras, vanwaar je een prachtig panorama hebt over de omgeving: Pic du Midi, Pic d’Ossau en het Lac de Fabrèges. Hier is ook het vertrekpunt van Le Petit Train d’Artouste. Al stijgend met de cabinebaan krijgt het landschap onder ons de gedaante van een modellandschap op zolder, terwijl het uitzicht boven ons inktzwarte wolken oplevert.

In de folder wordt gesproken over de hoogste trein van Europa, maar dit betwijfelen we. Deze trein rijdt op een hoogte van ongeveer tweeduizend meter over een afstand van ongeveer tien kilometer naar het Lac Artouste. In het restaurant boven drinken we lekkere koffie, terwijl buiten het personeel van de trein alles in de stromende regen in gereedheid brengt. Het is smalspoor op vijftig centimeter spoorbreedte.

We nemen plaats op kletsnatte bankjes en vouwen ons op in de kleine en smalle wagonnetjes. Plastic flappen worden naar beneden gelaten, zodat we nog enigszins beschut zijn tegen de regen. Door de regendruppels heen proberen we nog iets van buiten te kunnen waarnemen. Het zeildoek boven ons hoofd is echter dermate versleten, dat het regenwater zonder enige moeite naar beneden druipt. Met een paraplu op zijn we startklaar voor de tocht.

De dieselloc trekt op en na tien meter we verdwijnen in de Tunnel de l’Ours, 315 meter lang. Als we eruit komen zien we een hoogvlakte, omringd met bergtoppen van wel 1800 meter, waaronder de Aubisque (1704 meter). Al slingerend langs de afgrond lijkt het een prachtige tocht, zeker de moeite waard als het droog is.

Na 20 minuten rijden is de rit plotseling ten einde. We stoppen op een emplace­ment en krijgen te horen, dat wegens lawinegevaar er vandaag niet verder wordt gereden. Veel passagiers lopen over de spoorlijn naar een uitzichtspunt bij het meer van Artouste, maar door het slechte weer valt er weinig te genieten.

Als op de terugweg de regen ophoudt, zien we pas echt hoe mooi het landschap eigenlijk is. Vanuit het open treintje hebben we nu zicht op een prachtige vallei met watervallen, typische flora, prachtige rododendronvelden en tal van berg­toppen, zoals Ossau, Palas, Ariel en Lurien. Ook komen hier veel gieren voor en als u goed oplet, misschien zelfs bergmarmotten. Bij mooi weer een aanrader dus.

René Janson

René Janson is hoofdredacteur van het blad Grootspoor. Dit is een bewerking van een artikel dat hij voor dat blad heeft geschreven. www.grootspoorgroep.nl


[printfriendly]

Geschiedenis

In 1924 begon men aan de bouw van een grote dam bij het meer van Artouste. De hoger gelegen meren Batboucou, d’ Arrémoulit en nog wat kleinere meertjes stromen uit in het Lac d’Artouste. Het water wordt via grote buizen naar de elektriciteits­centrales beneden in het dal geleid. (Klik op kaartje voor vergroting.)

De dam werd aangelegd ten behoeve van de Compagnie des Chemins de Fer du Midi (CFM), die de ­centrales nodig had om haar spoorlijnen in deze regio te kunnen elektrificeren. Er werd een smalspoorlijn gebouwd om mensen, brandstof, apparatuur en voorraden naar de bouwplaats te vervoeren. Gedurende acht jaar hebben duizenden mensen gewerkt aan de bouw van deze dam. Later werd de dam nog verhoogd, waar­door tegenwoordig het watervolume 24 miljoen kubieke meter is.

In 1932 wilde men de ontwikkeling van het toerisme in de regio bevorderen. Besloten werd dat de trein mocht blijven en dat deze nu toeristen zou gaan vervoeren. De trein reed alleen op zondagen in de zomer en was samengesteld uit drie wagens met houten kisten, die dienden als stoel.

Lees meer op Wikipedia.

Informatie

Tegenwoordig bestaan de treinen uit zes rijtuigen op draaistellen met elk twaalf zitplaatsen. De treinen worden getrokken door kleine diesellocs. De treinen rijden dagelijks van eind mei tot eind september. Vertrek elk uur, in het hoogseizoen elk half uur. Een rit duurt 50 minuten.

In Fabrèges is een museum over Le Petit Train d’Artouste, gratis toe­gankelijk voor treinreizigers. Vanuit Fabrèges brengt een kabelbaan je in enkele minuten naar het begin van de smalspoorlijn.

Meer informatie over Le Petit Train d’Artouste.

Artouste ligt 70 kilometer ten zuiden van Lourdes, tegen de Spaanse grens. Voor zover we kunnen nagaan is Artouste niet met openbaar vervoer te bereiken.