Zoals het toen was en nu is
De Extertalbahn
Marco Moerland en Paul van Baarle bezochten de Duitse Extertalbahn en belichten de geschiedenis van deze particuliere spoorlijn, de huidige museumlijn en de voormalige Extertalbahn-motorwagens in Oostenrijk.
Van het enorme aantal particuliere lokaalspoorwegen in Duitsland was een beperkt deel geëlektrificeerd. De Extertalbahn in de huidige deelstaat Nedersaksen is er daar één van. Op 8 juli 1927 werd het eerste deel van de lijn tussen Barntrup en Bösingfeld geopend. In 1929 werd Rinteln bereikt en was de bijna 28 kilometer lange lijn voltooid. De lijn is met 1500 Volt gelijkspanning geëlektrificeerd.
Aan beide eindpunten bestond aansluiting op het hoofdspoornet. Het kostte wel de nodige kopzorgen om de verbinding met het station in Rinteln te realiseren want daartoe moest er een nieuwe brug over de Weser gebouwd worden. Op de brug en door Rinteln maakten de treinen van de Extertalbahn over een lengte van ruim anderhalve kilometer gebruik van de openbare weg.
Door de Weserstrasse in Rinteln

Op deze prentbriefkaart rijdt motorwagen 2 door de Weserstrasse in Rinteln. Opmerkelijk is de V-vormige opstelling van de frontlampen. Het motorrijtuig is in 1927 door Waggonfabrik Killing & Sohn in Hagen gebouwd en maakt deel uit van de serie 1-3 uit het openingsjaar van de lijn.
Spaarzaam inkopen

Gedurende de eerste decennia trad de Extertalbahn A.G. naar buiten als de Kleinbahn Barntrup – Rinteln. Kleine lokaalspoorondernemingen moesten zuinig omgaan met hun inkopen. De plaatsbewijzen zijn gedrukt bij de kaartjesdrukkerij die op het moment van bestelling de gunstigste prijs aanbood. Zodoende zien we vier plaatsbewijzen uit de periode 1927-1942 die door drie verschillende drukkerijen geleverd zijn. De valuta-aanduiding is in Reichsmark. De “Sonntags-Rückfahrkarte” is tegen gereduceerd tarief afgegeven. Met een gunstig zondagstarief werd het toeristische vervoer gedurende het weekend bevorderd.
Oorspronkelijk bestond het voertuigpark uit drie tweeassige motor- en bijwagens en twee elektrische goederenmotorwagens. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd de Weserbrücke opgeblazen waardoor het tot 1947 duurde tot de gehele lijn weer bereden kon worden.
Deutsche Mark

Na de Tweede Wereldoorlog werd in 1948 de Deutsche Mark de officiële geldeenheid van de nieuwe Bondsrepubliek. De oude aanduiding Kleinbahn Barntrup – Rinteln is nog op dit door Haubold in Eschwege gedrukte biljet vermeld.
In de naoorlogse jaren was de stemming positief; het aantal reizigers nam toe tot 1,7 miljoen passagiers in het recordjaar 1947. Voor aanvullend vervoer werden de eerste autobussen aangeschaft. Bovendien werden er plannen voor nieuwe motorrijtuigen uitgewerkt.
Herstel

Na de Tweede Wereldoorlog werd de oorlogsschade hersteld. Op de achtergrond van deze prentbriefkaart is de gerepareerde Weserbrücke te zien. Aan de noordzijde van de brug boog de lijn naar links af en eindigde op het voorplein voor het station. Daar was ook een driesporig emplacement voor overgave van goederenwagens van en naar het hoofdspoornet. De rijtuigen kregen bij herstel een nieuwe kleurstelling in rood en crème. De autobus als concurrent van de Kleinbahn dient zich op de achtergrond al aan.
Parallele busdienst

Op de plaatsbewijzen uit de jaren vijftig van de vorige eeuw wordt de geregistreerde bedrijfsnaam Extertalbahn vermeld. Het werklieden-, scholieren en toeristische vervoer bleef belangrijk voor de lokaalspoorlijn maar in de rustige uren werden er steeds meer autobussen ingezet. Het plaatsbewijs met de vermelding “Kraftverkehr” getuigt hiervan.
In 1953 leverde Westwaggon in Düsseldorf (voorheen Waggonfabriek Carl Weijer) de moderne vierassers 4-5 met een elektrische installatie van AEG. Toen door Rastatt in 1956 als nabestelling motorwagen 6 geleverd werd, was het tij echter al gekeerd; de reizigersaantallen namen af en het busverkeer verwierf een steeds belangrijkere plaats. Het aantal ritten over de lokaalspoorlijn verminderde en parallel daaraan werden op rustige tijdstippen bussen ingezet.
Moderne motorwagens

Vanaf 1953-56 namen drie moderne vierassige motorwagens het vervoer van de vooroorlogse tweeassers over. De door Westwaggon geleverde motorwagen 5 rijdt door de Weserstrasse in Rinteln in de richting van het station. Hans Oerlemans fotografeerde het tafereel in de Weserstrasse op 23 juli 1959.
Brugpassage

Na een rustpauze voor het station in Rinteln keert motorwagen 5 terug met bestemming Bösingfeld. Slechts enkele treinen reden door naar het andere eindpunt Barntrup. Het motorrijtuig ratelt hier over de Weserbrücke en begint daarna aan de “Ortsdurchfahrt”. Foto: Hans Oerlemans, 23 juli 1959.
Eenmansbediening

Aan het eind van de jaren vijftig was men genoodzaakt om steeds meer op de kosten te letten. Bovendien was er krapte op de arbeidsmarkt zodat personeel lastig te krijgen was. In de rustige uren werd er eenmansbediening ingevoerd. Voor de biljettenverkoop werden Zweedse Almex-plaatskaartenmachines aangeschaft. De biljetjes voor enkele reizen zijn op 3 augustus 1958 en 11 maart 1966 afgegeven.
Voorrang voor het goederenvervoer

In Bösingfeld kruist de goederentrein naar Barntrup met motorwagen 5 naar Rinteln. In tegenstelling tot het reizigersverkeer werd het goederenvervoer steeds belangrijker. Na opheffing van de reizigersdienst zou het goederenvervoer per spoor zich nog vele jaren weten te handhaven. De trein wordt getrokken door goederenmotorwagen 22 (Norddeutsche Waggonfabrik Bremen 1927). De treinkruising werd op 12 september 1964 door Hans Oerlemans op foto vastgelegd. De goederenmotorwagen met stukgoedafdeling was toen net door Credé in Kassel gemoderniseerd.
Uiteindelijk reed op 27 september 1969 de laatste reizigerstrein. De drie moderne motorwagens werden aan Stern & Hafferl in Oostenrijk verkocht. Daarvan zijn twee stuks nog steeds in dienst op de lokaalspoorlijn Lambach – Vorchdorf.
Verder bij Stern & Hafferl

De voormalige motorwagen 6 van de Extertalbahn als ET 20.109 bij Stern & Hafferl in Vorchdorf op 19 oktober 2012. Foto: Paul van Baarle.

En ook ET 20.111 – de voormalige Extertal-motorwagen 5 – doet nog altijd dienst op de lijn Lambach – Vorchdorf. Foto: Paul van Baarle, 19 september 2021.
Verder met het goederenvervoer
De aansluiting op de Bundesbahn in Rinteln verviel na staking van de reizigersdienst. Ook het straattraject door Rinteln werd toen opgebroken.
In tegenstelling tot het reizigersverkeer ontwikkelde het goederenvervoer zich in de jaren van het “Wirtschaftswunder” positief. Door de ontwikkeling van industriegebieden langs de lijn nam het goederenvervoer verder toe. Bovendien werd er direct ten zuiden van Rinteln een nieuw industriegebied tot ontwikkeling gebracht. Vanaf 1970 was Barntrup het enige overgavepunt voor het goederenvervoer van en naar het hoofdspoornet. Maar ook daaraan kwam uiteindelijk een einde. Tot in het jaar 2001 trokken de twee elektrische goederenmotorwagens het afnemende aantal goederentreinen over de lijn.
Verder als museumlijn
De Extertalbahn had haar bestaan dusdanig lang kunnen rekken dat de lijn vandaag de dag niet geheel verdwenen is. Reeds in 1975 werden er enige oude spoorrijtuigen gekocht ten behoeve van toeristische treinen getrokken door de goederenmotorwagens. Uiteindelijk is het gedeelte van de lijn tussen Bösingfeld en Rinteln Süd gesloten voor spoorverkeer. Tussen Rinteln Süd en Alverdissen kan men gedurende het toeristenseizoen fietsdraisines huren voor een inspannend tochtje over de voormalige lokaalspoorlijn.
In 1985 is de Landeseisenbahn Lippe e.V – Freundeskreis der Extertalbahn (FkdE) opgericht met als doel het verzorgen van een toeristische en museale dienst op een deel van de Extertalbahn. Een tegenslag was de diefstal van een deel van de bovenleiding. Maar na herstel kan er tussen Bösingfeld en Barntrup sinds 2022 weer elektrisch gereden worden. Er zijn zelfs opnieuw enige zijsporen geëlektrificeerd zodat demonstraties met het rangeren van goederenwagens gegeven kunnen worden.
Museaal goederenvervoer in 2025
Op 18 januari 2025 herleefde voor één dag het goederenvervoer tijdens een foto-excursie georganiseerd door Marcus Dettenberg. Deze foto’s met goederenmotorwagen 22 in de hoofdrol werden gemaakt door Paul van Baarle.
Museaal de toekomst in
De twee elektrische goederenmotorwagens en delen van de lijn staan onder monumentenzorg zodat de toekomst verzekerd lijkt. Wanneer binnenkort in Oostenrijk de Extertalbahn-motorrijtuigen bij Stern & Hafferl vervangen worden, hoopt men zelfs één van deze wagens te repatriëren!
Marco Moerland en Paul van Baarle
Reizen naar de ExtertalbahnDe afstand Utrecht – Bösingfeld (gelegen tussen Osnabrück en Hannover) bedraagt ongeveer 300 kilometer. De rijdagen van de museumlijn, tickets, het materieel etc. zijn te vinden op de website van Landeisenbahn Lippe e.V. – Freundenkreis der Extertalbahn. Meer bij de NVBSDe hier afgebeelde treinkaartjes, prentbriefkaarten en zwart-witfoto’s van de Extertalbahn komen uit de collectie van Marco Moerland. De collectie Nederlandse tramvervoerbewijzen van NVBS Railverzamelingen wordt ook door hem beheerd. Vind je tram- en spoorkaartjes interessant dan ben je van harte welkom in het archief van de SNR in Amersfoort. Oostenrijk: nostalgie met zestig jaar oude treinen (Vorchdorferbahn) in NVBS Actueel juni 2017 Op de website van de NVBS vind je met de zoekopdracht ‘Extertalbahn’ in de Beeldbank onder andere foto’s van de excursietrein voor de NVBS in 1974. De zoekopdracht levert ook vijf resultaten op in de Bibliotheek. Deze kun je lenen als je lid bent van de NVBS. |