Op de brommer naar Kassel

Op jacht naar de Zwarte Zwaan

In 1966 stapte Sjoerd Bekhof op zijn brommer en reed naar Kassel. Op zijn programma stond onder andere de Baureihe 10: de Zwarte Zwaan.

Toen ik de juli-nieuwsbrief opende keek ik, zoals gewoonlijk, direct naar de zoekplaatjes. Bij de foto’s van De Swart was ik meteen terug in 1966, toen ik met de bromfiets op reis was door het Ruhrgebied en de omgeving van Kassel. De aanleiding hiervoor was het eindige bestaan van de driecilinder 0310 in Hagen. Toen ik daar bij een eerder bezoek was, stonden de eerste locs van deze serie al aan de kant. De depotmedewerker die me begeleidde zei toen dat het einde van deze locomotieven in de herfst te verwachten was. Ze deden dienst voor de Eilzüge naar Kassel. De dagelijkse doorgaande rijtuigen uit Amsterdam werden aan die treinen gekoppeld. De D-treinen waren voor de sterkere 0110 uit Kassel.

Loc 03 1050 in Bw Hagen Eck.

En passant kreeg ik in de ‘Rechteckschuppen’ de groene E-loc 119 011 (kort tevoren heette die nog E19 11) in beeld. De nummerplaten waren een paar dagen eerder aan een Amerikaanse spoorliefhebber verkocht, maar als ‘troostprijs’ kreeg ik de schildjes met BD Wuppertal en Bw Hagen Eck. Onder de imposante kolen­kraan stond de 03 1050, goed voor een foto.

De brommer van Sjoerd Bekhof: een Eysink.

De rit naar Kassel maakte ik in een trein met daarvoor de 03 1045. Mijn brommer (een Eysink) mocht mee in de bagagewagen. Ik kon het personeel geruststellen met de mededeling dat het een ‘Moped’ was. Met een Wochenbezirkskarte in de binnenzak mocht je in de toeslagvrije treinen in de eerste klas reizen en fiets of bromfiets konden gratis mee. Goed merkbaar was dat de loc behoorlijk moeite had de hellingen in deze lijn te overwinnen. Naderhand kwam ik aan de weet dat deze locomotieven moeilijk te bedienen waren. De meester moest met een lage waterstand in de ketel rijden en de regulateur werkte moeilijk. Ketelsteen was daarvan de oorzaak, waardoor het flink wat handkracht kostte het ding te bedienen.

Kassel Hbf in 1966.

Kassel was mijn doel in de hoop een van twee locs Baureihe 10 met de bijnaam Zwarte Zwaan aan te treffen. Eerst nog even in het kopstation rondkijken. Daar stond de 01 1101 met z’n neus in de kleine overkapping; geen goede voorwaarde voor een topfoto. Een aantal details van de 03 1076 aan het postperron was wel goed vast te leggen. Kassel was nog maar kort onder de draad en de belangrijke verbinding met Bebra werd nog met stoom en diesel onderhouden. Een Baureihe 44 was toen op die lijn voor een D-trein naar de DDR geen uitzondering.

Loc 03 1076 in Kassel Hbf.

Geluk was met me: in het Bw stond de 10 001 in de zon te glimmen. Op de brommer erop af en met een uitnodigingsbrief in de hand was de toegang tot het terrein een eitje. Op dat moment waren de meeste sneltreinlocomotieven onderweg, maar in de restanten van een ronde loods stond een flink aantal 86-locs te wachten op hun verdere lot. Ze waren kort tevoren buiten dienst gesteld.

Loc 10 001, een van de twee “Zwarte Zwanen” in Bw Kassel.

Een uitstapje naar Bebra was natuurlijk niet te versmaden, want daar werden de Interzonen-treinen opgehaald met de DR 01 en de 015 uit Erfurt. Die treinen waren toen met een zekere geheimzinnigheid omgeven; je kon als buitenstaander tijdens het in- en uitstappen van de passagiers niet op het perron komen en een gesprek met het locpersoneel zat er ook niet in. De fotografen werden toen in het illustere tijdschrift Lok Magazin gezien als de moedigen die zich tot bij de zone­grens hadden gewaagd. De Muur stond er nog maar een paar jaar. Gelukkig was de zon me gunstig gestemd en de loc werd niet meteen in de gebruikelijke stoomwolk gehuld. Kennelijk probeerde de DR het maken van foto’s niet al te makkelijk te maken.

Oost-Duitse Rekolok 01 523 in Bebra Hbf.

Op de terugweg deed ik Bw Hamm P aan en ook daar deed de brief van de chef wonderen. Ik kon de V200’en in onderhoud zien; de uitgenomen motor ernaast op een onderstel. Toppunt waren toen de naast elkaar staande DE2000 (Henschel-Siemens) en de V300 001 (Krauss Maffei); enkelingen die de tand des tijds niet hebben doorstaan. Buiten stonden enkele nieuwe E10-locs. Ze hadden hun leven nog voor zich.

DE2000 en V300 001 in Bw Hamm.

Bij het maken van deze bijdrage beleefde ik dit reisje nog als gisteren.

Sjoerd Bekhof


[printfriendly]

Duitse Pacifics

In de jaren dertig werden in Duits­land verschillende series sneltrein­locomotieven gebouwd. Dat waren ‘Pacifics’, met asopstelling 2’C1′. De belangrijkste series (Baureihen) waren 01, 0110 (drie­cilinder­variant van de 01), 03 (lichtere versie van de 01) en 0310 (drie­cilinder­variant van de 03). Ook werden ver­schil­lende experimentele locomotieven gebouwd. De Tweede Wereldoorlog maakte aan deze ontwikkelingen een einde.

Na de oorlog liet de DB in West-Duitsland nog twee nieuwe snel­trein­locomotieven bouwen: dat was de Baureihe 10, een verbeterde versie van de 0110. Maar toen deze Schwarze Schwäne in 1957 op de baan kwamen, was het duidelijk dat het tijdperk van de stoomlocomotief voorbij was.

Bij de DR in Oost-Duitsland werden in de jaren zestig enkele tientallen locs van de Baureihe 01 gemoder­ni­seerd. Dit leverde de stoer uitziende Reko­lokomotive van de Baureihe 015 op. Deze kwamen ook de grens met West-Duitsland over.

De locs van de Baureihe 0110 kregen in 1968 nieuwe nummers. Ze vormden toen de Baureihe 011 (kolenstook) en 012 (oliestook). De Stoom Stichting Nederland (SSN) heeft loc 012 075 gekocht, die nu weer haar oorspronkelijke nummer 01 1075 draagt. In Duitsland zijn diverse andere locomotieven bewaard gebleven. Loc 10 001 is te zien in het Dampflokomotiv-Museum in Neuenmarkt-Wirsberg.

Loc 01 1101 in Kassel Hbf. Alle foto’s bij dit artikel zijn in 1966 gemaakt door Sjoerd Bekhof.