Van koude wagens tot chipkaart: evolutie bij de tram van Göteborg
Tramkaartjes uit Göteborg
De stad Göteborg, in de provincie Västergötland, is met bijna 600.000 inwoners de tweede stad van Zweden. De allereerste paardentramlijn werd op 24 september 1879 in gebruik genomen. Deze lijnen waren in meterspoor aangelegd.
Van paardentram naar elektrische tram
Vanaf augustus 1902 maakten de paardentrams plaats voor elektrische trams en werd het hele net in hoog tempo omgebouwd naar normaalspoor; binnen drie maanden was het werk afgerond. De eerste vier elektrische lijnen kregen de lijnkleuren wit, blauw, groen en rood. Het zijn de kleuren die tot op de dag van vandaag worden gebruikt voor de lijnen 1, 3, 4 en 5. Pas in 1909 werden, naast de lijnkleuren, ook lijnnummers ingevoerd. Er is nog een opvallende overeenkomst met Amsterdam: vanaf 1 juni 1911 kregen alle reguliere tramlijnen in Göteborg brievenbussen. Die dienstverlening hield stand tot 1962.

Eenvoud. De oudste tramkaartjes van Göteborg waren nog gebaseerd op het tariefsysteem van de paardentram. Dit is coupon 6 uit een meerrittenboekje.

Koude trams. De eerste generatie tweeassers had open balkons. Niet voor niets kregen ze de bijnaam förkylningsvagn — ‘koude wagens’. De ansichtkaart toont een motorwagen die in het toen nog geldende linksverkeer op de fotograaf af rijdt.

Prijs naar afstand. Bij de elektrificatie van het net werd een tariefsysteem ingevoerd waarbij de ritprijs afhankelijk was van de afstand. De donker- en lichtbruine kaartjes waren bedoeld voor kinderen van 4 tot en met 13 jaar.
Voor de eerste elektrische trams leverde de Zweedse firma ASEA 46 tweeassige motorwagens. De Göteborgs Mekaniska Verkstad voegde daar zes aanhangrijtuigen aan toe. Ondanks het gematigde zeeklimaat ligt de gemiddelde temperatuur in Göteborg tijdens de wintermaanden rond het vriespunt. De trambestuurders kregen een dikke winterjas verstrekt, maar motorwagens met dichte balkons zouden geen overbodige luxe zijn geweest. Pas vanaf 1910 werden de open balkons van de motorwagens voorzien van een glaspui. Nieuwe trams werden vanaf dat moment standaard met gesloten balkons gebouwd. In 1930 verscheen de laatste nieuwe tweeasser.
Op 21 september 1907 opende de interlokale Långedragslinjen een enkelsporige tramlijn naar Hinsholme, die later werd doorgetrokken naar Långedrag. Voor deze verbinding werden tot 1928 negen grote motorwagens geleverd. De wagens 201–203 reden op twee eenassige draaistellen, de wagens 204–209 waren volwaardige vierassers. De lijn naar Långedrag en Saltholmen bestaat nog steeds als lijn 11.
Tussen 1922 en 1931 werden 22 tweeassige motorwagens uit de oudste series omgebouwd tot gelede trams met een zwevende tussenbak. Net als elders vielen deze experimentele ‘schommelbakken’ niet echt in de smaak; in 1949 verdween de laatste uit dienst.

Overstap op de bus. Een van de zuidelijke uitlopers van het tramnet bedient Mölndal. Rond 1930 kon met een speciaal overstapbiljet worden overgestapt van de tram op de autobussen van Mölndals Bilomnibus AB.

Werkwagen. Rond 1930 waren de balkons van de oudste tweeassige trams al geruime tijd dichtgemaakt. Op Drottningtorget, bij het centraal station, is het een drukte van belang op deze ansichtkaart. Links staat een werkmotorwagen klaar om aanhangrijtuigen te rangeren.

Långedragslinjen. Op de ansichtkaart staat een grote vierassige motorwagen met een tweeassig Zeppelin-middenbalkonrijtuig op Järntorget gereed voor lijn 9 naar Långedrag en Saltholmen. Motorwagen 208 is als museumrijtuig bewaard gebleven.

Gelede schommelbak. Ook Göteborg experimenteerde met gelede trams: twee oude tweeassige motorwagens met daartussen een zwevende bak. De ansichtkaart toont een van de elf schommelbakken op Drottningtorget. Ondanks dat de balkons inmiddels gesloten waren, werd bij mooi weer nog altijd met open bijwagens gereden. In 1946 verdwenen de laatste open trams.

Inflatie. In 1921 werd een nieuw type kaartje ingevoerd met vier kolommen: buslijnen, tijd, datum en tramlijnen. Dit kaarttype bleef tot 1941 in gebruik, maar de prijs bleef in de loop der jaren stijgen. Het linker kaartje is een kinderkaartje.
Van tweeasser naar vierasser
In 1937 verscheen proefrijtuig 210, een moderne grote vierasser. Dat rijtuig leidde tot twee series forse Mustang-trams. De naoorlogse serie 1–60 werd rond 1967 aangepast voor rechtsverkeer. In 1956 werden door overname drie gelijksoortige wagens aan de vloot toegevoegd (61–63). Deze waren afkomstig van het opgeheven trambedrijf van Gävle. Vier jaar na de komst van de laatste Mustang leverde de wagonfabriek Hägglund nog eens 125 moderne vierassers. Deze trams waren ‘all-electric’, hadden voetbediening en deden denken aan de PCC-tram.
Van links naar rechts
Al in 1934 kwam tramdirecteur Carl Axel Reuterswärd met een voorstel voor een toekomstige metro in Göteborg, maar dat plan ging nooit door. Rond de overgang naar rechtsverkeer in 1967 werd besloten de tramlijnen uit te bouwen tot sneltramlijnen met zoveel mogelijk vrije baan. Tegelijkertijd werd de bovenleidingspanning verhoogd van 600 naar 750 volt. Voor deze omschakeling werden nog eens 75 moderne vierassers besteld. Tot ‘dag H’—3 september 1967—reden deze trams omgekeerd mee in de tramstellen; daarna werden de rug-aan-rugstellen gedraaid en voor rechtsverkeer ingezet.

Links verkeer. Motorwagen 93 is een verlengde tweeasser uit de beginjaren van het trambedrijf en trekt bijwagen 375, een moderne eenrichtingwagen. Tussen 1931 en 1952 werden er zeventig van zulke aanhangrijtuigen geleverd. Op de foto is goed te zien dat er vóór 1967 nog links werd gereden.

Rug aan rug. Op 25 juni 1970 fotografeerde Hans Oerlemans bij Angered Centrum een stel rug-aan-rug gekoppelde motorwagens van lijn 8. Hoewel er sinds 1967 rechts werd gereden, was motorwagen 581 nog niet omgebouwd. De lijn naar Angered is een voormalige smalspoorlijn waarvan de haltes allemaal aan één kant lagen. Daardoor konden er jarenlang tweerichtingcombinaties met deuren aan één kant blijven rijden — soms zelfs in vierwagencombinaties.
Naar modernere tijden

Nieuwe huisstijl. Eind jaren zeventig maakte de klassieke lichtblauw-crèmekleurige beschildering plaats voor een nieuwe huisstijl. De vrijkaart uit 1983 toont een tram in het nieuwe kleurenschema.

Stempelautomaten uit Frankrijk. In 1967 kreeg elke tram stempelautomaten van de Franse firma Société de Construction d’Appareils Mécaniques Précision (CAMP) uit Parijs. Rittenkaarten bestonden uit genummerde coupons.

Nieuw logo. Tegelijk met de nieuwe huisstijl introduceerde het trambedrijf eind jaren zeventig ook een nieuw logo. Op de Turistkart linksboven staat nog het oude embleem. Het nieuwe pijlvormige logo is op de nieuwere kaarten te zien.

Västtrafik. Sinds 1 januari 1999 is Västtrafik verantwoordelijk voor al het openbaar vervoer in de regio Västra Götaland: trams, bussen, veerboten, taxi’s en mobiliteitsdiensten. Kort na de oprichting werden vervoerbewijzen met magneetstrip ingevoerd.

Chipkaarten. In 2006 verschenen contactloze kaartlezers in de voertuigen en maakte de chipkaart zijn intrede. Inmiddels kan een vervoerbewijs natuurlijk ook gewoon via een app op de telefoon worden geladen.
Naar de actuele situatie
De moderne gelede trams en museumtrams komen aan bod in het verslag Beelden uit Göteborg van Paul van Baarle over de toestand van het trambedrijf in 2025.
Marco Moerland
Meer bij de NVBSDe hier afgebeelde kaartjes, prentbriefkaarten en zwart-witfoto’s van Göteborg komen uit de collectie van Marco Moerland. De collectie Nederlandse tramvervoerbewijzen van NVBS Railverzamelingen wordt ook door hem beheerd. Vind je tram- en spoorkaartjes interessant dan ben je van harte welkom in het archief van de SNR in Amersfoort. Soortgelijke artikelen eerder in NVBS Actueel
|
