SNCF 7100 en hiervan afgeleide locomotieven
Tweespanningslocomotief CC 6052
In NVBS Actueel november 2023 werd bericht over de wisselstroomversie van de NS 1100: de SNCF BB 8051. Een andere interessante loc was de CC 6052, een voor twee spanningen geschikte loc op basis van de SNCF 7100 (NS 1300).
Frankrijk had vanaf 1944 proeven met wisselspanning gedaan in bezet Duitsland op de Höllentalbahn in het Zwarte Woud. De latere president-directeur en president van de SNCF, Louis Armand, gaf in 1948 opdracht de 78 km lange lijn Aix-les-Bains – Annecy en Annecy – La-Roche-sur-Foron te elektrificeren met 20 kV/50 Hz. In de herfst van 1950 kwam het gedeelte Aix-les-Bains – Annecy (39 km) in bedrijf en in mei 1951 het gedeelte Annecy – La-Roche-sur-Foron (39 km).
Twee bijzonderheden speelden een rol: het station van Aix-les-Bains was deels geëlektrificeerd met 1,5 kV gelijkspanning, en de lijn liep dicht langs de geboorteplaats Cruseilles van Louis Armand. Parallel daaraan had de SNCF een lastenboek opgesteld en was consultaties begonnen voor 20 kV-locomotieven met volledige adhesie. Belangrijkste kenmerken daarvan waren: zes motoren, een asindeling CC of BBB, een massa van 114 ton met een maximum van 19 ton/as en de mogelijkheid om met gereduceerd vermogen te rijden onder 1,5 kV gelijkspanning.
Dit leidde in september 1950 tot de levering van de CC 6051 door Oerlikon (Zwitserland), in augustus 1951 tot de levering van de CC 6052 door Alsthom, en in mei 1955 tot de levering van de BBB 6053 door Schneider-Westinghouse (Frans-Amerikaans).
- De CC 6051 (later CC 20001) was afgeleid van de Zwitserse Ae 6/6. De CC 6051 kon met gereduceerd vermogen ook onder 1,5 kV rijden (petit-bicourant). Deze loc voldeed zo goed dat een kleine serie op basis van dit prototype (CC 25001-25009) in Frankrijk werd gebouwd door Oerlikon en Batignolles-Châtillon in Nantes. Een uitvoerige beschrijving van deze locomotieven staat in [1].
- De CC 6052 (later CC 20002) was afgeleid van de CC 7100. De verschillen met een CC 7100 waren de vervanging van twee patrijspoorten aan beide zijden door roosters en de afwezigheid van de dakopbouw in verband met de 20 kV bovenleiding. Om de mindere lichtinval te compenseren had de CC 6052 ook ramen in de portieren, iets wat de CC 7100-en en afgeleide locomotieven niet hadden. Ook de afschermingen van de draaistellen waren afwezig, iets wat later bij de hele serie CC 7100 zou gebeuren. De motoren werden onder 20 kV gevoed via een transformator van 3220 kW. De voeding vanuit 1,5 kV geschiedde met een roterende omvormer van 310 kW.
- De BBB 6053 was geen succes. De vele zorgen over de roterende omvormer maakte dat zij werd omgebouwd naar alleen 1,5 kV. Ze kreeg toen het nummer BBB 6003.
In 1951 besloot de SNCF om de bovenleidingspanning te verhogen van 20 naar 25 kV. Ook werd de 25 kV bovenleiding aangebracht op de verlengingen La-Roche-sur-Foron – Annemasse (elektrificatie geopend juli 1954) en La-Roche-sur-Foron – Saint-Gervais (elektrificatie geopend oktober 1955).
Proeven met chopper-installatie
De CC 20002 werd in 1964 stilgezet wegens vergevorderde slijtage van de collectoren van de motoren en werd officieel uit dienst genomen in november 1969. Maar eind 1969 kreeg de loc een nieuwe toepassing als drager van de chopper-installatie die de gekoppelde BB 9252 van elektrische voeding voorzag. Deze experimenten waren zo succesvol dat de SNCF in oktober 1973 en juni 1974 110 BB 7200 locomotieven (de Franse equivalent van de NS 1600, 1700 en 1800) bestelde.
Na het eind van de proefnemingen werd de BB 9252 weer in de dienst opgenomen en werden de choppers van de CC 20002 in het prototype Z 7001 (bijgenaamd Zébulon) gemonteerd. Na nog enige jaren bewaard te zijn werd de CC 20002 gesloopt. De TGV was oorspronkelijk ontworpen met gasturbine-aandrijving. Maar na de oliecrisis in november 1973 werd besloten elektrische tractie te gebruiken. De Z 7001 werd gebruikt om deze elektrische tractie voor de TGV te ontwikkelen. Veel details over de CC 6052 staan vermeld in [3]. De CC 6051, CC 6052 en BBB 6053 worden ook kort vermeld in [6].Versies voor andere landen
De gelijkspanningsversie van de CC 7100 werd naar een aantal landen geëxporteerd: Nederland (NS 1300), Spanje, Algerije en Marokko, waarbij de vormgeving met inbegrip van de karakteristieke patrijspoorten sterk leek op het origineel. De toenmalige Sovjet-Unie bestelde in 1957 50 afgeleide wisselspanningslocomotieven en de Volksrepubliek China bestelde in 1958 en 1970 25 resp. 40 afgeleide wisselspanningslocomotieven. Bij de Russische locomotieven waren alle patrijspoorten vervangen door roosters en bij de Chinese locomotieven door kleine raampjes.
Frits van Buren
Referenties1. Locomotive CC 6051 future CC 20001 op cheminot-transport.com 2. Le Train, Les fers à repasser, Publitrains eurl, Betschdorf, Spécial 26, 2/2001, blz. 7 (NVBS-bibliotheek plaatsnummer Sm-500.082). 3. D. Redoutey, Les CC 7100, Les premières électriques universelles, 2003, La Vie du Rail, Paris, blz. 44-51 (NVBS-bibliotheek plaatsnummer Sm-500.102). 4. Le Train, Les CC 7100, Publitrains eurl, Betschdorf, Spécial 49, 1/2007, blz. 82. 5. C. Soulié en J. Tricoire, Le Grand Livre du TGV, La Vie du Rail, Paris, 2002 (NVBS-bibliotheek plaatsnummer Sm-500.154). 6. H. Bouman, Elektrische locomotieven NS-serie 1300, 1999, Uitgeverij Uquilair, blz. 174 (NVBS-bibliotheek plaatsnummer Sm-100.022.a). Van Alsthom naar AlstomDe Société Générale de Constructions Electriques et Mécaniques (SGCEM) Als-Thom was op 9 juli 1928 ontstaan uit de Société Alsacienne de Constructions Mécaniques (SACM) en de Compagnie Française Thomson-Houston (CFTH). In 1942 verdween het koppelteken en werd de naam Alsthom. Omdat de Engelse taal een afwijkende uitspraak kent voor de lettercombinatie ‘th’ werd, om verwarring over de uitspraak te voorkomen, de naam in 1998 gewijzigd in Alstom. FilmpjeDe experimentele locs BB 8051, CC 6051 en CC 6052 zijn te zien in dit filmpje uit de jaren 50. |