Over hoge seinhuizen en ronde locloodsen
Verkenningen in Noord-Frankrijk
Voor velen is Noord-Frankrijk een gebied waar je snel doorheen rijdt op weg naar het zuiden. Maar bij verdere beschouwing is er in dit gebied veel te zien, ook op het gebied van spoor- en tramwegen. In een vorig artikel werd de tram van Valenciennes getoond. Deze keer bespreken we onder andere de bijzondere spoorweg-architectuur die in dit gebied is te vinden.
In het begin van de 20e eeuw ontstond bij Hirson (vlakbij de Belgische grens) een groot rangeerterrein (triage) waar in 1908 meer dan 800.000 goederenwagens werden behandeld. De architect Gustave Umbdenstock ontwierp daarvoor een type seinhuis, waarbij hij zich vermoedelijk liet inspireren door Italiaanse torens uit de Renaissance. Vandaar de naam tours florentine (Florentijnse torens).
Een andere verklaring voor deze naam is dat de eigenaar van de toren in Lens uit Florence kwam. Mogelijk leverden ook de Belgische en Noord-Franse belforten (wachttorens) inspiratie op.
In de jaren 20 werden elf van dit soort hoge seinhuizen gebouwd (onder andere in Lille, Valenciennes, Lens, Béthune, Laon, Hirson en Aulnoye-Aymeries). Daarvan zijn er nu nog twee over: het geraamte van het seinhuis in het buurtschap Buire bij Hirson, en een gerestaureerd exemplaar in het buurtschap Leval bij Aulnoye-Aymeries. Van de rangeerterreinen is verder bijna niets bewaard gebleven.
Deze bijzondere gebouwen waren ruim 45 meter hoog. Ze telden zeven verdiepingen, en daarboven bevond zich nog een toren met vier uurwerken met een diameter van 3,20 meter. Die zevende verdieping was een panoramische zaal van 30 m2 van waaruit de wissels werden bediend met een elektromechanisch systeem volgens Mors.
Gustave Umbdenstock werd op 24 december 1866 in Colmar geboren en kreeg zijn diploma in 1893 van de École nationale supérieure des beaux-arts (ENSBA) in Paris. Hij besteedde het grootste deel van zijn leven tot zijn dood in 1940 aan het geven van onderwijs, maar hij was ook betrokken bij de bouw van deze seinhuizen. Daarnaast maakte hij het ontwerp voor zeven stations – waaronder Senlis (Oise, 1922) en Saint Quentin (Aisne, 1926) – van de Compagnie des chemins de fer du Nord. Ook werd een aantal civiele gebouwen zoals kerken en scholen door hem ontworpen.
Behalve de tour florentine is op het terrein van Buire nog het geraamte van de grote ronde locloods aanwezig. Om deze locloods staat een hek, maar gelukkig is er een opening. Verder staan op het verder volledig opgebroken terrein in Hirson nog een paar loodsen in vervallen toestand.
Een bezoek aan het vlakbij gelegen eenvoudige, na de Tweede Wereldoorlog heropgebouwde, station van Hirson spreekt vanzelf. Het personenverkeer bestaat geheel uit treinen van de TER (Train Express Régional). De restauratie en het hotel zijn inmiddels gesloten.
Ook in het 30 km ten noordwesten van Hirson gelegen Aulnoye-Aymeries (in het buurtschap Leval) staat een tour florentine. Die is in 2002 geheel gerestaureerd. In Aulnoye-Aymeries bestaat het reizigersverkeer grotendeels uit TER-treinstellen, maar er stoppen ook nog enkele getrokken treinen Maubeuge – Paris Nord.
Als afwisseling van de spoorse activiteiten is een bezoek aan de vesting van het 15 km verder noordwestelijk gelegen plaatsje Le Quesnoy zeker de moeite waard.
Tekst en foto’s (alle 6 maart 2018): Frits van Buren
[printfriendly] |
VakantietipIn deze rubriek belichten we een populaire en/of interessante vakantiebestemming met bijzondere railattracties in de omgeving. Heeft u een vakantietip? Laat het ons weten! |