8.047 kilometer per trein met 90% minder CO2-uitstoot dan per vliegtuig

Interrailen in 2022 (1)

Matthias van Aalst bezocht in augustus 2022 per trein Oostenrijk, Italië, Zwitserland en Duitsland. In dit deel neemt hij ons mee van Linz naar Chavornay. Volgende maand in deel 2 vervolgen we zijn reis van Bern naar de Selfkantbahn.

Vanwege het 50-jarig jubileum van Interrail, werden de Interrail Global Passen waarmee in een periode van een, twee of drie maanden onbeperkt gereisd kan worden, dit voorjaar met maar liefst 50% korting aangeboden. Dit was natuurlijk een mooie aanleiding om deze zomer, na twee jaar van reisbeperkingen, de wensen in te willigen die even de ijskast hebben moeten wachten.

In augustus had ik een week beschikbaar om in Centraal-Europa een aantal mooie bestemmingen op te zoeken. In deze tweedelige serie neem ik jullie graag mee op dit avontuur, met in het eerste deel aandacht voor onder andere de tram­steden Linz, Turijn, Milaan en Genève.

Screenshot van de Interrail-app met de per trein bezochte steden in augustus 2022 (kaart op basis van Google met enkele namen toegevoegd).

Met de vorig jaar geïntroduceerde nachttrein kan van Amsterdam naar Wenen worden gereisd. Hoewel de meeste nachttreinen in het hoogseizoen volgeboekt zaten, behoorde het gelukkig toch tot de mogelijkheden om op de vrijdagavond een zitplaats van Utrecht naar Linz te reserveren.

Linz

Na aankomst in Linz (de derde stad van Oostenrijk en een belangrijk industrie­centrum) zette ik al gauw koers richting de Pöstlingbergbahn. Deze verbinding start op de Hauptplatz in het centrum en voert over de Donau via station Linz Urfahr naar de top van de Pöstlingberg. De lijn is in 1898 aangelegd en wordt beschouwd als een van de meest steile adhesiespoorbanen ter wereld en de steilste van Oostenrijk. In de normale dienst rijden moderne Bombardier Mountainrunner-trams die echter van binnen zijn uitgevoerd als een historische tram met een klassiek interieur.

In de weekenden worden de Mountainrunners aangevuld met historische wagens waardoor de frequentie verhoogd kan worden van twee naar vier trams per uur.

Nadat de gewenste foto’s op de berg gemaakt waren, keerde ik terug naar de stad. Op zaterdag is het kleine Pöstlingsbergbahnmuseum naast station Urfahr geopend. Een buitengewoon vriendelijke dame van een jaar of tachtig liet mij toe tot de remise op het compacte terrein en vertelde verhalen van vroeger. Zoals bijvoorbeeld over het plezier op de open motorwagens en de tram in wintertijd, wanneer de sledes meegingen bergopwaarts en er naar beneden geracet kon worden. Tegelijkertijd was dit op de eerste dag van de reis weer een flinke opfriscursus van de Duitse taal.

Op Linz Urfahr, waar de treinen van de Mühlkreisbahn naar Aigen-Schlägl (1x per 2 uur) en Rottenegg (don’t tell them) in een ambitieuze kwartier­dienst­­regeling vertrekken, leek de tijd te hebben stilgestaan. Een authentieke sfeer met railbussen, spoor dat gewoon overgestoken mocht worden en zelfs een aantal goederenwagens. Deze worden ingezet om twee keer per dag fietsen mee te kunnen nemen onder de noemer van “Donau-Moldau Raderlebnis”. Het rangeren was in ieder geval een bezienswaardig schouwspel, waarvan hieronder twee beelden.

Na het bezoek aan het centrum werden de andere lijnen in het noorden van de stad verkend, maar deze kunnen als weinig spectaculair worden omschreven. Wel bood het mij de mogelijkheid de relatief lange trams volledig vast te leggen; iets dat in het drukke centrum op een zaterdag toch wat uitdagend bleek.

Weer terug op Linz Hauptbahnhof reisde ik per Railjet comfortabel naar Wenen.

Wenen

Voordat ik vanaf Wenen Hauptbahnhof de nachttrein richting Milaan nam, had ik de mogelijkheid nog even een kijkje te nemen bij de remise Favoriten ten zuiden van het Hauptbahnhof langs lijn O en lijn 11.

Nadat ik de nacht van vrijdag op zaterdag in een stoel heb doorgebracht, had ik van Wenen naar Milaan de luxe van een ligplaats. Vanwege de bekende ver­tragingen bij internationale (nacht-)treinen kwamen we wat later aan op Milano Garibaldi, vanwaar de Frecciarossa mij binnen een uur naar Torino Porto Nuova bracht.

Turijn

Om precies twaalf uur zette ik de eerste stap in de stad van Fiat en Juventus, en hoewel iets later dan verwacht mocht dat de pret niet drukken. Bekend was namelijk dat er op zondag een museumtram zou rijden, waarvan de route achterhaald werd. Echter, na ongeveer een uur buiten het station gewacht te hebben was er nog steeds geen blijk van een enkele museumtram. De inzet van normale trams rondom het station was ook matig te noemen; in het algemeen is de hoeveelheid trams die ik die dag heb mogen bewonderen met geluk op twee handen te tellen.

Nét op het moment dat ik de hoop wilde opgeven, verscheen er iets groens in de verte. De museumtram reed toch! Na een ronde te hebben meegereden (die totaal niet overeenkwam met de route zoals aangegeven op de site) en het tracé te hebben uitgestippeld, werd snel een elektrische deelfiets gepakt. Hiermee kon de museumtram uit 1932 worden bijgehouden en zelfs worden ingehaald, zodat deze op meerdere plekken kon worden vastgelegd.

Het fietsen met 25 km/u over de grote keien die een weg moeten vormen was een behoorlijke inspanning, maar leverde wel een flink aantal foto’s op van één rit.

Vervolgens kon ik met de elektrische deelfiets van Bolt de rivier de Po volgen tot aan het begin van de Sassi-Superga-tramlijn. Deze tandradspoorlijn met trams uit 1934 is een de steilste van Italië en vormt een route naar de Superga Basiliek boven op de berg. Dit is een populaire uitstap op de zondag­middag, wat de drukte aardig verklaarde. Helaas zijn de foto­mogelijk­heden langs de lijn zelf beperkt vanwege de begroeiing of hekwerken. Daarom deel ik hier alleen een foto in het beginstation.

Na een gezellige avond in Turijn, waarbij de nodige Aperol Spritz (de favoriete lokale versnapering) genuttigd werd, ging ik maandagochtend uiteraard op jacht om de oudste nog in dienst zijnde trams van de 2800-serie vast te leggen. Dit bleek makkelijker gezegd dan gedaan, vanwege de vele werkzaamheden in de stad en het feit dat er in de zomervakantie significant minder voertuigen op straat te vinden zijn. Gelukkig konden de wagens al gauw worden gespot op de lijnen 15 en 16.

Nog een keer werd per elektrische deelfiets de stad verkend. Met heerlijk weer, een lage OV-frequentie en een actietarief van € 0,05 per minuut was de fiets de ideale optie.

En passant werden ook de moderne lagevloertrams van de 5000-serie vastgelegd.

Gezien de vertrektijd van de gereserveerde Frecciarossa terug naar Milaan en het feit dat ik mijn spullen nog moest ophalen in het hostel, was er na een bezoek aan Lingotto (het grote winkelcentrum met een racebaan op het dak) nog precies één kans over om de tram te fotograferen op een van de bekendste fotoplekken in de stad – het Piazza Vittorio Veneto – en dat lukte!

Met een voldaan gevoel kon ik Turijn achter mij laten en zoefde het Italiaanse landschap met zo’n 300 kilometer per uur aan mij voorbij.

Milaan

Bij aankomst op Milano Centrale kon een van de oorspronkelijk Nederlandse AnsaldoBreda V250-stellen, ook wel bekend als de Fyra, worden vastgelegd.

Voor de tramhobby heb ik eerder Milaan bezocht, echter betrof dit destijds enkel het stadsnet (dat overigens voldoende groot is om je meerdere dagen te kunnen vermaken). Ditmaal was het bezoek in het bijzonder gericht op de interlokale tramlijn van Milano Comasina (aan het eindpunt van metrolijn M3) naar Limbiate. Om deze reden had ik een hostel geregeld op loopafstand en bij aankomst maan­dag­avond op de halte nagegaan wanneer de eerste tram van de dag zou ver­trek­ken. Dit bleek al om 6:15 te zijn, dus een korte nacht volgde.

Het gebrek aan slaap werd rijkelijk beloond toen ik de volgende ochtend, na een koffie bij het naastgelegen café (waar het om 6 uur ’s ochtends bijzonder druk was) de eerste tram richting Limbiate kon nemen.

De reden van het vroege opstaan is gerelateerd aan het feit dat de tram in de ochtend (van 6:15 tot 9:30) en in de avond (van 17:10 tot 20:28) maar negen slagen rijdt. Op andere tijden wordt de dienst uitgevoerd door bussen.

Zoals een klassieke buitenlijn betaamt, bevindt het enkelsporig tracé zich aan de zijkant van de weg. De lijn volgt voor het overgrote deel de doorgaande weg en buigt na de remise Varedo naar links richting Limbiate. In die bocht konden de volgende twee foto’s worden gemaakt.

Destijds, begin augustus, was bekend dat de lijn geen lang leven beschoren zou zijn vanwege de slechte staat van de infrastructuur. Op sommige delen van de lijn was de snelheid al teruggebracht naar 5 km/u. De trams hebben na het bezoek nog een aantal weken dienstgedaan. Op 30 september 2022 vonden de laatste ritten op deze karakteristieke lijn plaats.

Op de foto hierboven de laatste tram van de ochtend op weg naar de remise, vastgelegd op de bekende plek in Cassina Amata.

Hoewel dit op een relatief korte afstand van de wereldstad Milaan ligt, heb je hier als reiziger al wel echt het idee in het buitengebied te zijn. In de koffiezaak waar ik – alweer – een café nuttigde (in dit geval om de wachttijd van maar liefst 50 minuten tot de eerstvolgende bus te overbruggen) werd dan ook vreemd op­gekeken wat die verdwaalde toerist daar nu bracht. Ach, we zijn voor de hobby allemaal wel eens vaker met verbazing begroet…

Na wat foto’s in de stad gemaakt te hebben, nam ik de Eurocity met als eind­bestemming Genève. De treinreis leidde door de bergen en prachtige ver­gezichten over het Lago di Maggiore via Domosodolla naar Brig.

Aigle

Het behoorde tot de mogelijkheden om te blijven zitten tot aan Genève, maar dankzij een bruikbare tip over de bezienswaardige smalspoorlijnen vanuit Aigle kon ik hier een tussenstop van een uur plannen. Met rugzak en al het dorp door op zoek naar een geschikte fotostek, wat dankzij de lage zonnestand rond half 8 best een uitdaging is. Gelukkig is het gelukt om de trein vanuit Les Diablerets te fotograferen, waarna een sprintje terug naar het station beneden volgde.

Waar de treinreis van Brig naar Aigle al schitterend was met dank aan de hoge bergtoppen en de karakteristieke dorpjes, was het gedeelte van Aigle naar Genève ook zeker memorabel te noemen. Een film voltrok zich bij het staren uit het raam naar de wijnranken, de palmbomen, villa’s en kastelen, maar in het bijzonder het schitterende Meer van Genève tijdens het “Golden Hour”.

Genève

De volgende dag werd een van de duurste steden ter wereld, tevens een van de vier steden waar de Verenigde Naties huizen, verkend. Allereerst kon met een bezoek aan Annemasse in Frankrijk het nieuwste deel van het tramnetwerk worden vastgelegd.

Hierna kon in het centrum het doel worden vervolgd om de nog rijvaardige Düwag/Vevey Be 4/6+4/8-trams te fotograferen. Gezien de enorme lengte en de wit-donkerblauwe kleurstelling in combinatie met donkere raampartijen, was het soms best een uitdaging de tram er geheel en op de juiste lichtsterkte vast te leggen – de Place de Neuve was hiervoor een prima locatie.

De Tango-trams in de nieuwe oranje-witte kleurstelling deden ook dienst, en komen ogenschijnlijk beter tot hun recht op de foto.

Nadat ik een mooi Zwitserse uurwerk op de kop had getikt (… nog even sparen) en de boulevard langs het meer had verkend, vervolgde ik de reis richting de hoofdstad van Zwitserland: Bern. Deze reis werd overigens niet per directe IC afgelegd (Genève – Lausanne – Fribourg – Bern) maar via Lausanne – Yverdon – les-Bains – Neuchâtel met een tussenstop in Chavornay.

Chavornay

Dit alles om de daar dienstdoende Düwags uit Karslruhe vast te leggen. Deze rijden sinds begin deze zomer op de spoorlijn die Chavornay in een minuut of acht met Orbe verbindt. De tram reed een keer per uur en sloot aan op de eerst­volgende trein. Hierdoor had ik een krappe planning om in het veld één foto te kunnen maken, waarna ik mij zou moeten gaan haasten naar de trein. Uit­einde­lijk bevond ik mij precies op het juiste moment op de gewenst plek waardoor de Düwag-tram in de fraaie avondzon kon worden gefotografeerd:

Ik hoop dat dit eerste deel jullie een mooi inkijkje heeft geboden in hoe het is om anno 2022 met Interrail een rondreis door Europa te maken. Volgende maand neem ik jullie met veel plezier mee naar de avonturen in Bern, Zürich, Bonn en tot slot langs de Selfkantbahn.

Tekst en foto’s (gemaakt 6-10 augustus 2022) door Matthias van Aalst


[printfriendly]

Even voorstellen

Mijn naam is Matthias van Aalst, 25 jaar oud en reeds een aantal jaar lid van de NVBS. Mijn interesse gaat met name uit naar (het fotograferen van) trams, waardoor ik menig onbeken­de stad door de jaren heen heb verkend.

Aangezien ik vroeger vaak spannen­de verhalen over Interrail-avonturen heb meegekregen, had ik mijzelf toegezegd dat het in de zomer na het afronden van de middelbare school een geschikt moment zou zijn voor een eerste Interrail-reis. Zodoende ben ik er in 2016 voor het eerst op uit gegaan om in tien dagen zoveel mogelijk verschillende tram­steden te bezoeken. Bijkomend doel was om het reizen te vol­brengen met de nodige nacht­treinen waarvan bekend was dat het in december 2016 klaar zou zijn. De terugkeer in populariteit van de nachttrein een aantal jaren later had men destijds nog niet voor ogen.

In tien dagen heb ik toen, in chrono­logische volgorde, Basel, Zagreb, München, Innsbruck, Rome, Milaan, Gmunden, Budapest, Bratislava, Wenen en Gotha bezocht. Hier heb ik tijdens een avond bij de NVBS-afdeling in Den Haag in het najaar van 2017 uitgebreid aandacht aan geschonken. In feite was dit mijn eerste grote “hobby-reis”, waar ik, mede door de geslaagde foto’s en het algemene reisavontuur, met veel plezier aan terugdenk.

Maar goed, terug naar het heden. Sinds dit jaar bestaat er een heuse Interrail-app waarmee alle gekozen reizen direct geselecteerd en in sommige gevallen ook gereserveerd kunnen worden. Hierdoor is er geen noodzaak meer om op papier alle treinen te noteren; één klik op de juiste trein en de hierop gebaseerde QR-code tonen is voldoende. Wel is en blijft in sommige gevallen een reservering vereist, zoals in het geval van HSL’s en nachttreinen.

In juni van dit jaar bezocht ik alle tramsteden in Zweden en Noor­wegen. Met de reis in augustus erbij rolde de volgende statistiek uit de Interrail-app:

Conclusie: 8.047 kilometer per trein met 90% minder CO2-uitstoot dan per vliegtuig.

Handige link

Officiële Interrail-site – alle infor­matie over de verschillende Interrail Passen, de mobiele Pas, een spoor­weg­kaart van Europa, treintijden, reisideeën etc.

Deel 2 van dit artikel verschijnt in NVBS Actueel december 2022.